In het ene land mag je niets zeggen dat mogelijk het aanzien van de koning schaadt, in het andere land moet je op je tellen passen wanneer je iets te berde brengt dat als blasfemisch geïnterpreteerd zou kunnen worden. Mogelijk… zou kunnen …
Als kind vroeg ik mij af of koningin Juliana wel eens een scheet liet. Inmiddels denk ik te weten dat ze dat deed. Volgens de Vlaamse professor Danny De Looze hoeft niemand zich voor het laten van winden te schamen, want iedereen laat winden. Iedereen! Dus ook die mensen die zelf denken dat ze geen winden laten. Er ontsnapt namelijk gemiddeld zo’n 12 tot 25 keer per dag wel wat gas uit de endeldarm. En dat kan alleen via de anus. Met deze wetenschap in het achterhoofd, moet ik onwillekeurig denken aan wat ik als jochie in Düsseldorf op straat van mijn vriendjes leerde: “Laute Fürze stinken nicht, aber die leisen, die so schleichen, solst du aus dem Wege weichen …”
Nu ben ik geen klein jochie meer, maar die oude vraag over Juliana kwam om een of andere reden weer boven. Geëvolueerd! De vraag had in mijn onderbewuste een ware ontwikkeling doorgemaakt en omvatte nu niet alleen Juliana en alle leden van het Koninklijk Huis, maar ook een grote schare lieden die om een of andere reden ontmenselijkt worden. Ze worden niet alleen op voetstukken geplaatst maar ook van alle menselijke ‘ordinaire’ eigenschappen, gewoontes en eigenaardigheden ontdaan. Ze laten géén winden! Ze boeren niet. Ze braken nooit. Ze masturberen nimmer en hebben ook géén andere slechte eigenschappen. Nou ja, behalve als we om een of andere reden een hekel aan ze hebben of minachting voor ze voelen, want dan zijn het gewoon vieze, vuile, schijnheilige rufters, rukkers en schuinsmarcheerders. Zoiets.
Vorsten, heiligen, idolen, influencers, BN’ers, goeroes, roshi’s, ouders … ik noem ze in willekeurige volgorde: als het mensen zijn, of ooit zijn geweest, dan lieten ze winden! Iedere koning met normale darmwerking stinkt als ie op de pot zit. Niks mis mee. Hij kan er niks aan doen, zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar. Hetzelfde geldt voor alle heiligen en de rest. En het is alles behalve blasfemisch om te stellen dat áls de latere Boeddha inderdaad ooit een Teenager-Prins is geweest, hij ook zijn eigen seksualiteit moet hebben ontdekt en heeft gemasturbeerd. Dr. Fulldauer, een psychiater waar ik ooit les van heb gehad, stelde: iedere man heeft in zijn leven gemasturbeerd – tenzij hij geen handen had. Volgens mij had Prins Siddharta handen. I rest my case.
Waarom vinden veel mensen het moeilijk om hooggeplaatsten als gewone mensen te zien? Waarom raken sommigen zelf in paniek wanneer zij vernemen dat hun idool iets doet of heeft gedaan dat alle mensen eigen is? Door te denken dat een heilige of een of ander idool nooit met een vinger in zijn neus zit, nooit aan zijn gat krabt, nooit iets doet of zegt ‘dat niet netjes is’ en ga zo maar door, ontmenselijken ze die persoon. Hij of zij houdt op mens te zijn zoals zij er zelf een zijn, en daardoor raakt hij of zij buiten hun bereik. Dat is veilig…. want daardoor kunnen ze altijd tegen zichzelf blijven zeggen dat ze nooit aan die persoon kunt tippen. “Ik ben (helaas, helaas) géén Boeddha … wat de leraar ook zegt. Want ja, ik laat wel eens een scheet. Ik boer wel eens. Ik stop wel eens een vinger in mij neus en ga zo maar door.” Ja, duh … je bent een mens!
Nou, je hoeft je in ieder geval van mij niets aan te trekken. Ik ben mij zeer van mijn mens-zijn bewust. Mijn ouders hebben mij netjes opgevoed en ook anderen hebben mij geleerd wat ik wel en wat ik niet in de openbare ruimte mag doen. De regels van fatsoen anno 2021 ken ik wel, denk ik. Maar wanneer niemand kijkt, wanneer ik mij volstrekt onbespied waan, dan … ben ik een mens als alle andere.
Wil je ‘verlichting’ bereiken? Als mens? Begin er dan eens mee dat mens zijn niet te ontkennen. Ook niet bij anderen. Zelfs niet bij Boeddha.
Jan Hamelink zegt
Heerlijk.