Het eerste World’s parliament of religions van 1893 in Chicago was de officiële start van het wereldwijde interreligieuze gesprek. Dit congres in 1893 werd weliswaar getalsmatig gedomineerd door verschillende Engelstalige protestants christelijke afgevaardigden en vanwege de beperkte deelname van andere niet-christelijke religies hadden zij veel invloed. De enkele boeddhistische deelnemers weerspraken met succes de heersende opvatting dat het boeddhisme afgoderij, nihilistisch en onmaatschappelijk zou zijn. Vooral na de Tweede Wereldoorlog raakte het Westen bekend met deze religie. Hieronder een persoonlijke indruk van een internet rondgang langs hedendaagse meningen van allerlei soorten christenen over het boeddhisme.
Een deel van mijn wezen
Het artikel Double belonging: buddhism and christian faith is een vraaggesprek van Thomas Fox met Paul Knitter. Knitter is theoloog aan het Union Theological Seminary in New York City. Hij is een leidende pleitbezorger van de interreligieuze dialoog: ‘Een terrein dat tamelijk controversieel is, namelijk hoe het christendom zichzelf kan begrijpen in het licht van andere religies.’ Over deze dialoog heeft hij verschillende boeken gepubliceerd zoals: Without Buddha I could not be a Christian. Hij noemt zichzelf een boeddhistische katholiek en beoefent zenboeddhisme.
In zijn boek schrijft hij over ‘double belonging’, dat steeds vaker een gespreksonderwerp is op het gebied van de christelijke theologie en de christelijke spiritualiteit. De theoloog: ‘Ik denk dat de term wordt gebruikt wanneer mensen steeds vaker vinden dat ze werkelijk gevoed kunnen worden door meer dan één religie, meer dan door hun religieuze thuistraditie of inheemse traditie.’
Interviewer Thomas Fox: ‘Welke behoeften hebben christelijke gelovigen waarin het boeddhisme voorziet?’ Knitter zegt dat dit veel te maken heeft met de opvatting dat God daarbuiten is, buiten mensen bestaat en hen confronteert. Hij denkt dat mensen op zoek zijn naar een manier dat het geheim van het goddelijke meer een deel is van henzelf. ‘God (is) een realiteit die beslist van mijzelf verschilt, maar desondanks toch een deel is van mijn wezen.’
Het boeddhisme bevestigt beslist niet het bestaan van een persoonlijke God, maar is volgens Knitter eerder non-theïstistisch dan atheïstisch. Boeddhisme heeft hem geholpen om te herontdekken en te verdiepen wat het werkelijk betekent als het nieuwe testament zegt: ‘God is liefde’.
Volgens het boeddhisme én ook volgens het katholicisme is de menselijke natuur goed, aldus zijn stellige overtuiging. Onze fundamentele natuur is de boeddhanatuur, namelijk dat we een onderdeel zijn van een verbonden geheel. We zijn geroepen om ons hiervan bewust te zijn en om te handelen uit compassie. Het probleem is echter dat we ons hiervan niet bewust zijn, omdat we denken iets te winnen te hebben door een eigen identiteit te vestigen en daarom handelen we egoïstisch. We doen dit niet omdat we slecht zijn, maar uit onwetendheid.
En God? Paul Knitter: ‘For me now when I say the word God is the interconnecting spirit — this ever-present spirit, this ever-present, that is not a person, but is very personal, that this is the mystery that surrounds me, that contains me, and which I am in contact with especially in meditation.’
Koan
Het artikel Can a christian be a buddhist, too? van de filosoof en theoloog Jay McDaniels is een persoonlijk document over zijn leven in twee religies: het christendom en het boeddhisme. De jonge seminariestudent McDaniels gaf een jaar lang Engelse les aan de Japanse Keido Fukushima die kort daarvoor zijn zentraining in Kyoto had afgesloten. Fukushima (1933-2011) was een Japanse Rinzai zenmeester en de hoofdabt van Tōfuku-ji in Kyoto.
In het laatste jaar van de middelbare school kreeg McDaniels belangstelling voor het boeddhisme en maakte kennis met de geschriften van de Amerikaanse trappist Thomas Merton. Merton’s belangstelling voor het boeddhisme raakte bij hem een gevoelige snaar, waardoor zijn kennismaking met Fukushima in goede aarde viel.
Een voorbeeld van een dag op het seminarie is volgens de schrijver illustratief voor het hele jaar. Voor de lessen aan het seminarie in de kapel zingt hij Amazing Grace met zijn medestudenten. In de middag discussies met zijn zenvriend over de koan van het geluid van één klappende hand. Ook spraken ze vaak over anatman. Gaandeweg werd McDaniels zich bewust dat zen niet gaat over nirvana, maar dat het gaat om het bereiken van de plaats waar we starten: het nu en een leven in vrijheid daarin.
Een van zijn seminarievrienden liet het begrip ‘double religious belonging’ vallen, waarmee McDaniels niet blij was. Hij voelde zich namelijk iemand die wordt gevoed door de boeddhistische dharma én de wijsheid van Christus tegelijkertijd en niet dat hij twee paspoorten heeft.
Jay McDaniels over geloof in God: ‘Faith in God is trust in the availability of fresh possibilities. And life in God lies in being present to each situation in a kindly way, open to surprise, honest about suffering, and seeking wisdom for daily life. This is a faith to which I am drawn, as I try to walk with Christ, with help from Zen.’
Compassie en liefde
Jenny Stewart publiceerde haar artikel Christianity and Buddhism: more similarities than differences. Zij opent haar artikel met de opmerking dat op het eerste gezicht er geen twee religies zoveel van elkaar verschillen als het christendom en het boeddhisme. Twee voorbeelden: christenen geloven in het bestaan van een God, het boeddhisme kent geen god. De Boeddha wees de weg, maar Jezus zei hij dat hij de weg was. Ook zijn er fascinerende overeenkomsten als bijvoorbeeld: compassie staat centraal in het boeddhisme en in het christendom is dit liefde.
Is het mogelijk om een boeddhistische christen te zijn of een christelijke boeddhist? Hierop is vanuit het boeddhistische perspectief eenvoudiger een antwoord te geven dan vanuit het christendom, omdat het boeddhisme geen andere religie uitsluit. Hiermee zijn sommige christenen het weliswaar eens, bevestigt Stewart, maar desondanks raden zij het niet aan christen te zijn en toch boeddhist te blijven: ‘het lijkt erop dat het christendom je helemaal opeist.’
Het boeddhisme vertelt niemand wat hij moet denken; het is een technologie van de geest én het is een religie. Het leren van de basisprincipes kan bevrijdend zijn, maar na deze bevrijding doemen er problemen op. Er is een grote variatie aan boeddhistische scholen. Er is bovendien werk te doen, je geest proberen te controleren vraagt om veel discipline. Bovendien, terwijl sommige westerse vrouwen gewaardeerde leraren zijn, krijgt de gewone vrouwelijke beoefenaar te maken met het ‘ingegraven seksisme van geïmporteerde Aziatische goeroes’. Natuurlijk, ook het christendom is seksistisch, maar in zijn vooruitstrevende vormen geeft het vrouwen meer kansen om betrokken te zijn.
Ten slotte schrijft Jenny Stewart: ‘Christianity is a warm religion, where Buddhism is cool, cerebral. Christianity is a religion of narrative, of prophecy, of human failing and human glory. While there is much accessible, and very helpful, dharma writing, the Buddhist sutras are impenetrable discourses on the absolute.’
Elkaar uitsluitende waarheidsclaims
De titel van Luke Wayne’s artikel is een vraag: Is Buddhism compatible with Christianity? Neen, zegt hij, omdat de waarheidsclaims van het boeddhisme en het christendom elkaar uitsluiten. Een combinatie is volgens hem onmogelijk zonder de een of de ander te herformuleren. Een belijdende christen die de filosofie van de Boeddha omhelst ontkent zelfs het evangelie van Jezus.
De historische Boeddha erkende het bestaan van goden en halfgoden. Zij zijn sterfelijk en gebonden aan de wereld van lijden en behoeven verlichting om nirvana te bereiken. De christelijke God is onsterfelijk en lijdt niet zoals ieder ander wezen. Hij heeft geen bevrijding nodig. Christenen spreken van een eeuwige, perfecte, onveranderlijke en alwetende Schepper van alles dat bestaat en die ‘aanbidding verdient als onze Rechter en Koning.’
Hieronder een samenvatting van andere bezwaren van de Wayne tegen het boeddhisme. Hij maakt hierbij kwistig gebruik van citaten uit de bijbel, de door God geopenbaarde waarheid volgens christenen.
Het boeddhisme onderwijst dat het persoonlijke ‘zelf’ een illusie is en dus geen ziel of geest die dit fysieke leven overstijgt. Het christendom leert dat mannen en vrouwen geschapen zijn naar het evenbeeld van hun Schepper-God. De persoon die zich ontwikkelt in de baarmoeder is een en dezelfde persoon alle dagen van zijn leven. Er is bewust bestaan na de dood en het ‘zelf’ herrijst op de Dag des Oordeels, sommigen in een eeuwig bestaan en anderen in eeuwig verdoemenis.
Er bestaat geen moreel goed en moreel kwaad, volgens het boeddhisme, stelt de auteur. Het christendom leert dat God regeert en oordeelt en dat er wel degelijk goed en kwaad bestaat. Kwaad of zonde is een overtreding van de geboden van God; een overtreding van wat Hij als norm stelt. Wij hebben de taak het kwade te vermijden en het goede te doen, zelfs voor degenen die ons haten.
Volgens het christendom wordt lijden veroorzaakt door menselijke slechtheid en ongehoorzaamheid aan God. Wat de mens vooral nodig heeft is gereinigd te worden van zijn schuld, nadat hij afstand neemt van de zonde. Menselijke verlangens leiden tot verleiding en veel lijden wordt veroorzaakt door verkeerde verlangens, die niet worden vervuld. Maar er zijn ook rechtschapen verlangens en zij moeten worden bevorderd. Bovendien zal God deze rechtvaardige verlangens belonen met het eeuwige leven en het lijden voor eeuwig wegnemen.
Luke Wayne snijdt het verschil aan over ‘bevrijding’ tussen beide religies. ‘At a minimum all (different Buddhist branches red.) hold to the centrality of adherence to the Eightfold path. In Christianity, salvation is the forgiveness of sins is the gracious gift of God which we receive through repentance and faith.’
Geen absolute waarheid
Sharon Bratcher schrijft in haar artikel Why do we suffer? Buddhism versus Christianity: ‘De heersende mening in het Westen is dat ieders mening gelijk is en dat niemand ongelijk heeft, of zelfs minder gelijk heeft dan een ander. Ik ben vrij om mijn eigen religie te hebben voor zo lang (of voor zover) als ik het niet opdring aan een ander, of me laat uitdagen tot ‘haatzaaierij’. De enige absolute waarheid is dat er geen absolute waarheid is.’
Bratcher sprak met enkele boeddhisten die haar vertelden dat zij christen kan zijn en toch de boeddhistische filosofie kan beoefenen. Ze ging op onderzoek uit, merkte dat er overeenkomsten bestaan tussen de twee religies en begreep dat daarom sommigen menen dat beide religies in essentie gelijk zijn. In haar artikel richt zij zich op het onderwerp lijden.
Om aan te tonen dat lijden ons bestaan is, gebruikt de Boeddha lijden als ruim begrip, signaleert de schrijfster. Het omvat niet alleen tragedies en rouw, maar ook alledaags verdriet, ouderdom, ziekte, andere onprettige zaken en alle vormen van lichamelijk en fysiek lijden. Ook vallen er fenomenen onder als onvolmaaktheid, veranderlijkheid en het ontbreken van blijvende tevredenheid. De Boeddha geloofde dat iedereen lijdt en er zich van bewust moet worden waardoor dit lijden wordt veroorzaakt, voordat er iets aan gedaan kan worden. Ze vervolgt: ‘Als blijvende tevredenheid onmogelijk is, dan is het ook niet verbazingwekkend dat lijden ons bestaan is! Christenen weten echter dat lijden een deel is van ons leven, maar er is ook troost, vrede en plezier.’
De bijbel heeft vergelijkbare opvattingen over hunkering en gehechtheid, maar de onderliggende oorzaak van lijden is een andere dan in het boeddhisme. Christenen zien hechting en hunkering als zondig, of als test van God. Bij dit laatste verwijst de schrijfster naar het Job. ‘Satan, de verleider, droeg bij aan het lijden doordat hij naar God ging die hem toestemming gaf door Job op verschrikkelijke manieren te kwellen.’ Gods bedoeling was om Jobs trouw te testen.
De boeddhistische Vier Edele Waarheden presenteren een achtvoudige pad als weg uit het lijden. Bratcher onderstreept dat dit niet de ‘tien geboden’ van het boeddhisme zijn, maar richtlijnen en adviezen voor een leven zonder onnodig lijden. Dit wekt de indruk dat een gelukkiger leven mogelijk zou zijn door begrip en niet dankzij gehoorzaamheid aan regels of door hulp van ‘buiten’ ons of ‘boven’ ons.
De meeste christenen zullen in enkele adviezen het zesde, zevende, achtste en negende gebod herkennen. Wil dit zeggen dit dat beide religies hetzelfde zijn? In essentie niet, concludeert de schrijfster. De Boeddha leerde zijn volgelingen hoe zij kunnen ontsnappen aan lijden, Jezus toonde de weg. ‘Vanuit het christelijke gezichtspunt proberen boeddhisten het beste te doen wat zij kunnen omdat zij niet willen buigen voor de Almachtige God.’
Schrijfster Sharon Bratcher concludeert: ‘It is simply not acceptable to view Jesus Christ as just another great teacher similar to the Buddha, for Jesus claimed to be the Son of God who came to save people from their sins. Buddhists seek to provide their own salvation from suffering.’
Verliefd op Jezus
Het volgende kritische christelijke geluid is van Jennifer Grant in haar artikel From buddhism to christianity. Zij schrijft over de boeddhiste Nok Suksai en haar twee vrienden die zich bekeerden tot het christendom.
Aan hun universiteit in Bangkok ontmoetten Nok en haar twee vrienden enkele Amerikaanse vrienden, missionarissen. De drie boeddhistische Aziaten wilden meer tijd met hen optrekken om hun Engels te verbeteren. Grant omschrijft Nok als een die-hard boeddhiste, uit een boeddhistische familie. Zij was opgegroeid met de opvatting: een goede Thai is loyaal aan de koning, aan het land en de religie van het land – het boeddhisme.
Nok ging naar de retraite van de Amerikaanse missionarissen, waar zij haar vertelden over hun geloof in hun persoonlijke God. Ze lieten haar ook een film zien over het leven, het lijden en de verrijzenis van Jezus. Nok was tot tranen geroerd over het lijden dat Jezus aan het kruis voor haar over heeft, aldus de schrijfster.
De Boeddha zei dat hij mensen niet kan helpen, maar alleen de richtlijnen tonen om zichzelf te bevrijden, volgens Grant. Nok was eraan gewend te lijden om nirvana te bereiken. Nok: ‘If I were sailing on a boat that tipped over in the ocean, and started drowning a Buddhist god would offer me a how-to book on swimming. But Jesus would come over to me, give me His hand and say, ‘Trust Me.’’
Nok bekeerde zich tot het christendom en hoe meer ze over Jezus leerde, hoe meer ze verliefd op hem werd. Ook haar vrienden bekeerden zich en hebben er geen spijt van. Zij kozen voor een lastige uitdaging om christen te worden op een continent waar het boeddhisme domineert, aldus Jennifer Grant.
Vullen van kerken
Het blijkt dat christenen kritiek hebben op de houding van sommige andere christenen over het boeddhisme. Met name bekeringsijver is een bron van ergernis en onenigheid. Het artikel de Boeddhistische heropleving in Ceylon behandelt de heropleving van het boeddhisme in dat land en put uit het boek Therāvada buddhism and the British encounter (2006) van de boeddhologe Elizabeth J. Harris. Met de Britse kolonisatie van Sri Lanka (voorheen Ceylon) begon ook de kerstening van het eiland. Met name missionarissen van Engelse en Amerikaanse zendingsgenootschappen waren het actiefst en lieten zich zeer negatief uit over het boeddhisme dat ‘nihilistisch’ en ‘duivelsverering’ zou zijn. Als reactie hierop ontstond in het midden van de 19de eeuw de boeddhistische heropleving, dat bijdroeg aan het boeddhistisch modernisme.
Harris signaleert dat de scherpe verhoudingen tussen christenen en boeddhisten zich blijft voortzetten tot in de 20ste eeuw en in deze eeuw. In 1995 bijvoorbeeld werd het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Sri Lanka bijna afgezegd. Reden was de wereldwijde boeddhistische verontwaardiging over negatieve opmerkingen van de paus in Crossing the Threshold of Joy (John Paul II 1994). Enkele van die opmerkingen, geciteerd in de Sunday Times (27 november 1994): ‘Jezelf bevrijden, betekent vooral jezelf bevrijden van het kwaad door onverschilligheid voor de wereld, wat de bron van het kwaad is. Dit is het hoogtepunt van het spirituele proces (voor boeddhisten).’
Wanneer de gerechtvaardigde positie van het boeddhisme al of niet vermeend wordt bedreigd treden spanningen op, aldus de schrijfster. Een aanleiding zijn de onethische bekeringspraktijken van christelijke missionarissen op Sri Lanka. Ondanks de afwijzing, de veroordeling en de gemeenschappelijke verklaring van de belangrijkste christelijke stromingen en boeddhisten gezamenlijk in 1993 komt dit nog steeds voor. Op bladzijde 212 van haar boek schrijft Elizabeth J. Harris: ‘Terwijl dit boek naar de pers gaat blijft de situatie explosief. Boeddhistisch wantrouwen jegens christenen blijft voortbestaan, aangejaagd door een dynamiek die teruggaat tot de negentiende eeuw, gevoed door christenen die het vullen van kerken plaatsen boven ethiek, vreedzaam samenleven en respect.’
Mystieke praktijken
In het artikel Achter de glimlach van de Dalai Lama geeft Martin Kamphuis onverholen kritiek op de Dalai Lama, op het boeddhisme en op andere, meer vooruitstrevende christenen. Auteur Gert-Jan Schaap meldt dat Kamphuis een fanatiek Tibetaans boeddhist was, die de werkelijke verlossing vond in het kruis van Christus en brak met Boeddha.
Hieronder een lang citaat over meditatie: ‘Vooral binnen katholieke kringen worden meditatietechnieken, zelfs geïntegreerd in de geloofsbeleving. Hoe kijkt Martin daar als ex-boeddhist tegenaan? “Die technieken zijn niet onschuldig,” waarschuwt hij. “Je doelt waarschijnlijk op het zenboeddhisme, dat in veel katholieke kloosters wordt beoefend. Er is momenteel een grote beweging in de christenheid, die men ‘contemplatieve spiritualiteit’ noemt. Daarbij zet men allerlei mystieke praktijken in om een soort bewustzijnsverandering te bewerkstelligen. Het doel zou een diepere relatie met God zijn. Maar in de mystiek oefen je meditatie waarbij je een eenheidservaring zoekt. Dat is onbijbels, want het gaat eigenlijk niet om een relatie met God, maar om zich in elkaar op te lossen.’
Ontmaskeren
Bijbel & onderwijs neemt in het artikel Boeddhisme geen vreedzame religie de kritiek van Kamphuis over, een voorbeeld: ‘De Dalai Lama is de belichaming van het zgn. Kalachakra-ritueel. Deze godheid is de ‘Heerser van deze Wereld’. Zijn uiterlijk is exact beschreven. Het is een naargeestige verschijning. Opmerkelijk vindt (Kamphuis) het Kalachakra-ritueel, dat aangeprezen wordt als middel tot de wereldvrede, met de nodige aanpassingen een goede voedingsbodem binnen neofascistische groeperingen die het gebruiken als een soort inwijdingsritueel.’ De volgende waarschuwing aan het slot van het artikel spreekt voor zich.
‘Oppassen!
Bij het boeddhisme gaat (het) net als bij de islam niet alleen om het bekendmaken van het gedachtegoed, maar ook om het claimen van grondgebied waar zij hun activiteiten ontplooien. Dat geldt niet alleen voor de bouw van hun heiligdom, de pagode, maar ook voor het maken van een mandala of voor het uitvoeren van hun dansen. Opmerkelijk is verder dat in het blad ‘Vier’ van maart 2009, een uitgave van de NCRV, zonder commentaar een aantal pagina’s aan deze godsdienst gewijd is. Bijbels denken is wel totaal iets anders dan spiritueel bezig zijn. Wat een taak voor kerk en school om deze geest te toetsen en te ontmaskeren! (1 Joh 4:1; Ef 5: 11)’
Overpeinzing
Na het eerste World’s parliament of religions van 1893 blijkt het negatieve beeld van christenen over het boeddhisme in positieve zin te zijn veranderd. Drie bijdragen aan het bovenstaande artikel gaan over ‘double belonging’, waarbij het boeddhisme geïntegreerd is in het leven van christenen. Sommige christenen zien meer overeenkomsten dan verschillen tussen beide religies en zijn positief over het boeddhisme. Ze raden het echter niet aan christen te worden en boeddhist te blijven. Weer anderen wijzen het boeddhisme af, beargumenteerd met een beroep citaten op de bijbel, volgens christenen de door God geopenbaarde waarheid. Ten slotte is er een groep die op een verbaal vijandige wijze het boeddhisme afwijst en verdacht maakt. Ten slotte hierbij nogmaals een voorbeeld waartegen die laatste groep te hoop loopt.
Lisette Thooft interviewde Ruben L.F. Habito, Jezuïet, en zenmeester van de Amerikaanse Sanbo Kyodan School over het concrete resultaat van de dialoog tussen christendom en boeddhisme. Een citaat uit haar artikel Ruben Habito: ‘Christendom en boeddhisme verrijken elkaar’. Habito zegt: ‘Wij christenen kunnen door de ontmoeting met zen veel terugvinden van onze eigen contemplatieve traditie dat verloren was gegaan, vergeten of verwaarloosd. De eerste christenen omschreven hun ontmoeting met God in de persoon van Jezus Christus in hellenistische termen; ze waren nou eenmaal hellenistisch en spraken Grieks, en ze verweefden ideeën van Aristoteles en Plato in hun expressie van hun begrip van het mysterie. Nu veel mensen met zen in aanraking zijn gekomen, vinden we een nieuwe taal om over dat mysterie te spreken, het mysterie van Jezus Christus. Er is een nieuwe theologische horizon aan toegevoegd.’
Bronnen
Buddhism vs. Christianity, Diffen
https://www.diffen.com/difference/Buddhism_vs_Christianity
Buddhism – Major differences. Buddhanet
http://www.buddhanet.net/e-learning/snapshot01.htm
‘Nazis of Tibet: A Twentieth Century Myth’ by Isrun Engelhardt, 2008
Schaap, G-J. Achter de glimlach van de Dalai Lama. EO, visie magazine, 5-2009
Boeddhisme is geen vreedzame religie. Stichting Bijbel & Onderwijs, 7-2009
Fox, T, J. Double belonging: buddhism and christian faith. National catholic reporter, 6-2010
Het boeddhisme.
Het boeddhisme. Stichting ‘SENSE’ (Stichting Evangelie, Nieuwe Spiritualiteit en Esoterie), 2011
Het gevaar van boeddhabeelden. Salt of the earth, 10-2014
Stewart, J. Christianity and buddhism: more simularities than differences. Lacroix international, the wold’s premier independent catholic daily, 10- 2014
Thooft, L. Ruben Habito: ‘Christendom en boeddhisme verrijken elkaar’. NieuwWij, 11-2014
McDaniels, J. Can a christian be a buddhist, too? Open horizons
Grant, J. From buddhism to christianity, CRU, Campus crusade for Christ
Hulsman, W. Ex-boeddhist Kamphuis; Westen ziet zwarte kan boeddhisme vaak niet. Reformatorisch Dagblad, 3-2016
Wayne, L. Is buddhism compatible with christianity? CARM, Christian apologetics & research ministry, 04-2016
Moerbeek, K. Boeddhistische heropleving in Ceylon. Boeddhistisch Dagblad, 2-2019
Bratcher, S. Why do we suffer? Buddhism versus christianity. Reformed perspective, 6-2019
bolletje zegt
Het christendom spreekt mij totaal niet aan.
Ik vind het een nogal moraliserende religie. Je moet dit, je moet dat, je moet zus, je moet zo. Als je dit doet ben je goed, als je dat doet ben je fout.
boeddhisme is veel subtieler dan dat en genuanceerder.
Wij lijden….Wil je lijden? Wil je van het lijden afkomen? Hoe ga je dat doen dan?
Ik scheld de buurman niet verrot tijdens een ruzie, omdat dit mij leed gaat opleveren. Een verstoorde stemming, woede en dus…leed. Slechte karma gaat het opleveren. Nog meer ruzie met de buurman, een rot gevoel, een brandend gevoel van haat, opgefoktheid etc, etc.
Voor mij is individuele bevrijding de inzet. Ik ben geen Mahayana aanhanger. Als iemand als ik al iets rustiger word, dat is al heel wat. Voor christendom gaat dat niet op. Christendom denkt altijd collectivistisch.Christendom erkent het belang van zelfzorg niet en individuele kracht.
Boeddhisme is ook veel bescheidener dan christendom. Boeddha zegt zo: weeg al mijn woorden zelf af. Dat doet christus niet. Christus denkt de waarheid in pacht te hebben. Wat al een heel wereldse en dus niet spirituele setting is. Ik ben de zoon van God? Boeddha was gewoon een asceet/prins, die de geest onderzocht en mensen probeerde te helpen…Niets geen gebral over ‘God’
Boeddhisten proberen je niet te bekeren. Je kán het boeddhisme gebruiken, of niet…Het dringt zich niet op. Het gaat niet bij je aanbellen, met de bijbel in de hand. Nee, het is je eigen zaak. Alleen jij kan het doen, maar het hoeft niet. Er is geen goed/slecht, je moet het zelf vorm geven en je handelen, daar ben je altijd verantwoordelijk voor.