Er zijn vele miljoenen boeddhisten op de wereld die niet of nauwelijks mediteren. Ze hebben wel wat beters te doen, in die kloosters, de wouden, op hun hongertochten. Zelf ‘zit’ ik wel elke dag, een of meerdere keren. Het schijnt dat westerlingen meditatie verwarren met boeddhisme. Dat je als boeddhist moet mediteren om boeddhist te worden genoemd of te zijn.
Het zitten vind ik niet onprettig, ik ben dan vrij van lichamelijke artrosepijn en bevind me in een lager bewustzijn waarin alles toch helder is. Omdat ik elke dag mediteer weet ik niet hoe ik me geestelijk zou voelen als ik niet zou mediteren. Ik wil niks bereiken of niks laten. Ik zit zonder dwang of verlangen. Maar kan toch geen zitting overslaan, dus die dwang is er wel.
Ik heb ook behoorlijk wat jaren de Lamrim bestudeerd. Dat komt me goed te pas bij het beoordelen van boeddhistische teksten die ik krijg aangeleverd.
Boeddhistische meditatie en studie, kan je zonder?
Ik denk het wel. Het boeddhisme is in de kern voor mij het achtvoudige pad van de Boeddha. In een paar minuten in je oren geknoopt en daarna levenslang oefenen.
Moedig voorwaarts!