Vandaag presenteert theoloog Frits de Lange een nieuw boek, ‘Heilige onrust: Een pelgrimage naar het hart van de religie‘. Daarin voorziet hij de hemel van een minteken. In theologentaal: hij schaft de ‘twee-wereldenmetafysica’ af. Na een voorpublicatie in dagblad Trouw over de ene wereld die we overhouden, getuigden briefschrijvers ervan hoe dierbaar de hemel voor hen is. Als ik dat zie gebeuren, vraag ik me af hoe je voorbij zo’n patstelling van nietes-welles komt. Ik denk dat dat alleen kan door iedereen recht op eigen speelruimte te gunnen.
Speelruimte neem ik letterlijk. Mensen beschikken over het bijzondere vermogen om op een speelse manier betekenissen te hechten aan wat ze waarnemen in hun leven. Alle mensen spelen met twee werelden, een waarneembare en een geïnterpreteerde. Tot die twee werelden is elk mens veroordeeld, zelfs als je, zoals De Lange, uitkomt bij één enkele wereld.
Of je nu de hemel in ere houdt of kritisch benadert, je pendelt tussen eigen waarnemen en eigen waarheden. Je speelt met mogelijkheden en selecteert wat je aanspreekt. Zo maakt ieder zich een voorstelling van het al dan niet bestaan van een leven na de dood.
Die gave van onbeperkte betekenistoekenning is zowel een lust als een last. Het is een lust omdat zich feitelijk alles denken laat, ook dingen die niet direct ervaren worden. Een hemel hoeft niet wetenschappelijk aangetoond te zijn om toch geloofwaardig over te komen. De Lange is niet naar Santiago gelopen, maar maakt dankbaar gebruik van het beeld van de pelgrimstocht.
Tegelijk is de gave van de betekenistoekenning een last, omdat er zoveel uiteenlopende visies ontstaan die elkaar uitsluiten. Hoe om te gaan met al die verschillen, zoals nu tussen De Lange en de briefschrijvers?
Dankzij de modernisering – de uitdaging door wetenschap en technologie – wordt de last zwaarder. De hemelse wereld wordt minder plausibel. Het wetenschappelijke wereldbeeld zet de religieuze betekenisgeving onder druk. Neem je dat serieus, en wil je tegelijk je geloofskader niet kwijt, dan zul je die ene overblijvende wereld anders moeten interpreteren dan je deed. Die lastige taak vervult De Lange, net als sommige andere theologen.
De briefschrijvers hebben geen behoefte aan de herziening van een dierbaar geloofsstuk. Dat ligt voor de hand. Om met de last van de zeer gevarieerde betekenisgeving te kunnen leven, hanteren mensen bewust of onbewust een waarheidsbegrip. Dat is een manier om andere religieuze visies buiten beeld te houden. De opkomst van het wetenschappelijke wereldbeeld was voor veel gelovigen aanleiding de eigen waarheid nog meer te koesteren. Door het label ‘waarheid’ te hanteren, slaagt men erin om in een veranderende wereld het eigen zingevingspel op overtuigende wijze te blijven spelen. ‘Zo denk ik er nu eenmaal over’.
Die beleefde waarheid heeft nut. Mensen ontlenen er een identiteit aan waarmee ze zichzelf blijven in deze complexe wereld. Zo getuigen de briefschrijvers in Trouw van hun geloofsidentiteit. Ze handhaven al schrijvend hun identiteit – net als De Lange dat doet met zijn boek. Het gaat iedereen om herkenning en erkenning. Zo geven briefschrijvers en De Lange zin aan hun leven. De briefschrijvers met twee werelden, De Lange met één wereld.
Hoe komen we dan voorbij de patstelling van waarheden en identiteiten? Door te herkennen dat De Lange en de briefschrijvers elk hun zingevingspel spelen, met eigen randvoorwaarden. Voel je je uitgedaagd door het wetenschappelijke wereldbeeld, dan denk je vanuit een heel ander kader dan wanneer jouw eindige leven schreeuwt om een alternatief leven na de dood.
Is dit een oproep om alle discussie dan maar te stoppen? Nee, maar naast een debat over waarheden en onwaarheden rond het bestaan van een hemel, zou er over en weer iets meer begrip kunnen zijn voor de lusten en lasten van het zingevingspel dat iedereen speelt. Ook daarover zou gesproken kunnen worden. Dat zou de sfeer van het debat zeer ten goede komen.
Siebe zegt
“Die beleefde waarheid heeft nut. Mensen ontlenen er een identiteit aan waarmee ze zichzelf blijven in deze complexe wereld” (Andre Droogers)
Is niet het kenmerk van een ontleende identiteit dat je juist niet jezelf blijft?
groet,
G.J. Smeets zegt
“Alle mensen spelen met twee werelden, een waarneembare en een geïnterpreteerde.”
Sorry maar dat is epistemologische onzin. Waarnemen is per definitie interpretatie. Kwestie van Darwin, cognitieve science en gezond verstand.
Overigens is de metafoor ‘zingevingspel dat iedereen speelt’ een mystificatie. Spelen is de dagtaak van elk zoogdiertje (Inclusief homo sapiens) tot het moment van seksuele rijpheid: ovulatie c.q. ejaculatie.