Verlichting! Ik ben een dweil!
Verlichting zit in kleine hoekjes. In een emmertje sop bijvoorbeeld. Jaren geleden was ik als beginnende zennie bij een soort ‘zennies aller landen verenigt u’ op Ameland. Elke dag waren er dharmatalks van vooraanstaande zenmeesters. Elke dag ging ik braaf luisteren en snapte het niet. Tot Tenkei Roshi aan de beurt was, abbot van Zen River.
Tenkei vertelde met grote passie over de vloer in de zendo. Of liever gezegd: het schrobben van de vloer in de zendo. Over hoeveel hij van die vloer hield. Zijn handen in het warme water, de geur van het sop, het schoonmaken, zien hoe het hout begon te glanzen. Hij werd intiem met iedere centimeter vloer en ging er van houden: van de vloer, van de dweil, van het sop en van de handeling.
In mij ging een lichtje aan. Ik besefte dat niet het doel maar het doen centraal moet staan. Als ik dat voor ogen houd, bij het schrobben van de vloer of het schrijven van een stuk, ontstaat er intimiteit. De houten vloer in mijn huis draagt de hele wereld in zich – de boom die nodig was voor het hout, de zon en regen die nodig waren voor de boom, de houthakker die de boom omhakt, de ouders van de houthakker die nodig waren om de houthakker te maken etc etc etc.
Dat zien maakt dat ik nergens anders wil zijn dan waar ik ben. Op mijn knieën, een dweil in mijn handen, scrubbing away…ik ben op het juiste moment op de juiste plek.
Ik ben niet bezig een beter mens te worden en de wereld te redden: ik schrob de vloer.
Het is wat zennies noemen: verlicht worden door de tienduizend dingen. Het is het zien van dat wat er is, recht voor je, je leven zoals het is. Wat wel handig is, want een ander leven heb je niet.
Het is intiem worden met dat wat er is, en waar je intiem mee wordt, ga je van houden.
Doen wat er gedaan moet worden, zonder ruis, zonder bijgedachten, zonder strategie en zonder doel. Het is het pad naar verlichting – en naar een schone vloer.