Het lijkt erop dat we ons meer verbonden voelen met geld en macht, dan met elkaar, de natuur en rechtvaardigheid. Er heeft een omkering van waarden plaatsgevonden en deze is nog steeds gaande. Hoe doen we dat, hoe zorgen we ervoor dat we massaal met deze omkering van waarden bezig zijn? Hoe komt het dat we steeds individualistischer worden, terwijl we weten dat sociale verbondenheid voorwaarde is voor een mooi en goed leven. We stellen ons de vraag of het mogelijk is om geboden voor een ongelukkige samenleving op te stellen en zo te reflecteren op wat we fout doen? Vandaag gaan we in op wantrouwen.
Gebod 5. Stop met vertrouwen geven en stap over op machtsuitoefening om gedaan te krijgen wat je wilt.
Laten we ons vertrouwen beschermen met wantrouwen, want met handelen vanuit wantrouwen kunnen we de kans verkleinen dat we ons laten verrassen door misbruik van ons vertrouwen door de ander. Een bijkomend effect hiervan is wel dat we daarmee het vertrouwen van de ander schaden. Grote kans dat de ander ons voorbeeld volgt uit zelfbescherming en ook gaat handelen vanuit wantrouwen.
Met handelen vanuit wantrouwen hoef je je niet te begeven in het gebied van afhankelijkheid. Als je afhankelijk bent, bepaalt de ander mede wat er gaat gebeuren. Vanuit wantrouwen kan je er niet van uitgaan dat je voldoende je zin krijgt in een samenwerking. Het is daarom beter over te gaan op macht-uitoefening om gedaan te krijgen wat je wilt. Onderhouden of versterken van verbondenheid in het met elkaar omgaan is in dergelijke gevallen kansloos en geeft vervolgens weer nieuwe rechtvaardiging van wantrouwen.
Als wantrouwen de norm is van hoe we met elkaar omgaan, dan zullen we elkaar relevante informatie onthouden. Hoe meer we informatie voor elkaar achterhouden, des te meer gaan we onze achterdocht gebruiken om te gaan snappen hoe iets in elkaar zit. De gecreëerde fantasieën staan dan veelal haaks op de aanname dat de ander goede intenties heeft. Vanuit onze sensitiviteit proeven we dat ook wij vanuit wantrouwen benaderd worden en er informatie achtergehouden wordt of zelfs desinformatie gegeven wordt. Want juist omdat we de vinger niet kunnen leggen op wat er niet klopt in de verkregen informatie van de ander gaan we steeds meer wantrouwen.
Premier Balkenende lag in 2009 zwaar onder vuur van de VVD-fractievoorzitter Rutte en deze sprak de woorden ‘als u niet regeert, stap dan op’ en hij diende een motie van wantrouwen in. Er ging een schok door Nederland en de nieuwsdiensten maakten overuren. Tien jaar later vierde Wilders een feestje. Hij had zojuist zijn vijfentwintigste motie van wantrouwen ingediend tegen Rutte en hij hoopte dat er nog vele zouden volgen. Tegen het kabinet Rutte III werden 38 moties van wantrouwen ingediend. Politici zijn net mensen en mensen zijn net politici. We denken dat het gedrag van politici overgenomen wordt door burgers. Daarom een korte analyse van het gedrag van politici.
Een eerste kenmerk is dat politici een linkerhersenhelft bepaalde scoringsdrag hebben. Alles is toegestaan en wordt gedaan om zichtbaar te zijn en aandacht te krijgen. Waar mogelijk worden media ingezet, zodat eigen succesvolle optredens breed gedeeld kunnen worden en de tegenstander verdacht gemaakt kan worden. Voor een politicus is ‘in beeld zijn’ doorslaggevend.
Een tweede kenmerk is dat politici denken dat door de politiek, d.w.z. de eigen werkzaamheden, de samenleving volledig stuurbaar is. Ook dat is een misvatting van de linkerhersenhelft. Dat leidt tot wetgeving met daaraan gekoppeld data verzamelen door ambtenaren, soms tot in de slaapkamer. De data worden via algoritmes en digitale technologieën verwerkt en leiden tot conclusies waar niemand meer aan durft te twijfelen. Door steeds meer gegevens te verzamelen hoopt de overheid de burgers te beschermen tegen misbruik, fraude en criminaliteit. Met als bijna onontkoombaar gevolg de mogelijkheid om misbruik maken van deze data, hetgeen al bewezen leidde tot het toeslagenschandaal en in de toekomst zal uitmonden in een jeugdbeschermingsschandaal, vanwege de vele onterechte meldingen en de niet corrigeerbare bemoeienis van slecht opgeleide onderzoekers van Veilig Thuis.
Als persoonlijke informatie verzameld wordt door de overheid maakt dat mensen kwetsbaar en wantrouwend, omdat ze voelen dat de eigenaar van de gegevens macht over hun heeft. De mensen die beschikken over de informatie ervaren macht en als ze denken dat ze moeten strijden dan zullen ze in de verleiding komen deze macht te misbruiken. De overheid gebruikt een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Iedere professional wordt geacht vermoedens van mishandeling te melden bij Veilig Thuis. Er worden volgens mensen die zich slachtoffer voelen van Veilig Thuis zoveel fouten gemaakt bij de onderzoeken, dat hele wijken met achterdocht kijken naar Veilig Thuis en de Jeugdbescherming. Hoewel Jeugdbescherming van het grootste belang is, kunnen er wel vragen gesteld worden bij de huidige gang van zaken, waarbij machtsmisbruik en wantrouwen zo op de voorgrond staan en deze instellingen nauwelijks corrigeerbaar zijn.
Scoringsdrang en denken dat de samenleving volledig stuurbaar is, leiden ook in de regering en Tweede Kamer tot wantrouwen en een vijandige debatcultuur. De coalitie houdt zich vast aan een regeerakkoord, Kamerleden worden met handen en voeten gebonden aan de fractiediscipline, waardoor de oppositie kansloos is en zijn heil zoekt in debatverruwing en persoonlijke aanvallen, hetgeen weer uitnodigt tot een tegenreactie van de regeringspartijen. De oppositie en de coalitie worden vervolgens geholpen door linkerhersenhelft aangestuurde ‘schreeuwers’ in de media, aangevoerd door columnisten die dit als verdienmodel hanteren. In de huiskamer en op de werkvloer wordt door de burgers inmiddels op dezelfde wijze stelling genomen en op elkaar gereageerd. We kunnen concluderen dat de politiek zich goed houdt en zelfs model staat m.b.t. gebod 5: stop met vertrouwen geven en stap over op machtsuitoefening om gedaan te krijgen wat je wilt.
We vertrouwen elkaar niet meer, de belastingdienst niet, Veilig Thuis niet, het openbaar ministerie niet, de rechterlijke macht niet, de inspecties niet, politici niet, journalisten niet, ga zo maar door. Vervolgens voelt de overheid zich gedwongen zwaar in te zetten op fraudebestrijding. Volgens het platform voor onderzoeksjournalistiek ‘Follow the Money’ gaat de overheid volgens de eigen privacy toezichthouders hierin te ver, waardoor de rechten en vrijheden van burgers gevaar lopen.
De overheden proberen zelf informatie achter te houden, dus journalisten en burgers maken veelvuldig gebruik van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) of de Wet open overheid (Woo). In de wetgeving is geregeld dat iedereen de overheid kan vragen om informatie. De journalist Ton F. van Dijk diende bij de Tweede Kamer een verzoek in naar het omstreden onderzoek naar oud-voorzitter Khadija Arib. Slechts 85 documenten werden vrijgegeven en 643 niet. De wet schrijft voor dat de gevraagde informatie binnen 6 weken vrijgegeven moet worden, maar het duurt vaak veel langer, in dit geval was dat een half jaar. Bitter komisch is ook dat de door de overheden gedwongen afgegeven informatie vaak voor een groot deel zwart gelakt is. Zo ontstaat er weer een nieuwe op wantrouwen gebaseerde wedloop, waarbij overheden de gewenste openbaarheid aan hun laars lappen en desnoods de door een rechter opgelegde dwangsom betalen uit de door de belastingbetaler verstrekte middelen.
Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Whapai zegt
Uitstekend artikel weer. Ik volg uw serie met veel belangstelling. Vooral ook om mogelijk ontdekkingen te doen waarin ik mijn H’s moet leren en cq afleren. Wat vertrouwen betreft is onderstaand al lange tijd mijn voorbeeld dat ik krampachtig probeer te handhaven maar wat mij, zoals u ook duidelijk maakt in dit artikel, in deze tijd niet makkelijk wordt gemaakt.
“Ik heb liever te veel vertrouwen en wordt dan een enkele keer bedrogen dan dat ik altijd wantrouwend ben. Want in het eerste geval lijd ik een ogenblik en in het tweede lijd ik voortdurend.” (Paul Gauguin).