De bodhisattvagelofte. Wat doe ik om…al het bestaande te bevrijden, de oorzaak van het lijden te verwijderen, alle dharma’s te verstaan en de boeddhaweg tot het einde te gaan? Mijn leerling Misha had al een paar keer over dit thema gesproken en hij heeft daarover ook een prachtige video gemaakt voor het klooster in Huissen. Die komt ook op onze eigen site te staan. En hij legt er de nadruk op dat het er bij het bevrijden van alle levende wezens vooral om gaat in je eigen leven zo authentiek mogelijk je eigen weg te gaan in de zorg voor wat je omringt. Hij noemt als treffend voorbeeld: de vanzelfsprekende zorg die zijn oma had voor haar land en alles wat daarbij komt kijken. Zo waren wij vorige week uiteindelijk allemaal bodhisattva’s na het horen van het verhaal van het verdwenen hondje.
Het antwoord dat ik wel eens eerder heb gegeven op die eerste vraag (Wat doe ik om…?), wordt gekenmerkt door een wonderlijke wederzijdsheid waarvan de hele bodhisattvagelofte is doordrongen. En je voelt gewoon dat dit aspect er wezenlijk in zit: Als ik mijn actie wil richten op het bevrijden van alle levende wezens, dan doe ik dat vanuit mijn ‘eigen’ bevrijd zijn. Omdat ik herken: er is alleen verbinding. Omdat wij in die verbinding worden gedragen door liefde. Dat ‘eigen’ van “‘eigen’ bevrijd zijn” wordt daarin heel betrekkelijk. Lastig te vatten. Het hangt samen met het eigenaardige gegeven dat samsara, het boeddhistische tranendal vol goed en kwaad en andere tegenstellingen, door de verlichte als nirwana wordt ervaren. De andere oever hoeft niet bereikt te worden, Die is hier, nu, dit moment. Altijd. Ook nu het coronavirus door de wereld woedt.
Wat kunnen we doen in het kader van deze schijnbare omdraaiing? Ik laat gehechtheid los (want daar zit de grootste pijn), ik volg alles wat mij de weg wijst en hoe lang dat duurt maakt niet uit. Is dat een kwestie van een oogwenk of duurt het langer dan je eigen leven? Allebei. Het probleem is dat wij denken dat we er een keer zijn, dat we er een keer vanaf zijn, dat het doel bereikt hebben en dat alles opgelost is. Maar zo is het niet. En die oogwenk dan? Die oogwenk waarin je bevrijding ervaart, kennen we allemaal. En op zo’n moment is er geen gehechtheid, ben je één met dit moment, de wegwijzer, en heb je er volkomen vrede mee dat het je hele leven duurt. En als die voorbij is, die oogwenk, dan wil je weer naar de andere oever.
Deep down willen wij allemaal dat iedereen ‘gelukkig’ is. Tot vol bewustzijn komt, het leven verstaat en authentiek zijn of haar missie vervult: het leven volledig toelaat zonder angst en met grote liefde (compassie). Deze drive is de essentie van de bodhisattva en kenmerkt alle mensen. Zij richt zich op al het bestaande. Deze diepe en gerealiseerde wens (het besef: Oh ja, het is echt waar!) leidt in een boemerangeffect tot onze eigen bevrijding. Dat klinkt moeilijk, theoretisch en onbereikbaar. Maar het tegendeel is waar:
Als ik glimlach naar het (norse) meisje aan de kassa,
glimlacht zij terug. Wat een wonder!
En dit komt steeds weer terug in allerlei opeenvolgende ‘dharma’s’, steeds weer. Want het is niet klaar met een bevrijdende ervaring. Het gaat maar door. Want het duurt echt je hele leven. Bevrijding en niet-bevrijding. Opluchting en ademnood. Leven en dood. Samsara en nirwana. ‘Doorgaan jongske’ zei de moeder van Ton Lathouwers altijd. En Soensa-nim (Seung Sahn) eindigde zijn brieven aan zijn leerlingen altijd met: ‘Only go straight, don’t know, get enlightenment and save all beings from suffering’, of vergelijkbare woorden.
Mijn schoonmoeder Marleen is afgelopen donderdagochtend overleden. En de familie vroeg mij om een levenstekst voor haar te maken. En die eindigt aldus: ‘Ze leefde haar leven zoals alleen zij dat kon doen. En zijzelf zou zeggen: Goed gedaan Marleen!’