Mijn mondkapje, hoe werkt dat? Gaat het om de binnenkant, vanwege mijn eventuele besmetting? Of gaat het om de buitenkant, die besmetting door anderen tegengaat? Of allebei? En waarom moet ik het in de trein verplicht op, terwijl de winkelier mij alleen maar dringend kan adviseren om het te dragen? Is ‘dringend advies’ liberaals voor ‘verplichting’?
Zulke vragen stel ik aan mijzelf en mijn naasten. Voor eigen gezondheidszorg heb ik normaal gesproken een basisrepertoire dat opvoeding, cultuur en samenleving mij aanreikten, samen met de medische stand en de drogist. Maar bij een bedreiging van dit kaliber voldoet het gebruikelijke repertoire niet meer.
Corona maakt bij iedereen heel wat los aan vragen en aftastende betekenisgeving. Zelfs de regering verandert per dagdeel van mening. En niet alleen over de betekenis van mondkapjes, maar ook over quarantaine, vaccinatie, lockdown, economie en onze toekomst.
Het nieuwe van de pandemie zorgt ervoor dat de zoektocht naar relevante betekenissen koortsachtig verloopt, temeer omdat de dood om de hoek staat te wachten. Er ontstaan allerlei inzichten, maar zonder veel verband. Discussiebijdragen komen van gediplomeerde deskundigen, maar nog meer van zelfbenoemde spraakmakers. Bij talkshows treffen die elkaar.
Corona herinnert eraan dat mensen sowieso nogal uitbundig zijn in het interpreteren van een nieuwe situatie. Onder druk worden we hartstochtelijke betekenisgevers. Daar zijn wereldreligies uit voortgekomen.
Verloopt alles normaal, zonder onverwachte verstoringen, dan putten we uit repertoires die we bijna automatisch toepassen. Sommige van die repertoires gebruikt iedereen, zoals wanneer we elkaar begroeten, of in het verkeer. In andere contexten concurreren tegengestelde repertoires met elkaar, zoals in de levensbeschouwing, de politiek en de wetenschap.
Doen zich nieuwe omstandigheden voor, dan vallen we eerst met zijn allen in een gat. De voorhanden repertoires bieden geen uitleg. We hebben tijd nodig om ons opnieuw te oriënteren, maar intussen ondergaan onze repertoires wel een opknapbeurt. Dat gebeurt bij maatschappelijke crises, zoals nu, maar evengoed bij ingrijpende veranderingen in het privéleven, zoals scheiding, ziekte en verlies.
Alle betekenisgeving is een kwestie van macht, en helemaal in crisistijd. Opinieleiders proberen het gedrag van anderen te bepalen. Macht is gedragsaansturing. Namens de staat doet de regering dat, via persconferenties, parlement, wetgeving en betaalde ‘influencers’. Maar waar macht zich doet gelden, duikt ook altijd een versie van vrijheid op als tegenmacht, en dus komen opiniegroepen in verzet tegen regels en tegen de staat. Het hardst roepen daarbij de betekenistoekenners die denken Corona te kunnen ontkennen: ‘waanzin!’, ‘een griepje!’. Hoogseizoen voor complottheorieën en populisme – ook manieren om gedrag aan te sturen, met een eigen repertoire.
Vraagje: hoe gaan levensbeschouwingen, al dan niet religieus, om met de nieuwe situatie? Hun woordvoerders zijn traditioneel beroepsmatige betekenisgevers, elk vanuit eigen repertoire en meestal gediplomeerd. Ze sturen gedrag aan en hebben doorgaans enige expertise in de begeleiding van crises.
Mijn indruk is dat ze zich bij deze pandemie opvallend weinig laten horen. Als je al een woordvoerder hoort, dan gaat het vooral over de toepassing van de Corona-regels. Terwijl er toch echt wel aanleidingen zijn voor zinvolle inbreng – door de dreiging op zich, maar ook vanwege morele vragen over wat in deze tijd verantwoord gedrag is. Het debat zou niet alleen over gedragsregels moeten gaan, maar vooral over de basiswaarden die daaraan ten grondslag liggen. Waarden overtuigen uiteindelijk meer dan regelgeving.
Dat de kerken al enige tijd leegliepen, draagt bij aan die relatieve stilte. Dat geldt helemaal nu alleen een select aantal gelovigen ter kerke mag. Kerkleiders zijn intussen bang dat de leegloop ‘exponentieel’ voort zal gaan – om maar eens een deskundigenterm te gebruiken.
Of zijn de mensen al veel langer bezig met een heroriëntatie van hun levensbeschouwelijke repertoire en hebben ze daar geen woordvoerders meer bij nodig? Geeft Corona het laatste duwtje?