Met een vriendin haal ik in deze coronaisolatietijd herinneringen op aan vroeger. We kennen elkaar al een mensenleven minus 20. We ontmoeten elkaar nooit fysiek maar mailen. Telefoneren doen we niet en sturen elkaar ook niets per post. We hebben een mailrelatie zogezegd. Soms jaren niet, nu wel.
Eerst deelden we gezamenlijke herinneringen, leuke dingen uit de tijd dat we samen waren, elkaar ontmoetten, elkaars omstandigheden en families leerden kennen. Weet je nog dat…? Nee, joh, dat was zo en zo. Alsof een kunstschilder met zijn penseel een doek schilderde, zo werden die herinneringen ingevuld.
Nu delen we ervaringen die we opdeden in de loop van tientallen jaren maar die we niet per se deelden. Ja, soms een kaartje als er iemand overleden was, een reactie op een stukje in de krant of situaties. Langzaamaan ontvouwen zich onze levens nu in die stukjes. Wat is er veel gebeurd. Er zijn ook goede wensen, dromen, maar dat zijn geen herinneringen maar verlangens. Naar eertijds. Een vervolg daarop. Ik merk mijn drang om elke dag meer te communiceren, voor je het weet ben je dood, denk ik dan. En is er (voor mij) niets meer te delen. Ik moet op de rem.
Door die correspondentie ben ik vreemd gaan dromen. Vannacht droomde ik dat ik ’s avonds laat nog in een grote ruimte zat te werken, iets met journalistiek. Ik was zo druk dat ik de avondmaaltijd was vergeten. Er stopt een vrachtwagentje op het terrein. Een oude vriend van mij, Frits, komt uit de wagen en rijdt in een rolstoel mijn ruimte binnen. Even later loopt hij op krukken. Hij heeft een nieuwe tekst geschreven die we bestuderen. Het wordt later en later. Frits zegt dat ik wel eens voor eten, broodjes had mogen zorgen, hij sterft van de trek, ik ook. Ik beloof beterschap voor een volgend keer. Dan klimt een derde man uit de vrachtwagen en komt de ruimte binnen. In zijn handen een metalen schaal met broodjes en beleg. Hij lacht. We gaan eten.
In deze droom worden wensen vervuld maar hoe vaak is dat niet het geval? Moet je dan maar afleren te wensen of maakt dat het leven vlak?
Alles gaat voorbij besef ik.
Moedig voorwaarts!