Het ronde zwarte gat in het vogelhuisje aan een buitenmuur van de Kloosterbunker kijkt mij eenogig duister aan. Een duivelsoog. Toen ik het kastje maanden geleden ophing was het oog vrolijk, een soort knipoog. Een paar weken gebeurde er niets, het kastje hing te hangen. Toen kwam er een koolmees die ging op het stokje aan het kastje zitten, klom op het dak en weer op het stokje stak het kopje naar binnen en vloog weg. Een paar dagen later weer bezoek van een mees, ik weet niet of het dezelfde was maar nu hing de vogel half in de kastopening. De bezoeken herhaalden zich, de vogel ging steeds verder de kast in om er uiteindelijk een minuut, twee minuten in te verblijven. Ik was blij, in en uit de kast zou er nieuw leven komen. Dacht ik.
Oude en jonge mezen hingen aan de netjes met pinda’s op het balkon. Hele oude met een grijs verenkleed. En jonkies die tegen de openstaande deur aan knalden.
In en uit het nestkastje bleef het stil. Om de paar dagen dook een oude mees de kast in, verbleef daar enkele minuten om daarna weer weg te vliegen, de pindanetjes mijdend. Zaten er nu wel of geen kuikenvogels in de kast, vroeg ik mij af. Kunnen die jongen wel zo lang zonder eten, zonder ouders. Ik meende wel eens gepiep te horen op het balkon.
Een vriendin van mij vertelde dat zij een nestkastje op een verkeerde plek aan een boom had opgehangen. De hele dag scheen de felle zon op de kast. Toen zij erin keek lagen de jonge vogels dodelijk verbrand op de bodem van de kast. Ze schaamde zich dood. Ik dacht: weten die vogels niet van zichzelf dat de kast verkeerd hangt of vertrouwen ze volledig op de goedheid van de mens? Vogels hebben toch een soort radar in de kop.
Mijn kastje hangt een beetje in het zonlicht, vangt de ochtendzon. Maar ik durf er nog niet in te kijken. Misschien later, misschien nooit. Was er maar een vogelfluisteraar die ik kon inhuren die de mezen op het balkon kon vragen onderzoek te doen naar de inhoud van de kast en dat aan de fluisteraar te vertellen zodat ook ik op de hoogte ben.
Moedig voorwaarts!
J. zegt
Joop, haal ook de pindaslingers en -netjes weg tijdens de mezenbroedtijd. De kleintjes krijgen de pinda’s nét niet doorgeslikt.
Joop Ha Hoek zegt
De kleintjes eten geen hele pinda’s, dat is door de structuur van de netjes onmogelijk, ze hakken er kleine stukjes uit. Dank voor het advies.