Twee vrouwen bewegen zich in de kamer. De ene amper, want ze heeft een agressieve vorm van ALS (Amyotrofische Lateraal Sclerose) en veel spieren worden niet meer aangestuurd door haar haperend zenuwstelsel. De ander is druk in de weer. Ze is haar partner. In dat ene woordje ligt een wereld van verschillende rollen besloten. Ze is geliefde, soulmate, hulpverlener, mantelzorgster, broeder, zuster, metgezel, huisgenoot, disgenoot. Ja, gezellig, maar haar geliefde heeft al bijna een jaar sondevoeding, want slikken kan ze al lang niet meer. En praten ook niet. Ademen gaat sinds geruime tijd alleen nog met een zuurstofmasker.
Ze vroegen of ik langs wilde komen om iets ‘spiritueels’ te zeggen over wat ik de drie V’s ben gaan noemen: Vrij blijven, Vergeving en Vertrouwen. Er zouden nog een paar mensen komen. Ik heb dat graag gedaan; vooraf reciteerden we de Hartsoetra –omarm je leven, zodat samsara nirwana wordt- en nadien de bodhisattvagelofte –ik word bevrijd door al het bestaande en omgekeerd- . Ze waren er blij mee.
Maar.
Deze dag, die ik nooit zal vergeten, ging echt niet om wat via mij gezegd werd. Daar zat ze, de ene. Daar zat ze, de andere. Gewoon, zoals het is. Bodhisattva’s pur sang. Ja, met al hun gedoe, ook onderling natuurlijk, en met al hun twijfel en onzekerheid…
Maar zoek je een Boeddha, dan zou je hun kant eens kunnen uitkijken. Het is niet de eerste keer dat ik het belang hiervan ontdek. Als je de Boeddha in de ander ontwaart, maak je dan geen zorgen over je eigen boeddhaschap. Doe je dat wel, dan zou iets je wel eens kunnen ontgaan. Herken je de Boeddha in de ander, dan herkent Boeddha Boeddha en besef je dat werken aan je eigen boeddhaschap in de grond van de zaak helemaal niet nodig is. Er is sprake van volkomen wederzijdsheid. Daar gaat de bodhisattvagelofte eigenlijk over:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Wat mij de weg wijst zal ik volgen.
Hoe lang de weg is maakt niet uit.
Volkomen wederzijdsheid. In de bodhisattvagelofte gaat het niet om een ik dat zulke mooie voornemens heeft of die zulke mooie dingen doet, maar in de eerste plaats om een ik dat bereid is om bevrijding te ‘ondergaan’. In de herkenning van de Boeddha in de ander gebeurt dat. Dit ondergaan is herkennen in liefde. Dan kan er sprake zijn van een actief bevrijdingsproces. Het gaat erom geen-zelf radicaal de overhand te gunnen.
Welnu: daar, voor mijn neus gebeurt het. Twee vrouwen die de liefdesgelofte van de bodhisattva leven, elkaar als Boeddha herkennen, zodat ik dat ook doe. De ‘bodhisattvakrijger’, zou Shantideva zeggen. De herkenning is een feest. Zoals bij de bloem die de Boeddha omhoog hield op de Gierenberg. Kashyapa glimlachte de glimlach van herkenning. En de Boeddha op zijn beurt herkende dat. Èn erkende dat door hem de naam Mahakashyapa te geven. Maar er werd niets overgedragen – het was er al.
Want de liefde is het enige wat is en wat blijvend is. Dat ‘doorgeven’ gaat niet. Dat herkennen gaat wel; dat èrkennen is in feite de inhoud van de gelofte van alle Boeddha’s en bodhisattva’s. ALS U dit leest, is zij inmiddels overleden (de illustratie toont een andere vrouw).
Marloes zegt
Prachtig Dick, dank je wel.
Marsha zegt
Wat mooi!!