Natuurmonumenten gaat minder bomen kappen. Als boskap nodig is om open landschappen zoals heidevelden te herstellen, dan wordt elke gekapte boom gecompenseerd door de aanplant van een nieuwe. Natuurmonumenten reageert daarmee op de felle publieke discussie over bomenkap die begin dit jaar losbarstte. Van allerlei kanten kwam kritiek op het kappen van bomen door natuurbeheerders als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten voor bosverjonging of het realiseren van andersoortige natuur. Zo meldt De Volkskrant.
Bij het omvormen van voormalige productiebossen naar natuurlijk bos wordt voortaan niet meer dan een halve hectare tegelijk gekapt. Voorheen was dat twee hectare. Oude laanbomen in bossen worden niet meer allemaal tegelijk omgehakt, alleen de zieke en dode exemplaren worden weggehaald.
Ik heb me als natuurliefhebber altijd verbaasd over de enorme aantallen op elkaar gestapelde in stukken gezaagde boomstammen in onze bossen, wachtend op transport. En vroeg me altijd af waarom die bomen waren omgezaagd. Ik begrijp heus wel dat als er te veel bomen naast elkaar in een bos staan de beheerder denkt: laat ik er maar een zootje kappen, dat geeft lucht en ruimte. (En geld in de knip). De vraag is of zo’n bos dat zelf niet regelt. Hier in de Kloosterbunker gaan ook planten dood omdat de omstandigheden niet goed zijn. En ik voel me ook wel eens een dag wat minder.
Mijn moeder Grietje sprak vaak over bomenhaters. Mensen die geen enkele respect hebben voor het leven van bomen. Zij liet nooit een boom kappen en zo ontstond in de loop der jaren een heel bos in haar stadstuin. Met alle dieren die daar bij horen. Ik zeg niet dat de mensen van Natuurmonumenten bomenhaters zijn, maar vind het wel opvallend dat slechts een enquête voldoende is om de boskap te verminderen. Nederland heeft de minste bossen van de Europese landen, al lijkt het vaak anders.
Bij mijn vriendin, de kleindochter van een Nederlandse zeevisser, in de laan waarlangs zij woont, zijn er ook al veel bomen verdwenen. Voorheen waren er nog veel onbebouwde stukken grond maar die zijn nu verkocht en bebouwd en prachtige bomen legden het loodje. Maar ook bestaande bomen op de percelen grond die bij bestaande huizen horen, gaan eraan. Er zijn altijd wel mensen die last hebben van nootjes, eikels, dwarrelende bladeren of takken die het zicht ontnemen en hup, daar gaat de boom tegen de vlakte. In het buitenlandse dorp waar zij woont wordt er ook onderscheid gemaakt tussen beschermde en gewoon te kappen bomen. De bomen vragen niet om die bescherming, die is door mensen in het leven geroepen. Er zijn nog maar weinig bomen in de dreef die vroeger bekend stond als het mooiste laantje in het dorp.
Hier tegenover de Kloosterbunker is een oude boom aan het sterven. De helft van de enorme boom is al dood, uit de stam groeien zwammen. De oorzaak is waarschijnlijk gelegen in de drainage en afvoeren van het hemelwater in de grond waarin de boom staat. Vorig jaar hebben tuinlieden er een zooi zwarte grond op gestort, om de kuilen weg te werken. In Bunkerstad is het beleid dat bomen gewoon dood mogen gaan en dat er nauwelijks ingegrepen wordt. Buren in de Bunkerappartementen hebben al gebeld en brieven geschreven naar de baas van de bomen, maar dat hielp niet.
Dikke kale takken van de stervende boom richten zich hemelwaarts alsof ze de Heer van de schepping om aandacht en genade vragen. Maar die geeft niet thuis. Bertus de kraai of kauw en spechten en soms een grote Alexander papagaai wonen in de halfdode boom. Geen blad meer die ze het zicht ontneemt. Het klinkt raar en ik vraag vergiffenis: maar het is een prachtig gezicht- die vergankelijkheid. De schreeuw van de boom om te leven- die niet gehoord wordt.
Moedig voorwaarts!
Piet Nusteleijn zegt
Een hartekreet van een boomschreeuw.
Dick zegt
Als natuurbeheerder (en laten we wel zijn, Nederland is één groot park, daar is niks natuurlijks aan) kun je 2 dingen doen; of alles, inclusief exoceten, ongebreideld laten groeien waardoor er een monocultuur ontstaat gebaseerd op het recht van de sterkte, of dat een beetje managen waardoor kwetsbare soorten ook een kans krijgen om voet aan de grond te krijgen. Wel eens in een dennenbos geweest? Wat een saaie, donkere boel. Geen enkel bodemleven.