Ik weet niet of het typisch Rotterdams is, maar in Bunkerstad kunnen ze er wat van. Je kunt er geen andere Bunkerstadbewoner tegen komen of hij bijt zich verbaal aan je vast en begint een gesprek. Het maakt niet uit wat het onderwerp is, het weer, je oma, je levensstijl enzovoort.
Vandaag was ik vanwege de hitte in het bos, zat er op het terras van De Eekhoorn, en naast me begon een man met me te praten. Over Japan, Rusland, de droogte. Hij vroeg: Ken ik u niet van de tv? Ik ontkende dat. Toen de zon mijn haren begon te verschroeien, klapte hij ongevraagd een enorme parasol uit en vervolgde het gesprek. Nog een prettige voortzetting, hè, zei hij toen ik vertrok.
In een oude ijzerzaak- nee, geen oudijzerzaak, waar ik een spuitbusje wilde kopen om een vastgelopen ventilator weer aan de praat te krijgen, van het zelfde laken een pak. Een klant sprak een half uur lang met de bediende over de droogte in de Ardèche. Niemand maakte aanstalten de verteller te onderbreken. Je moet geen haast hebben in Bunkerstad, maar dat geouwehoer met en over elkaar bevalt me wel. Ik vind het een vorm van juiste spraak en handelen die mensen verenigt. Rust in het jachtige leven. Humor geneest. Da’s mooi.
Moedig voorwaarts!
Poldermick zegt
goed stuk Joop