In de serie Tweespraak praten Rob en Luuk over een actueel onderwerp. Vandaag is het thema ‘wantrouwen’.
Luuk: Er zijn 170 miljoen bewakingscamera’s in China. En als het aan de overheid ligt, moeten dat er in 2020 zelfs 570 miljoen zijn. Dat komt neer op een camera per twee inwoners. Er wordt een database ontwikkeld, zodat de overheid binnen enkele seconden op basis van gezichtsherkenning weet met wie ze te doen hebben.
Iemand loopt voor de derde keer door een rood stoplicht, centraal wordt dit bekend en de persoon krijgt een waarschuwing. Na vijf keer krijgt hij de mededeling dat hij niet meer in aanmerking komt voor leningen bij de bank. Zo werkt het dus nu al in sommige gemeenten van dit Hemelse land. Mocht de persoon doorgaan met regel-overtredend gedrag, dan zullen er verdere consequenties volgen, zoals het verliezen van stemrecht of niet meer mogen solliciteren bij de overheid.
In Nederland zal dit waarschijnlijk niet ingevoerd kunnen worden, daar zijn we te rebels voor. Misschien als kunstmatig intelligente robots de regie hebben over genomen en de mens een positie heeft die vergelijkbaar is met een huisdier nu. ‘Kijk eens wat een leuke kunstjes ik mijn mens heb geleerd.’
Hier gebruikt de wijkverpleging een “5-minutenregistratie”. Niemand die het wil, maar toch is het bedacht en ingevoerd. De ‘Stopwatchzorg’ is het hart van de bedrijfsvoering van thuiszorgaanbieders, op basis waarvan ze declareren bij zorgverzekeraars en zich verantwoorden bij de toezichthouders.
Rob: De rechtvaardiging voor deze controlezucht is naar ik meen het vergroten van de efficiëntie. Als het etiket efficiënt wordt gebruikt zou daar uit af te leiden zijn dat de manier van werken van de werknemer het probleem is. De werknemer krijgt zo het idee dat zijn of haar werk niet naar behoren is. Hij kan tot de conclusie komen dat hij niet goed functioneert.
Een instelling heeft dus een bedrijfsprobleem, doordat een te klein budget is toegewezen. Dit wordt vervolgens afgewenteld op de individuele werknemer die efficiënter dient te werken. Een probleem van de organisatie wordt opgelost door de individuele werknemer te controleren. De werknemer moet allerlei papieren invullen om te beoordelen of hij geen tijd verspilt en alles wel gedaan heeft volgens het vastgestelde protocol.
Enerzijds vind ik dit een gemeen spel naar de werknemer en anderzijds is de benadering naar de werknemer er één vanuit wantrouwen. Dit demotiveert en zet eventueel tot heimelijke of openlijke rebellie aan. Uiteindelijk is de kans groot dat de houding wordt ‘ieder voor zich’. Het wordt moeilijk om met liefde te kunnen blijven werken.
Daarnaast kost al het ‘controlewerk’ veel tijd, soms wel een derde of meer van de beschikbare tijd. Misschien wel goed betaalde activiteiten, maar ervaren als nutteloos, waardoor de kwaliteit van het werk zal inboeten. Veel mensen in de zorg- en onderwijssector zijn van zichzelf gemotiveerd tot het geven van kwalitatieve zorg. Er is dus een probleem gecreëerd.
Dat de werknemer met wantrouwen benaderd wordt, zegt vermoedelijk iets over de uiteindelijke opdrachtgever ( zorgverzekeraar, overheid, politiek, bestuur). Deze instellingen werken veelal vanuit macht, omdat ze in meer of mindere mate hun vertrouwen in verbondenheid opgegeven hebben. Mensen zien de wereld niet zoals die is, maar hoe ze zelf zijn. Het gevolg is minder motivatie, ziekteverzuim en burn-out, hetgeen weer een rechtvaardiging is om met macht de werknemer te benaderen.
Luuk: Jij praat over vertrouwen en verbondenheid. Voor technocraten staat dat gelijk aan chaos en ze streven naar orde. Ik zie al een vergadering voor me van kwaliteitsfunctionarissen van zorgverzekeraars en ze hebben ‘vertrouwen’ op de agenda staan. Dan zullen ze zo snel mogelijk met een operationalisatie daarvan komen. Bijvoorbeeld, binnen 2 weken moet er een behandelingsplan zijn, dat doorgenomen is met de patiënt en door deze akkoord verklaard is. Zo is van chaos ( vertrouwen, verbondenheid), orde (meten) gemaakt. De professional moet meten, zijn gegevens insturen en afwachten of de zorgverzekeraar tevreden is. Anders krijgt hij niet (alles) uitbetaald. Op deze manier wordt kwaliteitsbeleid omgezet in meetbare kenmerken. Terwijl zorg en onderwijs niet te kwantificeren zijn. Overal de prijs van weten, maar van niets de waarde, dichtte Oscar Wilde.
Grote instellingen ( GGZ, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen) promoten zelf vaak kwaliteitsregels, genoemd wordt daarbij kwaliteitsverbetering, maar het gaat om macht. De grote jongens kunnen de strenge regels makkelijk hanteren, maar voor de kleinere is het een molensteen. Jij bent jarenlang een zelfstandig psychotherapeut geweest. Door steeds uitgebreidere kwaliteitseisen maken ze het de één-pitter moeilijk. Kom maar bij ons, zeggen de grote instellingen. Het gaat hun tenslotte om de geldstroom. Banken hebben geld geïnvesteerd, de instelling is onderpand. De beheerder en de bank willen grip houden. Kwaliteitsregels kunnen daar voor gebruikt worden. Waar blijf je dan met liefde en vertrouwen.
Rob: Je gebruikt de termen chaos versus orde. Zo bekijkt de beheerder de situatie. Zij geloven dat processen tussen mensen, die volgens mij vertrouwen verdienen, chaotisch zijn. Door wat vertrouwen verdient met wantrouwen te benaderen, middels het uitoefenen van controle, doet juist chaos ontstaan.
Dat we van nature verbonden zijn en geneigd zijn van daar uit te handelen, ware het niet dat we allerlei geloven ontwikkeld hebben die ons uit het besef halen van verbondenheid.
Luuk: ‘Follow the money’, we hebben het over grote financiële belangen. De zorg- en onderwijsprofessionals komen hoe langer hoe meer onder curatele te staan. Niet via bewakingscamera’s, je mag zelf de lijsten en protocollen invullen.
Piet Nusteleijn zegt
Het draait niet alleen om vertrouwen cq. wantrouwen.
Het is meer; “Veel voor zo weinig mogelijk”. Winstmaximalisatie. Kapitalisme.
Daar draait het om. En ook om het uit het oog verliezen van de menselijke maat…en om macht en onmacht.
Veel mensen krijgen te weinig betaald voor hun werk. Veel mensen krijgen te veel geld voor hun werk.
Al met al is het beeld dat terecht wordt geschetst in deze tweespraak wel zorgelijk. Het geeft niet de indruk dat we het leven vieren.
Met groet.