Vandaag is het World Right to Die Day. Wereldwijd staan we dan stil bij de strijd om het recht op een waardig en zelfgekozen levenseinde. Relevant, het opinie- en ledenmagazine van de NVVE (ruim 177.000 leden), inventariseerde de mondiale stand van zaken. Centrale conclusie: Nederland is – samen met België – nog altijd een voorbeeldland.
De inventarisatie laat zien dat er in veel landen langzaam beweging komt op het gebied van het zelfgekozen levenseinde, ook in landen waar dit onderwerp tot voor kort taboe was. Dit wil niet zeggen dat er grote stappen worden gezet. Als er ergens al iets gebeurt, is de voorwaarde meestal dat de mens die om hulp vraagt om te sterven terminaal ziek is. In Nederland en België hoeft dat niet het geval te zijn. Bovendien is in deze twee landen euthanasie bij lijden aan een psychische aandoening mogelijk.
Vooral hulp bij zelfdoding
Om nog een andere reden is de euthanasiewetgeving in Nederland (samen met die van België) redelijk uniek: artsen mogen hier onder strikte voorwaarden actief het leven van een patiënt beëindigen door een injectie te geven. Vrijwel overal waar ‘iets’ is geregeld of er voorstellen daartoe zijn, gaat het om hulp bij zelfdoding. Dat wil zeggen: het aanreiken van een middel waarmee iemand zelf een einde aan het leven kan maken. In andere landen is zelfs dat een brug te ver; ontwikkelingen blijven daar beperkt tot palliatieve sedatie (bewustzijn verlagen om het lijden te verlichten) of de mogelijkheid levensverlengende behandelingen te weigeren.
De inventarisatie in Relevant laat zien dat er over de landen in het Midden-Oosten en Afrika het minst te melden is. Uitzonderingen zijn er echter wel. In Israël is het in sommige gevallen toegestaan om levensverlengende behandelingen te weigeren of te stoppen. In Zimbabwe en Zuid-Afrika zijn bovendien voorzichtige ontwikkelingen zichtbaar. Ook in Azië zijn we snel klaar: in China mogen in de stad Shentzen sinds kort bepaalde levensverlengende behandelingen worden geweigerd. In Zuid-Korea is een begin gemaakt met een wetsvoorstel dat hulp bij zelfdoding toestaat aan terminale patiënten, maar euthanasie wordt niet gelegaliseerd. Ook in Japan is het pad naar wetgeving nog niet gevonden.
Pil van Drion
Met Nederlandse ogen naar de rest van de wereld gekeken, spreekt de Amerikaanse staat Oregon tot de verbeelding. Terminale patiënten mogen daar als zij naar verwachting nog maar zes maanden te leven hebben, aan een arts om een middel vragen dat op een zelf gewenst moment kan worden ingenomen. Het doet denken aan de ‘Pil van Drion’. Veel mensen zien het kunnen beschikken over zo’n pil – ook als iemand niet ziek is, dus hier gaat de vergelijking mank – als de ultieme vorm van zelfbeschikking.
Opvallend is de situatie in Zuid-Amerika, een continent dat bekend staat als zeer katholiek. Toch is in Colombia en Ecuador euthanasie toegestaan, overigens zonder dat dit bij wet is vastgelegd. Uruguay staat op de drempel om als eerste land in Zuid-Amerika wetgeving voor medische hulp bij zelfdoding in te voeren, nu in oktober 2025 na het Lagerhuis ook de Senaat instemde met een wetsvoorstel.
Lappendeken Europa
In de landen van Europa zien we tot slot een lappendeken aan wet- en regelgeving, die er van land tot land steeds iets of heel anders uitziet. Als we inzoomen valt wel op dat de laatste jaren vormen van levensbeëindiging bespreekbaar zijn geworden in landen waar je dat niet direct van zou verwachten, zoals Spanje, Portugal en Italië. In Scandinavische landen, waarvan vaak wordt gedacht dat ze op ons lijken, blijft euthanasie strikt verboden.
Bron artikel in Relevant. Zie voor meer gedetailleerde informatie het volledige artikel in Relevant.


Geef een reactie