De auto kwam recht op me af. Opeens werd het zwart voor mijn ogen. Tijdens die bewusteloosheid, of wat het ook was, trad ik uit mijn lijf. Ik kon niets bewegen en mijn ogen niet openen maar ik zag alles. Ik ging door een soort tunnel en ik zag een heel mooi iets, een licht of zo. Ik kan het niet beschrijven. Zo veilig en rustig. Ik voelde me supergelukkig. Alles was ik en ik was toch mezelf. Ik kon over de grens gaan, maar dan kon ik niet meer terug. Ik voelde het intense verdriet van mijn moeder. Als ik verderga komt mijn moeder er nooit meer overheen, wist ik. Ik kon haar energie voelen op het moment dat zij te horen zou krijgen dat ik er niet meer zou zijn. Nou, dat wil je niet meemaken.
Cindy Wielders, 32 jaar, Bijna-dood ervaring na auto-ongeluk in 1994 op 17-jarige leeftijd
Ik kwam in een tunnel van licht. Er was niemand die zei: je moet terug. Maar ik voelde zelf: Het is nog niet klaar. Ik wilde hier gewoon nog zijn.
Paul Derks, 49 jaar, kapper. Bijna-dood ervaring ten tijde van kankerbehandeling in 1980 op 19-jarige leeftijd.
Ik lag in coma. Ik voelde dat ik een bepaalde grens overschreden had, die ik identificeer als de dood; waarin ik me gek genoeg meer levend voelde dan in mijn normale “fysieke” leven. Er is toen heel veel informatie tot mij gekomen. Daarna ben ik anders tegen het leven aan gaan kijken. Mijn vriendjes dachten aan voetbal, ik dacht na over de zin van het leven.
Bart Sikkens, 39 jaar. Bijna-dood ervaring na fietsongeluk in 1976 op 5-jarige leeftijd.
Ik wist gelijk dat er iets heel bijzonders gebeurde. Ik was glashelder. Ik ging uit mijn hoofd. Het licht was boven je, onder je. Ik weet niet hoelang ik daar was. Maar op een gegeven moment wist ik dat ik terug moest. Toen ben ik teruggegaan in mijn hoofd, in mijn lichaam. En gelijk zat ik weer vol “met puin”. Je kunt deze ervaring niet in aardse woorden, beelden vatten. Onmogelijk.
Joke Endedijk, 60 jaar. Bijna-dood ervaring na griepaanval in 1997 op 47-jarige leeftijd.
Op vrijdag 16 juni 2017 vertoont het boeddhistisch centrum Ehipassiko in Deurne, Vlaanderen, de film “Eindeloos bewustzijn”. In deze film worden een aantal bijna-dood ervaringen van mensen onderzocht. Angst voor de dood verdwijnt bij deze mensen vermits ze de continuïteit van het bewustzijn ervaren. Dood blijkt niet dood te zijn. Deze film werd eerder vertoond in Ehipassiko in januari 2014.
In 2007 publiceerde cardioloog Pim van Lommel zijn boek Eindeloos Bewustzijn. Het resultaat van twintig jaar wetenschappelijk onderzoek naar de ervaringen van mensen die klinisch dood waren en een bijna-doodervaring meemaakten. Een ingrijpende gebeurtenis die bij sommigen de manier waarop ze over leven en dood denken radicaal verandert.
In de film wordt aan de hand van getuigenissen van vier zeer verschillende mensen verkend hoezeer een bijna-doodervaring iemands leven verandert. Hoewel deze mensen ieder hun eigen unieke ervaring hebben beleefd, zijn er aspecten die ze met elkaar delen: ze zijn minder bang voor de dood, tonen minder interesse voor uiterlijke en materiële zaken en ze voelen zich één met de natuur. Het verandert mensen blijvend.
Daarnaast zien we onder andere Van Lommel, moraaltheoloog Carlo Leget en Raymond Moody, de Amerikaanse psycholoog en filosoof die in 1975 de bijna-doodervaring in de openbaarheid bracht met zijn bestseller Life After Death.
Naschrift van Joop Hoek.
In de zomer van 2004 stierf Ronald*. Ik was enkele maanden zijn buddy, om het hem mogelijk maken thuis dood te gaan. In de dagen en nachten dat ik bij hem was voerden we diepgaande gesprekken over leven en dood, tot hij niet meer kon spreken. Ik kende Ronald toen al enkele jaren, had hem als journalist ontmoet en zijn verhalen over zijn lidmaatschap van Gladio (Het Zwaard), een geheim door de Nederlandse regering opgericht ondergronds leger van verzetsmensen die in geval van oorlog de vijand te lijf moesten gaan, opgetekend. Om zijn verhalen kracht bij te zetten toonde Ronald mij vuurwapens en documenten. Ronald was als geheim agent geselecteerd, zo vertelde hij mij, vanwege zijn diensttijd bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Hij vertelde mij ook gevochten te hebben in Indië en daar tientallen mensen te hebben vermoord. Verder was hij betrokken bij vele andere acties, was lid geweest van de geheime dienst van het Vaticaan en zo meer.
Hij maakte kennis met Pim van Lommel die die bijna-doodervaring van Ronald op waarheid onderzocht en ze publiceerde in zijn boek ‘Eindeloos bewustzijn’. Ronald vertelde daarin hoe hij in dat voorportaal van de dood zijn tientallen slachtoffers ontmoette en daarop terugkeerde in zijn gewone aardse bestaan om anderen te kunnen vertellen over zijn bijna-doodervaring.
De contacten tussen Van Lommel en Ronald leidden tot een tsunami van binnen-en buitenlandse filmploegen bij hem thuis om hem te horen over zijn bijna-doodervaring. Ronald werd als getuige wereldberoemd en werd ogenschijnlijk het paradepaard van Van Lommel. Op een dag stierf Ronald dan echt en werd met militaire eer door de vereniging oud-KNIL-militairen en het blazen van de Last Post uitgeleide gedaan.
Bijna een jaar lang heb ik het verleden van Ronald na zijn overlijden onderzocht. Hij bleek een grote fantast en oplichter die met zijn verhalen indruk wilde maken op zijn omgeving. Hij was nooit in Indië geweest en had nooit gediend bij het Korps Commandotroepen. Ronald had lidmaatschapskaarten van militaire organisaties achterover gedrukt en er zijn eigen naam op gezet. Ik onderzocht zijn lidmaatschap van Gladio en ook dat was fake. Het relaas over zijn bijna-doodervaring met de tientallen dodelijke slachtoffers aan Van Lommel was gelogen, gefantaseerd, en de cardioloog was daar mooi ingestonken.
Ik heb van Van Lommel geëist dat hij het relaas van Ronald uit zijn boek moest verwijderen, deed hij dat niet dan zou ik bekend maken dat Ronald -met naam en toenaam- een doodordinaire oplichter was, een fantast die hem mooi om de vinger had gewonden, zijn bewijsvoering over bijna-doodervaringen aan diggelen hielp. Het is dus mogelijk om een bijna-doodervaring te faken, bij elkaar te liegen. Ik lichtte ook de tv-producenten, die maar om interviews met Ronald bleven zeuren, in om weg te blijven. Dat deden ze.
Het zou prettig zijn als de kijkers naar deze film mijn notities in aanmerking nemen. Bijna-dood is niet altijd bijna-dood. Geloof niet alles wat je ziet of hoort of waarneemt. Onze hersenen zijn vreemde kronkels en leveren ons de meest krankzinnige ervaringen op die we soms als juist ervaren.
Overigens was Ronald een zeer aimabel mens, hij had het helemaal niet nodig om belangrijker over te komen dan hij was. Na zijn dood heeft niemand meer wat van hem gehoord.
G.J. Smeets zegt
Joop, wat heeft Van Lommel je laten weten nadat je hem de feiten hebt voorgelegd?
paul zegt
Interessant verhaal! (Blijft wel de vraag of die andere door van Lommel opgetekende verhalen waar zijn of niet…)
Carla zegt
Indrukwekkend verhaal Joop. En juist vanwege die onnavolgbare kronkels die onze hersenen kunnen produceren, wordt het woord ‘waarheid’ zwak.
Het is dus maar de vraag of de hier genoemde Ronald heeft ‘gelogen’.
Zou het niet ook mogelijk zijn geweest dat zijn belevingswereld zich vertaalde in woorden die als onderbouwing voor de eigen ‘waarheid’ van van Lommel ( die op zijn beurt wellicht ook zijn eigen kronkels heeft ) grond hebben gevonden om te ontkiemen?
Stefan zegt
Leestip: Kevin Nelson, De Goddelijke Hersenstam. Een neuroloog verklaart bijna-doodervaringen.
(Oorspr. titel: The Spiritual Doorway in the Brain; a Neurologist’s Search for the God Experience).
Een recensie die ik in 2011 over dit boek schreef:
De suggestie op het cover van het boek, dat Nelson de bijna-doodervaring (BDE) verklaard zou hebben, is een pretentie die deze integere wetenschapper verre van zich werpt. Nelson stelt expliciet dat we nog maar aan het begin staan van antwoorden op het hoe van BDE en spirituele ervaringen in het algemeen. Typerend is dat Nelson in zijn boek teruggrijpt op de ‘grootmeester’ in de beschrijving van deze verschijnselen: de Amerikaanse psycholoog en filosoof William James en zijn boek The Varieties of Religious Experience, nota bene van 1902. Want behoudens een boekje van de Nederlands-Amerikaanse filosoof Frits Staal, Exploring Mysticism (1974), is er weinig te vinden over wetenschappelijke benaderingen van spirituele ervaringen.
Ondanks wetenschappelijke bescheidenheid, levert Nelson een samenvatting van onderzoeksresultaten die wel degelijk belangrijke aspecten van BDE verhelderen. Bekende zaken zoals de tunnelervaring, het zien van licht, buitenlichamelijke ervaring, het ontmoeten van overleden bekenden en het enorm indrukwekkende realiteitsgehalte van deze ervaringen, voor al deze belevingen geeft Nelson een beschrijving van de onderliggende fysieke (hersen-)
processen. Hij maakt daarbij subtiel onderscheid tussen het hoe en waarom van de gebeurtenissen, en de betekenis en effecten van deze ervaringen voor degene die ze ondergaat. Juist op dit onderscheid ligt de grote gevoeligheid van het onderzoeksonderwerp. Nelson is zich daar zeer bewust van: “Ik verwacht dat mijn onderzoek controversieel zal blijven. Aan de ene kant is het verband dat ik heb gelegd tussen REM en de bijna-doodervaring onwelkom bij mensen die dergelijke ervaringen beschouwen als een openbaring van het hiernamaals of als het bewijs van een onderliggend bewustzijnsveld of het bestaan van God. In de ogen van deze mensen brengt mijn onderzoek bijna-doodervaringen gevaarlijk dicht in de buurt van dromen – dus te dicht bij ervaringen zonder werkelijkheidswaarde. Aan de andere kant is mijn onderzoek ook een bron van ergernis voor verstokte atheïsten, omdat het spiritualiteit onverbrekelijk in verband brengt met wat het betekent om een mens te zijn, en tot een integrerend deel maakt van ons allemaal, ongeacht of onze rationele hersenen dit al of niet kunnen waarderen.”
En passant maakt hij een paar zeer kritische, zo niet vernietigende opmerkingen aan het adres van Pim van Lommel en diens boek Eindeloos Bewustzijn. Hij laat zien dat Van Lommel in zijn onderzoek als cardioloog de plank flink misslaat als hij zich op het terrein van de neuroloog begeeft. Het aardige is overigens wel dat beide heren juist door de indrukwekkende getuigenissen van hun patiënten tot het onderzoek naar het fenomeen Bijna-doodervaring zijn gekomen. Het boek van Nelson is beslist een gedegen en een zeer genuanceerde mijlpaal voor geïnteresseerden in dat onderzoek. Het verdient bovendien een veel breder publiek, want zoals hij terecht stelt: “Uiteindelijk is begrip van de neurologische grondslag van spiritualiteit nodig voor de hedendaags begrip van wat het betekent om mens te zijn”.