Geweldloosheid en mededogen zijn boeddhistische deugden. Rituele dierenbevrijding – tse thar in het Tibetaans – is als actief geleefde overtuiging vooral bij de Tibetanen geliefd. Ook bij westerse boeddhisten vindt dit gebruik in toenemende mate navolging. Maar wat is de waarde ervan voor de bevrijde dieren? Een licht bewerkte vertaling uit Buddhismus aktuell, de kwartaaluitgave van de Deutsche Buddhistische Union (DBU).
Als zijnde uit een andere tijd, werken de in donkerrode gewaden geklede Tibetaanse monniken in de haven midden in Los Angeles. Zittend voor een betonnen aquarium reciteren ze gebeden, waarbij ze hun concentratie niet laten verstoren door fotograferende toeschouwers. Westerse leerlingen vangen met netten vissen uit het aquarium en laten de dieren vrij in de zee. Het geld voor de visaankoop komt van iedereen die deel wil uitmaken van de ceremonie, die ongeveer twee uur duurt. De organisator is zich bewust van het gevaar van commercialisering van het ritueel. Op de site van het boeddhistische centrum is vermeld: ‘Gelieve de visverkopers in de haven niet voortijdig te benaderen, zodat er voor de vrijlating geen extra vissen worden gevangen.’
De oorsprong van het ritueel, dat ooit een bloederige dierenofferande verving, ligt in de preboeddhistische tijd. Tegenwoordig wordt doorgaans aan vissen, vogels, krabben en schildpadden vrijheid geboden. Het redden van slachtdieren is ook geliefd. Zelfs op straat levende dieren worden in de reddingsactiviteiten betrokken, omdat vele boeddhistische organisaties inmiddels moderne dierenbeschermingsprogramma’s hebben opgenomen in hun activiteitenaanbod. Zo ontmoeten Oost en West elkaar soms in een succesvolle synthese. Ziekten en overlijdensgevallen zijn redenen voor het vrijkopen van dieren. Bovendien moeten een gunstige wedergeboorte, rijkdom en geborgenheid voor de hooggeachte leraar worden gerealiseerd of ongunstige astrologische constellaties worden afgewend.
Met de expansie van het boeddhisme naar het Westen wordt de rituele dierenbevrijding in de moderne wereld steeds geliefder – niets doet de karmische verdiensten van een mens zo veel toenemen als het redden van enig leven, zo menen de Tibetanen. Niet altijd staat daarbij het welzijn van de dieren op de voorgrond. In een visspeciaalzaak in Bern wachten wormen en larven opeengepakt in kleine plastic bakken op hun eindbestemming als visaas. Een aantal ervan heeft vandaag echter een ongebruikelijke bestemming. Op initiatief van hun Tibetaanse lama zullen enkele Zwitserse boeddhisten deze wezentjes vrijlaten, een uur later zoeken zij zich in het bos een weg in de bodem. Niemand heeft zich voor de ceremonie afgevraagd of een leven in de vrije natuur wel passend is voor deze dieren. Daardoor blijft het onduidelijk hoeveel van de vrijgelaten wormen binnen korte tijd in de maag van een hongerige vogel terechtkomen.
De dierenwereld is binnen het Tibetaans boeddhisme een van de zes bestaanssferen waarin een mens herboren kan worden, maar alleen als mens is bevrijding uit de kringloop van wedergeboorten mogelijk. Ondanks kleine verschillen in waarde zijn mens en dier in gelijke mate in staat tot verlossing. Dieren worden beschouwd als voelende wezens en kunnen lijden, en de bejegening van dierlijke wezens laat karmische sporen na. In een groot aantal boeddhistische teksten wordt het daarom aangemoedigd om af te zien van dierconsumptie. De minderheid van de boeddhisten is echter vegetariër. In Tibet levende boeddhisten lossen dit dagelijkse conflict op door het slachten van dieren aan moslims over te laten. Zij verkopen ook te bevrijden dieren.
Moderne ontwerpers van de Tibetaanse nomadische economie is tse thar een doorn in het oog. Zo’n acht tot tien procent van de kudden betreft ritueel bevrijde dieren, die het schaarse weideland afgrazen zonder dat ze economische waarde hebben. In geval van conflicten tussen spiritualiteit en rationaliteit is het echter toegestaan de tse thar-status van een oud dier op een jong exemplaar over te dragen. Niets staat het slachten van de ‘ontwijde’ dieren dan nog in de weg. ‘Het tse thar-ritueel is een goede zaak, vind ik’, aldus een Tibetaan, ‘maar onthouding van dierconsumptie zou nog beter zijn. Dat spaart meer dierenlevens.’ Een onder boeddhisten omstreden thema. De idee leeft zelfs dat een dier waarvan vlees door een spiritueel hoogontwikkelde lama wordt gegeten en dat daarbij wordt gezegend, spontaan bevrijding ten deel valt.
Hoever reikt de verantwoordelijkheid van een boeddhist voor het welzijn van de door hem of haar vrijgelaten dieren? Aan het overleven van ritueel bevrijde dieren wordt in het Tibetaans boeddhisme grote waarde toegekend. Zo menen de Tibetanen dat de door een mens veroorzaakte dood van een tse thar-dier karmisch gezien overeenkomt met het doden van honderd mensen. In de praktijk wordt bij het voltrekken van het ritueel echter vaak de dood van dieren als zodanig aanvaard. Met een formulering als ‘Het gaat vooral om de intentie’, onttrekt een Tibetaanse zich aan de verantwoordelijkheid. Bij gedachteloos verrichte tse thar veroorzaakt de uitvoerende vrijwel direct de dood van vrijgelaten dieren. Onvermijdelijk dringt zich hierbij de vraag op of tse thar-rituelen voor velen een soort compensatie zijn voor een dagelijks slechts half geleefd boeddhisme. De vergelijking met de katholieke biecht of een verzoening zoekend ritueel tekent zich af.
Aan niemand is precies bekend hoeveel dieren hun vrijlating werkelijk overleven; uitgaan van een hoge mate van verlies lijkt reëel. Door de toenemende commercialisering van het gebruik neemt het aantal gefokte of in het wild gevangen dieren toe. Boeddhistische organisaties geven bestellingen op. Jagers richten zich op de jacht naar de gewenste dieren. Tussenhandelaren verkopen de dieren vervolgens aan boeddhisten, die ze vrijlaten, terwijl jagers erop wachten deze dieren weer te vangen. Negentig procent van de vogels verliezen zo het leven. Een instrumentalisering van dieren voor het verkrijgen van spirituele verdiensten van mensen en een economisering van religieuze gebruiken? Niet zelden worden dieren die in een hun niet-eigen omgeving worden vrijgelaten zo een gevaar voor het lokale ecosysteem en verdringen ze inheemse soorten. Enkele regeringen zien zich daardoor genoodzaakt een verbod in te stellen.
Een gier cirkelt eenzaam in de wolkeloze lucht boven Gangtok, de hoofdstad van Sikkim. Tibetaanse monniken treffen in een klooster voorbereidingen voor de crematie van een recent overleden lama. De uit Los Angeles afkomstige lama Gyatso laat treurenden achter in de hele wereld. Enige van de vele deelnemers zijn speciaal uit de Verenigde Staten en uit Zwitserland hiernaartoe gekomen.
In een Zwitserse weide graast, omringd door haar kudde, een Jersey-koe. Aan een gelukkig toeval en aan het overlijden van lama Gyatso heeft Zandora haar voortleven te danken. Het moment voor het slachten was al vastgesteld. Maar een lid van de boerenfamilie waaraan Zandora toebehoorde, voelde een speciale verbondenheid met het dier. De vrouw verzocht bij een dierenbeschermingsvereniging om een plaats in een van de weinige Zwitserse dierenasielen. Tegelijkertijd wendden leerlingen van de zojuist overleden lama zich, in een zoektocht naar een ritueel te redden dier, tot hetzelfde asiel. Een succesvolle dierenbevrijding, die een jarenlange betrekking behelst – een koe wordt niet zelden ouder dan twintig jaar.
Volgens boeddhistische inzichten bepaalt de toestand van de geest tijdens het sterven verregaand de wedergeboorte. Als een wezen wordt gedood, dan kent de geest op dat moment angst en verwarring; geen positief uitgangspunt voor een gunstige wedergeboorte. Tse thar-dieren worden in een volgend leven echter boeddhist, naar Tibetaans idee. Liggen daarmee de spirituele ontwikkelings- en bevrijdingsmogelijkheden van de dieren in mensenhanden?
Vaststaat dat alleen goed doordachte bevrijdingen, waarbij de dieren na zorgvuldig onderzoek óf in een voor hen passend ecosysteem vrijgelaten worden óf levenslange menselijke bescherming wordt geboden, werkelijk zinvol zijn voor de betreffende dieren. Dit vereist kennis of hulp van deskundigen. Anders wacht vele vrijgelaten dieren een veel wredere dood dan in gevangenschap. De hieraan verbonden karmische verdiensten voor de hierbij betrokken personen mogen mede in twijfel worden getrokken.
108 Yaks – A journey of love and freedom.
Vertaling Ine van Schaik, met dank aan Johannes Daniel Heinzerling.
Bron Magazine Vrienden van het boeddhisme, lentenummer 2017.
Ujukarin zegt
Ja ze geven de dubieuze randjes aardig aan. In Azië is er nóg eentje: onscrupuleuze handelaren in bijvoorbeeld goudvissen bieden ze aan voor dit ritueel, boeddhist betaalt en mag ze vrijlaten in riviertje ofzo. En zodra boeddhist de hielen gelicht heeft loopt de handelaar naar zijn compagnon een paar honderd meter stroomafwaarts, die massaal…. goudvissen vangt! Recycling in wat minder ethische zin, maar ja het is echt “1 produkt meermalen verkopen”…
With folded palms,
Siebe zegt
Het artikel doet me denken aan deze teksten die ik ooit tegenkwam:
“Bhikkhu’s, voor een persoon van verkeerde visie, welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat niet wenselijk is, niet verlangd en onplezierig is, tot nadeel en lijden. Om welke reden? Omdat de visie slecht is”. (fragment AN1.314)
“Bhikkhu’s, voor een persoon van juiste visie, welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat wenselijk is, verlangd en plezierig is, tot welzijn en geluk. Om welke reden? Omdat de visie goed is”. (fragment AN1.315)
Dit raakte me destijds toen ik begon te piekeren over de vraag wat werken aan het welzijn van mezelf en anderen” eigenlijk betekent.
Handel je vanuit juiste visie als je bij het bevrijden, of verzorgen, van dieren of mensen bezig bent met je eigen of andermans karma-boekhouding?
Ik geloof dat sommige mensen dan zeggen “ja Siebe” want dat noemen we wijs of vaardige egoisme. Dat soort egoisme houdt wijs en vaardig rekening met de wetten van kamma. Dus je doet heel doel- en welbewust goed. Je doet heel doel- en welbewust liefdevol. Heel doel- en welbewust…doe je…
Is er dan wat mis met het gevoel dat dit ergens toch gewoon niet echt deugt?
Siebe
K. zegt
Zodra mededogen niet meer dan een ritueel wordt, hoe mooi ook, gaat het zijn doel voorbij. Het redden van een dier is simpel, het zorgen voor het dier vereist toewijding en liefde.