Anne den Otter (31 jaar, leerkracht basisonderwijs) had al aardig wat afgereisd, toen ze in 2012 besloot om voor vijfeneenhalve maand naar Azië te vertrekken. Ze voelde zich aangetrokken tot een andere manier van leven dan de gebruikelijke voor een 27-jarige. Uitgaan was geen grote hobby van haar, ze had geen behoefte meer aan veel tv kijken en ook spullen vergaren interesseerde Anne steeds minder. Maar hoe deze reis naar Azië haar leven verder zou veranderen, was volledig onverwacht.
Toen Anne halverwege de twintig was, ging ze anders naar onze maatschappij kijken en begon ze te veranderen. Ze reisde veel en had weinig interesse meer in bijvoorbeeld tv kijken. Dat vond ze ineens zo’n zinloze bezigheid. Ze wilde bijna geen kleding meer kopen en als ze dat toch deed wilde ze alleen nog maar fairtradekleding. En ook in spulletjes was ze niet echt geïnteresseerd. Daarnaast was uitgaan al niet één van haar grootste hobby’s, maar ook dat werd steeds minder en minder. Een film die Anne hierin heel erg heeft geïnspireerd, is Into the wild. Die film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en gaat over renunciation, al is het geen boeddhistische film. De hoofdpersoon zondert zich in deze film af van de normale samenleving en hij reist met een rugzak overal naartoe. Die film heeft Anne in laten zien dat je ook anders kunt leven dan zoals in de doorsneesamenleving.
Door deze film en door haar reizen besefte ze: je wordt niet gelukkig van tv kijken, je wordt niet gelukkig van mooie kleding kopen, van veel spullen hebben en je doet er ook nog iemand pijn mee als je iets koopt waar een ander voor heeft moeten werken onder zeer zware omstandigheden. Als je een goedkoop shirtje bij een warenhuis koopt, heeft een kindje dat shirt misschien wel onder bezwarende omstandigheden moeten maken in een fabriek. Normaal gesproken denken we over deze dingen niet zo na. Dan denken we: ik wil een mooi shirtje en ik koop het. En ik wil een nieuwe bank. Deze bank is nog goed, maar dat geeft niet, ik koop gewoon nog een bank. Annes omgeving merkte wel dat ze aan het veranderen was en sommigen vonden dat wel wat raar. En toen kwam daar ook nog het boeddhisme bij…
Reis naar Azië
In 2012 reisde Anne voor vijfeneenhalve maand af naar Azië, ze wist toen nog helemaal niets van het boeddhisme. Ze wilde naar Nepal en China, en ze reisde via Delhi, India, omdat dat het goedkoopst was. In India aangekomen, was ze behoorlijk geshockeerd door alle armoede en vuiligheid. Anne had al veel gereisd, maar dit had ze niet eerder meegemaakt… Toen ze de schok te boven was gekomen, reisde ze verder en ontmoette ze een reisgenote. Zij mediteerde wel eens, en Anne zei: ‘O nee, dat is niets voor mij!’ Maar haar reisgenote wilde de geboorteplaats van Boeddha in Nepal bezoeken, ze wilde naar de plek waar de Boeddha is overleden in India en naar de plek waar de Boeddha voor de eerste keer onderricht had gegeven, in Sarnath in India. Naar die drie plekken. Het was niet Annes intentie om naar die plekken te gaan, maar ze dacht: oké vooruit. Ze vond het namelijk prettig om samen te reizen met iemand in India, omdat ze zich nog steeds wel wat onveilig voelde.
Fijne sfeer
Op deze plekken kwam Anne voor het eerst in aanraking met monniken, nonnen en met lekenbeoefenaars. En ze waren allemaal zo aardig en die sfeer was zo relaxed en zo prettig! Annes interesse was in die zin gewekt, dat ze het een hele fijne sfeer vond, maar ze wist verder nog niet wat het boeddhisme inhield. In Nepal is ze toen ook weer herhaaldelijk naar boeddhistische plekken gegaan. Daarna vloog ze naar China, waar ze naar Tibetaanse gebieden ging en ze betrapte zichzelf erop dat ze alleen nog maar boeddhistische plekken wilde bezoeken. Dan keek ze bijvoorbeeld in een reisgids en dan zag ze ‘hindoetempel’ staan, en dacht ze: nee, laat maar zitten. En als ze ‘boeddhistische tempel’ zag staan, dacht ze: ja daar wil ik heen! Het was het enige waar ze nog interesse in had. Dat kwam eigenlijk heel spontaan. Op het moment dat ze in aanraking kwam met het boeddhisme, raakte ze erdoor geïnspireerd. Er was een bepaalde connectie.
Terug in Nederland
Toen Anne terugkwam in Nederland wilde ze meer weten over het boeddhisme en is ze boeken van o.a. de Dalai Lama gaan lezen. Door die boeken wilde ze nog meer weten over het boeddhisme, over wat compassie inhield en tonglen enz. Ze wilde zich ook graag aansluiten bij een groep, maar ze wist nog niet bij welke stroming. Ze is rond gaan kijken en bezocht regelmatig een zencentrum in Rotterdam, maar dat was nog niet echt wat ze zocht. Die zomer van 2013 is ze vervolgens weer teruggegaan naar India, naar Dharamsala. Daar was een tiendaagse introductiecursus van het Tibetaans boeddhisme. Maar ze wist, het was een retraite in volledige stilte, en Anne vroeg zich af of ze dat wel kon. Ze sprak iemand die de retraite al had gevolgd en zij was enthousiast. Bovendien was Anne ook wel echt gemotiveerd, dus ze besloot de retraite te gaan volgen.
De locatie was bovenop een berg. Toen Anne naar boven liep, begon het keihard te regenen. Na een poosje lopen in de stromende regen dacht ze: ik ben gek, ik ga terug. Dus ze keerde om, maar toen ze tien stappen naar beneden had gedaan, dacht ze: nee, ik ga helemaal niet terug. Nu ga ik naar boven en ga ik die retraite doen! Annes intuïtie was heel sterk. En ze vond de retraite geweldig! Het waren de beste tien dagen van haar leven. Wat ze nu had gevonden, gaf haar leven richting. Tijdens die retraite heeft Anne ook haar eerste leraar ontmoet. De Engelse Sarah Thresher die al meer dan 30 jaar non was in India. Anne hoopt dat ze haar nog een keer mag zien, zij zit heel diep in haar hart. Zij is ook degene die Anne heeft aangeraden om in Nederland te gaan kijken bij het Maitreya Instituut. Maar het Maitreya Instituut is alleen gevestigd in Amsterdam en in Loenen, dat is wat ver weg als je in Rotterdam woont. Daarna zocht Anne op internet naar een Tibetaans boeddhistisch centrum in de omgeving van Rotterdam en vond ze Phuntsok Chö Ling. Ze zag ook dat daar een lama bij actief was en in eerste instantie besefte ze niet dat dat bijzonder was. Nu vindt Anne het juist heel kostbaar dat er bij het centrum een lama is die zo dichtbij staat. Ze is in 2013 na haar reis naar India gaan kijken bij Phuntsok Chö Ling, ze heeft de introductiecursus gedaan en na drie weken nam ze al deel aan de retraite van Phuntsok Chö Ling in Cadzand. Dat vond ze wel pittig, maar ook weer helemaal geweldig. Ze heeft toen ook meteen toevlucht genomen. Nu is Anne al drie jaar student van lama Jigmé Namgyal en ziet ze hem als haar rootleraar.
Het boeddhisme
‘Het boeddhisme is voor mij niet zozeer een religie of een filosofie, ik vind het lastig om te verwoorden wat het precies is. Voor mij is het de waarheid.’ Dat rijkdom niet gelukkig maakt, daar was Anne al wel achter voor ze in aanraking kwam met het boeddhisme. Het boeddhisme heeft dat verder uitgediept, dat heeft verschil gemaakt in haar leven. De rijkheid en wijsheid van de dharma hebben haar veel gebracht. De kennis over wat nu eigenlijk krachtig is. ‘Compassie, liefde, geduld en vrijgevigheid hebben zo’n onwijze kracht’, zegt Anne. ‘Maar het lijkt alsof dat niet zo is. Het lijkt alsof woede kracht heeft, maar liefde heeft veel meer kracht, veel meer. Dat is iets wat het boeddhisme mij heeft geleerd.’
Er is volgens Anne wel een duidelijk verschil tussen de mensen in een sangha en daarbuiten. In een sangha zijn mensen zich veel meer bewust van de acties die ze zetten en er heerst ook meer besef van de gevolgen die die acties hebben. Dat is wel duidelijk een andere omgeving dan wanneer je ergens anders bent. Zonder lama Jigmé had ze de dharma nooit op deze manier kunnen begrijpen en beoefenen: ‘Ik doe natuurlijk maar zo’n klein beetje van wat er überhaupt mogelijk is, maar hij is wel een enorme inspiratiebron. Zonder hem had ik dit allemaal niet kunnen doen en ik ben hem daar oneindig dankbaar voor.’
Annes leven nu
Anne beoefent tegenwoordig ’s morgens en ’s avonds. Moeilijkheden bij de beoefening komt ze ook tegen. Ze is heel veel afgeleid, haar concentratie is nog best wel zwak. Dat is een groot obstakel. Soms heeft ze ook wel eens geen zin, maar dan gaat ze gewoon zitten. Anne houdt wel van ritme, daarom houdt ze dezelfde tijden aan voor haar beoefening, dezelfde momenten op de dag. Daar heeft ze baat bij, dan hoeft ze niet te denken, moet ik wel of niet, nee dan doet ze dat gewoon. Net zoals je je tanden poetst twee keer per dag, daar heb je ook wel eens geen zin in, maar dat is gewoon iets wat je doet. Het is een onderdeel van haar leven geworden.