In Demonen van de nieuwe vrijheid volgt regisseur Kay Mastenbroek activisten in Birma: een monnik en een filmmaker. Beiden strijden zij tegen het religieuze geweld in het land. Mastenbroek werd bij het filmen geholpen door een lokale producer, Yakov Aung Naing Soe, een 21-jarige moslim. Hoe ervaart hij het boeddhistisch geweld in zijn land? “Veel vooraanstaande moslims worden bedreigd en zijn bang.”
Kun je iets over jezelf vertellen? Ik woon in Yangon, met mijn ouders en zes broers en zussen. Vóór de rellen in Rakhine was ik een gewone universiteitsstudent. Sinds de conflicten ben ik me gaan inzetten om de maatschappij te veranderen. Ik vind het nodig om aan peace building te doen in mijn land. Ik ben bij een groep vrijwilligers gegaan die educatieprojecten voor weeskinderen doet. We leren ze dingen over de islam: wat is de Koran, wat houdt het huwelijk in voor moslims. In maart 2013 was er een conflict in het midden van Birma, in Meiktila. Toen hebben we met nog een paar sociale organisaties een campagne opgezet: “Pray for Myanmar“. We verspreidden T-shirts en stickers met een vredesboodschap door het land. De boodschap was: “No religious or ethnic conflict occurs by me” en “No discrimination between Myanmar Citizens.” Begin 2014 heb ik een Muslim Youth Forum georganiseerd samen met andere moslimactivisten, alleen kon ik er uiteindelijk zelf niet bij zijn omdat ik voor Kay ging werken. Ik ben ook freelance leraar op een middelbare school en ik werk als vertaler en producer voor documentaires. En bij Co-exist doe ik de media & PR. Ook probeer ik fotograaf te worden. Ik maak foto’s van protesten en post ze dan op Facebook.
Is er in jouw buurt geweld tegen moslims geweest? Een paar maanden geleden waren er onlusten in de stad. Extremisten reden door de moslimwijken met hun auto’s en dreigden met geweld. Maar sindsdien hebben we geen extremisten meer gezien.
Zelf heb ik nooit echt geweld meegemaakt. Wel bijna: toen ik een jaar of 13 was, waren er bijna conflicten in mijn buurt. We wapenden ons met stokken en messen om onze familie en ons gebied te beschermen. Maar we hebben toen niet gevochten, want ze deden niets, ze dreigden alleen. Ze gooiden alleen stenen, en reden met hun auto door de buurt. Er is nog wel veel discriminatie. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een ID-kaart, dat duurt normaal gesproken zo’n achtentwintig dagen en kost een paar cent, maar voor moslims zijn er andere regels, duurt het al gauw zes maanden tot een jaar en kost het 30 tot 50 dollar of soms wel 100 dollar. En zonder ID-kaart kun je geen universiteitsdiploma krijgen. Dat soort corruptie tegenover moslims is er wel.
Was die onderdrukking van moslims in Birma altijd al zo volgens jou? Ja, het is altijd zo geweest. Na mijn eerste opleiding (Bachelor of Technology) had ik geen ID-kaart en kreeg ik geen diploma. Een jaar later maakte ik mijn Bachelor of Engineering af, toen had ik wel een ID-kaart en kreeg ik beide diploma’s. Moslims uit de staat Rahkine moeten bijvoorbeeld ook een soort visum aanvragen als ze naar Yangon willen reizen, een soort toestemming van de immigratiedienst. En nu is er al helemaal iets raars gaande in Birma. Een rijke moslimman die de vluchtelingenkampen in Meiktila steunde is door de regering gearresteerd. Hij doneerde elke dag geld voor eten voor de vluchtelingen. Een andere vooraanstaande moslim uit Yangon werd door de regering gebeld en ondervraagd. Dus veel high profile moslims worden bedreigd en zijn bang. Mijn collega’s gaven trainingen in vluchtelingenkampen in Meiktila, maar daar zijn ze nu mee gestopt, uit angst. Ze gaan pas verder met hun werk als deze problemen voorbij zijn.
Ben jij ook bang? Een beetje. Maar ik doe niet zoveel om de aandacht van de regering te trekken. Ik hielp Kay alleen met zijn documentaire, en in de film heb ik maar weinig tekst. Als het om activisme gaat ben ik wel safe.
Hoe denk jij zelf over boeddhisten? Ik heb veel boeddhistische vrienden. Een paar van hen zijn extremisten, maar de meesten zijn heel aardig tegen me, we werken samen, geen probleem. De meeste boeddhisten kennen de 969-beweging (de groep extremistische monniken onder leiding van U Wirathu – red.) en zijn tegen hun ideologieën. 969 zei eerst dat hun doel enkel was om hun religie te behouden en sommige boeddhisten geloofden dat ook, maar nu niet meer. In de grote steden althans, waar iedereen onderwijs heeft gehad.
Wat doet de regering om de problemen op te lossen? Moeilijke vraag. Ze willen de internationale gemeenschap laten denken dat ze hard hun best doen om de problemen op te lossen en dat ze de vluchtelingen goed opvangen. Maar eigenlijk doen ze niets. Bijvoorbeeld bij het laatste conflict in Mandalay (in juli 2014) waarbij de moslim eigenaar van een teashop onterecht werd beschuldigd van het verkrachten van een van zijn werkneemsters. Enkele extremistische mannen gingen daarheen en maakten problemen. De autoriteiten deden niet echt hun best om de situatie onder controle te krijgen. Dat hoorde ik van mijn familie, vrienden, collega’s. Ze deden niks. Vlak voor die onlusten waren er rellen net buiten Yangon en daar trad de regering wél op, alle gewelddadige mensen werden opgepakt. Maar dat was omdat er de volgende dag een groep belangrijke internationale diplomaten naar Nay Pyi Taw, de hoofdstad waar de regering zetelt, zou komen. In alle andere gevallen doen ze niks.
Maatschappelijke organisaties en sommige monniken proberen de extremisten wel te stoppen, maar… Kijk, er zijn in mijn optiek drie soorten monniken. De eerste soort doen niks, ze houden zich alleen met religieuze zaken bezig. De tweede soort zijn extremisten, zij zijn marionetten van de regering, en horen bij 969. Ten derde zijn er de saffron monks, de vredesactivisten die zich al ten tijde van het militaire regime tegen het geweld verzetten. De regering beperkt de saffron monks, zij mogen geen speeches geven. Dat is een groot probleem voor dit land. Als een saffron monnik zou mogen speechen, dan zou het publiek weten wat fout is en wat goed. Maar alleen de extremistische monniken en sommige gewone religieuze monniken mogen speeches geven van de regering. Dus de regering heeft nog steeds de controle over de monnikengemeenschap.
Dus de regering zelf stelt zich anti-moslim op? Ja, de huidige regering heeft daar belang bij. Er waren al religieuze conflicten tijdens het militaire regime, rond 2002. Die zijn toen in gang gezet door U Wirathu. Die werd toen gearresteerd, maar dit keer niet, want ze willen de macht houden tijdens de verkiezingen in 2015. Deze conflicten gebeuren alléén vanwege de verkiezingen. De regering noemt de NLD (National League for Democracy, de partij van Aung San Suu Kyi – red.) een moslimpartij, om de partij in een kwaad daglicht stellen. Wij vertrouwen echt op de NLD en geloven dat het de enige partij is die tégen het militaire regime is. En het volk houdt van Aung San Suu Kyi. De regering verspreidt ondertussen de boodschap aan het volk om de NLD te haten en er niet op te stemmen in 2015. Ze creëren deze conflicten. Slechts twee of drie dagen voor de rellen in het midden van Birma gaf U Wirathu een speech: “Muslim people are occupying NLD party. NLD has become a muslim party”. Er werden pamfletten over 969 uitgedeeld met een haatboodschap over moslims. Twee dagen later waren er conflicten. Very simple. Ze worden aangestoken, systematisch gecreëerd.
Denk je dat er een oplossing voor het conflict is? Natuurlijk. De oplossing is educatie en wetshandhaving. In de grondwet staat dat je niets slechts over een andere religie mag zeggen in Birma (Myanmar). Maar de regering past die wet niet toe. En in het staatsonderwijs leren leerlingen alleen over de boeddhistische normen en cultuur. Ze leren niets over het hindoeïsme, christendom, islam. Veel van mijn vrienden weten niet wat islam is, ze denken dat islam en hindoeïsme hetzelfde zijn. We hebben nieuwe vakken nodig over religie en crosscultural understanding.
Ook vrijheid van media en meningsuiting is belangrijk: als iemand de waarheid wil schrijven of zeggen over de conflicten dan vindt de regering dat problematisch. Dat is een groot obstakel voor Birma. Maar het zal allemaal niet snel veranderen. Eerst moet de grondwet gewijzigd worden, want daarin staat dat iemand die met een buitenlander getrouwd is, geen president kan worden (een wet die zou moeten voorkomen dat Aung San Suu Kyi, weduwe van de Brit Michael Aris, president wordt – red.). Aung San Suu Kyi heeft nu wel een zetel in het parlement, maar dat is niet genoeg: 75% van de regering bestaat uit hoge militairen. Als Aung San Suu Kyi niet wint, zal de situatie niet veranderen. De huidige regering komt voort uit het militaire regime, en focust niet op onderwijs of de religieuze conflicten of de burgeroorlog. Het parlement praat alleen maar over kippenboerderijen waar het te veel stinkt! Onderwijs, wetshandhaving en een grondwetswijziging zijn de oplossing, niet alleen voor de religieuze conflicten maar ook voor de burgeroorlog, de strijd om landrechten en alle andere slechte dingen in Birma.’
Dit artikel verscheen eerder op de site van Bodhitv.