door Bassui Tokusho
uit: Mud & Water. The Collected Teachings of Zen Master Bassui, translated by Arthur Braverman (2002)
vertaald door Jules Prast
Er is geen Boeddha of Dharma buiten de ene Geest. Deze is inherent aan alle mensen, overeenkomstig de gelegenheid en hun bevattingsvermogen. Wanneer een leraar over Amida spreekt tot de gewone man, dan zal hij zeggen dat er geen Geest of Dharma is buiten Amida. Spreekt hij over de wonderbaarlijke Leer, dan zal hij verklaren dat er buiten de wonderbaarlijke Leer geen Dharma is. Spreekt hij over Kanzeon, dan zal hij opmerken dat alles en iedereen Kanzeon is. Spreekt hij over de Geest, dan legt hij uit dat er geen Dharma is buiten de Geest. Wees je ervan bewust dat alle leringen met deze bedoeling worden gegeven. Begrijp je?
Hoewel arhats het hebben over drie vergiften, kent de Tathagata niet eens twee verschillende begrippen. Arhats zijn mensen die de 84.000 vormen van verwarring hebben doen uitdoven, en misschien zijn er nog te vinden bij wie de verwarring voortduurt. Maar de Tathagatha heeft geen twee manieren om de Dharma tot uitdrukking te brengen. Als je zegt dat er twee Dharma’s zijn, dan belaster je de Tathagata.
Desondanks zijn er, in overeenstemming met het karma van de gewone man, het scherpe en het stompe, oftewel de plotselinge en de geleidelijke realisatie van de Weg. De reis van verwarring naar verlichting kent een oppervlakkige en een diepgaande route. En afhankelijk van de diepgang van de reis, bestaan er hoogwaardige en meer oppervlakkige vormen van realisatie. In een sutra staat dan ook geschreven: “Tussen alle grote wijzen bestaat nog steeds onderscheid, ook al kennen ze de vormloze Dharma.”
Heeft hij evenwel de staat van verlichting niet bereikt, dan houdt iemand vast aan naam en uiterlijke vorm, terwijl hij zichzelf prijst en de Dharma de ene Dharma noemt. Sommige leringen moeten worden vereerd, meent hij, en andere zijn inferieur. Hij legt er de nadruk op dat alles van oorsprong één is, maar verdeelt het Ene in tweeën terwijl hij probeert zijn gedachten ermee in harmonie te brengen. IJs en kokend water zijn van oorsprong bijvoorbeeld beide koel water. Toch blijft ijs hard wanneer het niet is gesmolten. En warm blijft warm zolang het niet is afgekoeld.
Of neem het voorbeeld van mensen die thee met dezelfde smaak drinken. Als iemand iets vies doorslikt, zal dit de smaak van de thee verdrijven. Zo iemand zal niet meer van de thee genieten. Evenzo met de Dharma. Als je, van welke school dan ook, je aan zijn Dharma vastklampt, dan kun je nooit de Weg bewandelen, zelfs in je dromen niet. Heb je staar in je ogen, dan lijkt het wel alsof er in grote wanorde bloemen uit de hemel vallen. Vandaar dat in een sutra staat geschreven: “Als zelfs de Dharma moet worden afgeschreven, hoeveel te meer dan zelfs datgene wat met de Dharma in tegenspraak is.”
Dharma is innerlijke realisatie. Niet-Dharma bestaat uit formele aspecten, zoals naam en vorm, geschriften en gezegden, enzovoorts. Of je je nu vasthoudt aan de binnen- of de buitenkant, het is altijd het zelf dat aan het werk is. Alweer zegt de sutra: “Laat de Geest worden geboren die geen verblijfplaats kent.” Als iemand zegt dat hij Boeddha is, dan verblijft hij in Boeddha; als iemand zegt dat hij een gewone mens is, dan verblijft hij in het rijk van de gewone man. Als je een lering aanhangt, om het even of deze is van Zen of de Reine Land-school, dan is die lering jouw verblijfplaats.
Wat nu wanneer je hele lichaam geen verblijfplaats heeft? Wat is dan de Geest? Stel je ogen hierop in, hier en nu. Als je echt de geur van thee wilt leren kennen, leeg en reinig je mond dan zodat er geen smaak of geur achterblijft. Wil je de Boeddhadharma verwerkelijken, zorg dat je dan eerst de ideeën kwijtraakt van iemand die zich vastklampt aan de Boeddhadharma. Je zult ogenblikkelijk je oorspronkelijk gelaat terugvinden.
Dit oorspronkelijk gelaat was er al voordat de Boeddha in de wereld verscheen, voordat er sprake was van Eén Dharma, voordat jijzelf werd geboren, toen er nog niets was dat als geest of natuur kon worden benoemd. Pas wanneer deze oorspronkelijke geest tot leven wordt gebracht en een naam krijgt, komen we te spreken over de meditatieve kracht van Kanzeon.
Wanneer je duidelijk doordringt in het naamloze, bén je precies op dat moment Kanzeon, bén je Amida. Dan is het, voor de eerste keer, op zijn plaats te zeggen dat er niet twee Dharma’s zijn, maar één, welke naam je hier verder ook aan geeft. Het is echter een misverstand te verklaren dat alle scholen verschillend zijn of dat er geen twee Dharma’s zijn, zolang je spreekt op basis van je persoonlijke begrip, voordat je in de diepste diepte van je aard hebt geschouwd en tot ontwaken bent gekomen op de Weg.
Menno Prins zegt
!