Een ‘Koninkrijk Zhangzhung’ bestond misschien in de oudheid, maar de valse bewering van de CCP dat het ‘Chinees’ was, wordt gebruikt in anti-Tibetaanse en anti-Indiase propaganda.
Heb je ooit gehoord van Zhangzhung? Westerse lezers die geneigd zouden zijn naar Wikipedia te gaan voor een antwoord, moeten bedenken dat China een leger van trollen inzet om de populaire online encyclopedie voortdurend te herschrijven en de belangen van de CCP te bevorderen. Tibetanen die naar school gaan in de zogenaamde Tibetaanse Autonome Regio worden daarentegen in toenemende mate blootgesteld aan het begrip Zhangzhung, en er bestaan goed gefinancierde CCP-programma’s om ‘Zhangzhung Studies’ te promoten via lezingen en conferenties in China en daarbuiten.
Zoals verteld in scholen in Tibet en China, gaat het verhaal als volgt. In de ijzertijd (maar in feite met een veel vroegere oorsprong) ontstond een machtig koninkrijk genaamd Zhangzhung dat West-Tibet omvatte, het grootste deel van het huidige Indiase uniegebied Ladakh, en delen van wat nu Nepal en Pakistan zijn. Het had een geavanceerde cultuur en een eigen religie, Bon. Het had ook een boek waarin zijn cultuur werd beschreven, de ‘Zhangzhung (of Shangshung) Tripitaka,’ die ondanks de boeddhistisch klinkende naam dateert van vóór de komst van het boeddhisme in het gebied. De eerdere versies dateren mogelijk van zo’n 4000 jaar geleden. Denk eraan, dit is wat Tibetaanse schoolleerlingen wordt verteld, niet het echte verhaal.
Volgens dit verhaal bloeide Zhangzhung meer dan duizend jaar voordat het werd veroverd door de Tibetanen van West-Tibet en werd opgenomen in hun boeddhistische koninkrijk tussen de 7e en 8e eeuw na Christus. En Zhangzhung, hoewel een kruispunt van beschaving, was geen ‘Indiase’ maar een ‘Chinese’ cultuur, hoewel haar geschiedenis verborgen en vervalst werd door Tibetanen en westerlingen, totdat Chinese archeologen haar redden.
De CCP werkt aan een Chinese vertaling van de ‘Zhangzhung Tripitaka’, waarbij de door de regering gecontroleerde China Buddhist Association sterk betrokken is. Bai Gengsheng, secretaris van de door de Partij gesponsorde Chinese Schrijvers Vereniging, vertelde de ‘People’s Daily’ dat ‘hoewel wij [Chinezen] het ‘eigendom’ hebben van de oude Zhangzhung cultuur, de ‘discoursmacht’ ervan lang in handen is geweest van buitenlanders.’
Er worden belangrijke middelen ingezet om archeologisch bewijs te vinden dat dit verhaal bevestigt, en Xi Jinpings eigen passie voor archeologie is bekend. Het verhaal van Zhangzhung wordt echter onderwezen om zijn propagandistische waarde. Het vertelt de Tibetanen dat hun meest verre oorsprong ‘Chinees’ is, het scheidt Tibet van de Indiase cultuur, en het ondersteunt China’s grensclaims tegen India (in feite wordt beweerd dat heel Ladakh oorspronkelijk ‘Chinees’ was).
Het probleem met dit verhaal is dat het grotendeels verzonnen is. We weten vrijwel niets over het Koninkrijk Zhangzhung, behalve dat het waarschijnlijk bestond voordat het werd opgenomen in Tibet. Maar we weten niet precies waar het zich bevond, zijn uitbreiding, en zijn geschiedenis.
Wat betreft de Bon-religie, wat goed gedocumenteerd is, is de late versie ervan die zich ontwikkelde in samenspraak met het Boeddhisme, en later als een tak daarvan, lang nadat Zhangzhung had opgehouden te bestaan. Ook van de vorige incarnatie van Bon als een pre-boeddhistische sjamanistische traditie is niet veel bekend, tenzij de legendes op hun waarde worden geschat. We kennen de zogenaamde ‘Zhangzhung Tripitaka’ door latere postboeddhistische versies en dat het een duizend jaar oude tekst is, is een kwestie van legenden.
Archeologie heeft rotskunst, graven en resten van stenen structuren gevonden in Centraal- en West-Tibet die een beschaving uit de IJzertijd documenteren, maar het verbinden van deze ontdekkingen met het ‘Koninkrijk van Zhangzhung’ is veel problematischer. Wetenschappers geloven dat Zhangzhung een beschaving was met sterke Indiase, eerder dan Chinese, connecties en kenmerken.
Het probleem is niet Zhangzhung, dat zeker een legitiem object is voor wetenschappelijke en archeologische studie, net zoals Bon een fascinerend onderwerp is voor religieuze geleerden. Het probleem is China’s ‘politieke archeologie’ en manipulatie van het verleden om zijn imperialistische territoriale aanspraken kracht bij te zetten en de Tibetaanse identiteit te vervalsen door haar voor te stellen als ‘Chinees’.