Precies vierendertig jaar geleden, in de vrieskou van begin maart 1988, meldde Taigu zich na afloop van zijn studie bij de luchtmacht om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Hij begon aan zijn opleiding als reserve-officier bij dezelfde school waar hij vervolgens zestien maanden lang les zou geven over NAVO- en defensiebeleid aan andere officieren-in-opleiding.
Het was een bewogen periode. Taigu had in de klas toekomstige vliegers en grondofficieren, onder wie onderofficieren die het hogerop zochten en voormalige politiemensen met uitgebreide straatdienstervaring in gevaarlijke situaties. Het was een gemengd publiek met verschillende percepties en verwachtingen over de rol van de krijgsmacht in de samenleving. Het was geen gemakkelijke klus om als docent aan aller verwachtingen te voldoen, maar het leverde in ieder geval levendige groepsdiscussies op over de papieren werkelijkheid van humanitair oorlogsrecht en de feitelijke realiteit van oorlog, met al haar onzekerheden, onbedoelde effecten en menselijk tekortschieten.
De belangstelling voor de krijgsmacht heeft Taigu altijd behouden. Luttele maanden nadat hij in de zomer van 1989 afzwaaide, viel de muur die Oost- en West-Berlijn scheidde. De hereniging van het gedeelde Duitsland luidde de start in van het traject dat zou uitmonden in een monetaire unie en de invoering van de euro. Tussentijds implodeerden de Sovjetunie en haar satellietstaten door het falen van het communisme als experiment in een samenlevingsmodel met een nieuw soort politieke economie.
Twee golven van ongeremd optimisme zag Taigu aan zich voorbijtrekken. De eerste betrof de monetaire unie, een voorwaarde van Frankrijk om in te stemmen met de Duitse hereniging. Het was een soort droomachtige vervoering waarin dit project een generatie politici en beleidsmakers bracht. Zij sloegen iedere waarschuwing in de wind dat een monetaire unie zonder een politieke unie een gemeenschappelijke munt en een Europese centrale bank op drijfzand zou grondvesten. In plaats van convergentie vond er een economische divergentie van Europese landen plaats. De prijs van deze onbezonnenheid wordt tot op de dag van vandaag door ingezetenen van de eurozone betaald.
De tweede golf van optimisme volgde op de ineenstorting van het Sovjetimperium. Democratie en kapitalisme hadden het corrupte communisme en de dictatuur van het proletariaat verslagen. In Rusland voltrok zich een kortstondige vrijage met democratische idealen. Politici in de Europese NAVO-lidstaten waren er snel bij om het zogeheten ‘vredesdividend’ te verzilveren. Alom werd er gekort op de defensiebegrotingen, en nog meer toen de financiële crisis van 2007 en volgende jaren ook een crisis van de euro bleek uit te lokken. De dienstplicht werd in veel NAVO-landen (meestal alleen in naam) afgeschaft; territoriale verdediging moest wijken voor buitenlandmissies, toen terrorisme het dreigingsbeeld ging overheersen en de militaire logica het politieke streven naar ‘forward defence’ volgde.
Wie vrede wil, bereide zich voor op oorlog, zo luidt een bekende wijsheid afkomstig uit het antieke Rome. Wat Rusland nu aanricht in Oekraïne, is natuurlijk verschrikkelijk, maar oorlog is zelden ‘frisch und fröhlich’ meer. Oorlog voeren is vaak moeilijk beheersbare geweldstoepassing op grote schaal en leidt bijna altijd tot onafzienbare humanitaire ellende, ook toen Nederlandse dienstplichtigen, koud bevrijd van de Duitse bezetting, in de periode 1945-1949 tevergeefs probeerden de onafhankelijkheid van Indonesië te voorkomen. De discussie hierover is door het gebeuren in Oekraïne snel van de Nederlandse voorpagina’s verdwenen.
Ondertussen schrikt anno 2022 de huidige generatie politici wakker. De territoriale verdediging van de Europese NAVO-landen is, vele aanmaningen van de Amerikaanse bondgenoot ten spijt, twintig jaar lang schromelijk verwaarloosd. De betekenis van de nucleaire bescherming door de VS is ter discussie te komen staan sinds de vorige president van het land de NAVO “obsolete’ (verouderd) noemde. Al onder zijn voorgangers heeft de VS de geopolitieke bakens verzet en prioriteit gegeven aan militaire opbouw in de Pacific in een poging het gevaar van een toenemende Chinese hegemonie in te dammen.
Jarenlang hebben Europese regeringsleiders gedraald, afgewacht en tijd verloren laten gaan, ook nadat Rusland militair ingreep in Georgië en het oosten van Oekraïne. Tussendoor werd er vanuit Oekraïne een Maleisisch lijnvliegtuig neergeschoten met een Russische luchtdoelraket en werd er in het Britse Salisbury een Russisch chemisch wapen aangebracht op een deurklink van een voormalige Russische dubbelspion. Nu er aan de grenzen van de EU ineens een grote oorlog uitbreekt om het geheel van Oekraïne binnen de Russische invloedssfeer te brengen, blijkt wat voor ratjetoe de krijgsmachten van de Europese landen vormen. Het is sprokkelen om de oostflank van het verdragsgebied te beveiligen tegen een uitbreiding van het conflict tot over de grenzen van de Europese democratieën.
Gevechtsklare troepen kunnen in Europa eigenlijk alleen Frankrijk (in Roemenië) en Groot-Brittannië (in de Baltische staten) leveren, maar we spreken hier meer over honderden dan over duizenden manschappen. De NAVO brengt volgens haar secretaris-generaal voor het eerst ‘elementen’ op de been van de zogeheten Response Force, maar over details wordt verder gezwegen. De versterkingen zijn meer uitingen van politieke solidariteit met landen met zwakke steën in hun oostflank. Voor de rest vertrouwen de Europese bondgenoten op hun militair-technologische kunnen te land, ter zee en in de lucht, en op de bijstand van de grote broer Amerika.
Maar nu gaat het roer ineens om. Bondskanselier Olaf Scholz leent honderd miljard euro voor een fonds waaruit de komende jaren de Duitse krijgsmacht in geheel nieuwe vorm op poten wordt gezet. Er wordt gedacht aan een intensievere defensiesamenwerking op Europese schaal, waarbij Duitsland en Frankrijk het voorbeeld geven door tezamen nieuwe gevechtsvliegtuigen en tanks te gaan bouwen. Onder hoge druk wordt alles vloeibaar. Europa en de NAVO tonen zich politiek eensgezind nu democratie en rechtsstaat worden bedreigd door Ruslands agressie. Maar hoe lang voordat verdeeldheid en nationaal belang de kop weer opsteken?
Boeddhisten aller landen, slaapt gerust in de wetenschap dat Europa zijn collectieve verdediging voortvarend ter hand neemt. De gewijzigde Kaderwet dienstplicht maakt het mogelijk in Nederland zo nodig mannen én vrouwen onder de wapenen te roepen. En misschien komt er, bovenop de ‘nuclear sharing’ van de VS, waardoor atoombommen in een aantal Europese NAVO-landen (waaronder Nederland) kunnen worden opgeslagen, nog wel eens een gemeenschappelijk Europees kernwapenproject. Zou dat niet mooi passen bij een verdergaande politieke integratie binnen de Europese Unie?
Onder boeddhisten wordt liever gesproken over vrede dan over gewapende strijd, maar feit is dat autocratieën veld winnen in de wereld en het aantal democratieën terugloopt. Alle zeilen moeten worden bijgezet om leven in vrijheid, met inbegrip van de vrijheid van belijdenis van boeddhistische signatuur, in stand te houden in de strijd tegen de vijanden van democratie. Daar horen de benodigde militaire middelen bij.
Strijd in de wereld is een constant gegeven. Ook boeddhisten hebben in de geschiedenis vaak de wapens opgenomen, tegen elkaar of in nationale legers. Laten we niet uit het oog verliezen dat de kracht van boeddhisme en de macht in de wereld zich afspelen binnen afzonderlijke domeinen, die elkaar natuurlijk kunnen beïnvloeden, maar verder grotendeels een eigenwettelijk karakter hebben. En laten we verder bidden dat we op ons continent of waar dan ook in de wereld, nooit ofte nimmer kernwapens gebruikt zien worden, niet nu en niet in de toekomst. Taigu, inmiddels allang buiten dienst gesteld als reserve-officier van de Koninklijke Luchtmacht, is er niet helemaal gerust op.
Deel 1 van ‘Oorlog en vrede’ verscheen in het Boeddhistisch Dagblad van 7 februari 2022.
Louis zegt
Ik hoorde op de radio een SP politicus betogen dat de Verenigde(?) Europese Landen 10 maal meer geld aan defensie besteden dan Rusland, daar kan het dus niet aan liggen. Lees het artikel in de Correspondent van Simon van Teutem: Solidair zijn met Oekraïne? Draai de Russische gaskraan dicht.
‘Daar horen de benodigde militaire middelen bij’, dan is de teerling geworpen.
Peter Kampschuur zegt
Peter, nooit in militaire dienst geweest, is er evenmin helemaal gerust op. Maar zeer geïnteresseerd in Taigu’s min of meer boeddhistische perspectief op oorlog en vrede. Wat Peter ook boeit is iets wat Rajneesh Chandra Mohan, beter bekend als ‘Bhagwan’ of ‘Osho’, in één van zijn toespraken in de Buddha Hall in Poona (Pune), India, vertelde: dat een ‘esoterische boeddhistische groep’ Adolf Hitler jarenlang inspireerde tot zijn krijgszuchtige beleid, en dat Hitler daarmee ook (vanuit zijn perspectief gezien) succes oogstte zolang hij gevolg gaf aan de telepathisch ontvangen suggesties. Er kwam, stelde Rajneesh, pas de klad in toen hij eigen ideeën kreeg en niet meer naar de inspiratie van boeddhistische oorsprong luisterde. Als er iets wáár is van dit verhaal, roept dat tal van vragen op. Wat vindt Taigu ervan? En wie dit verder leest?
Henk Molenaar zegt
Bhagwan of Osho bedoelde waarschijnlijk zijn eigen Hindu achtergrond: mensen zoals hij noemen zich Arier (Aryan) en omringen zich met swastika’s. Deze Ariers voelen zich, in het discriminerende nog steeds bestaande kastensysteem, enorm verheven boven het gewone volk, de onaanraakbaren, hun slaven. Je kan dat aan een achternaam zien. Dit is nog steeds het geval, voor hun zijn blanke mensen niet puur maar aanraakbaar (vanwege de handel).