‘Leren mediteren is de mooiste gift die je jezelf in dit leven kunt geven. Alleen door meditatie kun je de reis ondernemen om je ware natuur te ontdekken en op die manier de stabiliteit en het vertrouwen te vinden die je nodig hebt om goed te leven en goed te sterven.‘
Sogyal Rinpoche.
In het boek ‘Psychoanalyse en Zenboeddhisme’ van Erich Fromm. staat een haiku, dat is een zeventien lettergrepen Japans gedicht van de dichter Matsuo Basho die leefde van 1644-1694, dat luidde: ‘Wanneer ik behoedzaam toekijk zie ik bij de haag De Nazoena bloeien’. Deze aandacht voor een eenvoudige bloem, voortkomend uit de directe ervaring hiervan is kenmerkend voor de manier waarop een nietig verschijnsel in het ‘hier en nu met een grote mate van zuiverheid en onbevangenheid kan worden waargenomen. Het is een meditatieve vorm van eenheid met het waargenomene. Deze momenten van directe, heldere en open ervaring ofwel van gewaarzijn kunnen worden gecultiveerd door meditatie.
Boeddhisme de weg naar bevrijding
Het doel van het boeddhisme is de bevrijding van de mens door te proberen zijn egocentrische kijk op zichzelf en op de omgeving los te laten. Dit proces van transformatie is het bewust worden van deze egocentriciteit en het leren loslaten van de illusie van het ego en het daaraan vastklampen. Anders gezegd- het opheffen van onwetendheid. Deze onwetendheid ofwel avidya vormt naast de basisreacties van de mens, t.w. passie en agressie, de oorzaak van het menselijk lijden. Uit deze basisreacties komen de emoties van begeerte, woede, trots en jaloezie voort en de cognitie van een zelfstandig en onafhankelijk ego dat o.a. denkt in binaire concepten van object en subject, kortom dualistisch denken. De affectieve en cognitieve sluiers beïnvloeden en verduisteren de ervaring van het ego en de werkelijkheid om ons heen. Zoals we zullen zien is de weg van het Mahamudra-boeddhisme een van de wegen om vooral d.m.v. meditatie de verduisterende invloed van deze emoties en cognities te doen verdwijnen om zo te komen tot de ervaring van de open ruimte. Dit is alleen mogelijk door de aard van het ego te doorzien en langzamerhand de werking ervan te verzwakken.
Wat is nu dit ego? In onze dagelijkse taal gebruiken wij het begrip ”ego of ik’ op verschillende manieren, zoals ‘ik ben ziek of ik heb hoofdpijn of ik voel me goed in mijn lichaam of er komen gedachten in mij op.’ D.w.z. de ene keer zijn wij de fenomenen dan weer hebben wij die en vervolgens word ik gesteund door mijn lichaam en dan weer ontstaan gedachten in mij. Het ego of ‘ik’ bestaat volgens het boeddhisme niet als een onafhankelijke blijvende entiteit. Het moet gezien worden als een gedachten-constructie die wij hanteren voor het bewustzijn van steeds veranderende fysieke en mentale processen in ons zoals lichamelijke gewaarwordingen, gevoelens, gedachten, wilsactiviteiten. Voor de voortgang op het pad naar bevrijding moet de mens geduld en discipline opbrengen door naar de leer te luisteren en deze te bestuderen, daarover te contempleren, d.i. met behulp van intelligentie en inzicht de leer te mengen met de ervaring en vervolgens daarover te mediteren om die later weer los te kunnen laten. Deze drie wijzen van aanpak werden in de achtste eeuw prachtig door Padmasambhava als volgt beschreven: ‘Met een intelligentie die de verschijnselen helder ziet, neem je eerst de woorden van het onderricht tot je, door te lezen zoek je vervolgens begrip van hun betekenis door te reflecteren en besef je uiteindelijk hun betekenis door te mediteren.’
Mahamudra meditatie
Binnen het boeddhisme is de Mahamudra benadering een van de voertuigen om tot verlichting te komen. Ze is als mystieke weg gericht op zelf-bevrijding van conflicterende emoties en storende, vertekende gedachten. Deze aanpak is gebaseerd op het metafysisch concept ‘de aard van de geest’, deze geest is vanaf het begin in ons aanwezig, zonder vorm en oorzaak en niet in een begrip te vatten. Het is de bron waaruit al onze ervaringen ontstaan, bevrijdende maar ook beperkende, ook ervaringen van samsara en nirvana. Ze is een ongedifferentieerde en open ruimte waarin we d.m.v. meditatie in kunnen geraken. Na langdurige beoefening van Shamatha- en Vipashyana meditatie waarin gedachten en emoties getemd en vervolgens doorzien worden, ontstaat op een spontane wijze de ervaring van de ‘natuurlijke staat’ waarin we al onze bedenksels, fantasieën en begrippen kunnen laten varen. Het is niet nodig om afstand te nemen van onze gedachten en emoties, of die negatieve emoties proberen te vervangen door positieve of die te zuiveren. Neen, dat betekent n.l. iets te doen aan gedachten en emoties die volgens het Mahamudra-boeddhisme geen intrinsieke waarde hebben. Treden ze tijdens de meditatie toch op dan is de aanpak om te proberen vanuit de natuurlijke staat er alleen maar naar te kijken zonder te oordelen waarna ze vanzelf weer verdwijnen en als ze terugkomen geen effect sorteren en opnieuw er niet meer zijn. Zo kunnen wij bevrijd worden van onze storende gedachten en conflicterende emoties door te verblijven in deze open en verlichte ruimte ofwel door gewaar te zijn van ons zijn en onze waarneming.
‘Like the center of a cloudless sky’
‘This self-luminous mind is impossible to express’
‘It is wisdom of non -thought beyond analogy’
‘Naked ordinary mind’
De fase van het ‘zien’ – shamatha meditatie
Het zien en doorzien van de menselijke geest wordt vooral door meditatie bereikt. Twee vormen van meditatie zijn bekend binnen het boeddhisme, t.w. Shamatha en Vipashyana. De eerste wordt ook aandachts-meditatie of mindfulness genoemd. De Shamatha-meditatie is bedoeld als voorbereiding op Vipashyana of inzichtmeditatie en is daar uiteindelijk het fundament van. De functie van Shamatha-meditatie is te proberen de werking van onze geest te kalmeren ofwel te beteugelen, in het Engels uitgedrukt met ’taming the mind’.
Maar wat is de geest volgens het boeddhisme? Een school binnen het boeddhisme, het Hinayana, geeft de volgende definitie. De geest wordt gekenmerkt door een voortdurende opeenvolging van dharma’s, dat zijn elementaire, kleinste ervaringseenheden in de zin van momentane en voorbijgaande verschijningen van gedachten en gevoelens. Er zijn uiteraard meerdere definities maar binnen dit deel van het artikel lijkt mij deze de meest bruikbare. Tijdens de meditatie wordt men zich meer en meer bewust van deze dynamiek. Hoe gaat men te werk in deze vorm van meditatie? Men probeert zo goed mogelijk de aandacht te richten op een object of meestal op de ademhaling en zich vooral niet te laten afleiden door gedachten. Dit lijkt eenvoudig maar men laat zich gemakkelijk afleiden en meeslepen door zijn gedachten. Steeds moet men proberen terug te gaan naar het punt van aandacht en opnieuw beginnen met b.v. het tellen van de in- en uitademing.
Ook hier geldt de noodzaak van regelmatige oefening gedurende een vrij lange tijd met veel geduld en discipline. Naast het beteugelen van de emoties wordt door de meditatie ook de invloed van onze gedachten verminderd. Deze discursieve cognities komen voort uit onze illusie van het bestaan van een onafhankelijk en zelfstandig ego. Door tijdens de meditatie de aandacht b.v. op de ademhaling te richten wordt de werking van dit objectiverende denken verzwakt en ook treedt er een afname op van de invloed van onze emoties. Anders gezegd- door de verzwakking van de affectieve en cognitieve sluiers en daardoor een toename van de transparantie van onze ervaring wordt de werkelijkheidsbeleving intensiever, meer open en ook ruimtelijker. We krijgen steeds meer een directe ervaring van onze omgeving en een scherpere waarneming. Deze wijze van perceptie wordt prachtig verwoord in een van de verzen van een gedicht van Fernando Pessoa, (1888-1935) die geldt als de belangrijkste Portugese dichter van de twintigste eeuw. ‘Ik geloof in de wereld zoals in een madeliefje, Omdat ik haar zie. Maar ik denk er niet aan. Want denken, dat is niet begrijpen.De wereld is niet gemaakt opdat wij erover zouden denken, (denken betekent een oogziekte hebben). Maar om ernaar te kijken en ermee eens te zijn.’
Meditatie zonder object
Zoals beschreven in de vorige alinea werd de aandacht tijdens de meditatie steeds gericht op een object of in de meeste gevallen op de ademhaling om te proberen te voorkomen dat de aandacht afgeleid wordt door de vele gedachten. In de meditatie zonder object is de focus- de geest. Wij proberen in deze geestestoestand de gedachten en emoties met gelijkmoedigheid, zonder begeerte of afkeer te bezien. Het gaat niet zozeer om handhaving van de meditatieve evenwichtigheid, alswel om het gewaarzijn van een heldere geestestoestand. Komen gedachten en emoties op dan bezien wij deze als voorbijgaande en vluchtige fenomenen die komen en gaan. Tijdens deze objectloze meditatie zitten we rechtop en kijken met open ogen recht voor ons uit. Zonder aandacht te schenken aan opkomende gedachten, emoties en zintuiglijke indrukken die wel worden geregistreerd, zitten wij in een ontspannen en zuivere toestand van gewaarzijn. Het is een manier van zijn die spontaan ontstaat en ons doet verblijven in een heldere en lucide geestestoestand. De voorwaarde daarvoor is de stabiliteit van de geest verworven tijdens de Shamatha-meditatie met object. Om de ware aard van de gedachten en niet zozeer de inhoud ervan te doorzien is Vipashyana meditatie onontbeerlijk.
Vipashyana- of inzichtmeditatie- de fase van het doorzien
Nadat de geest door de Shamatha-meditatie is gekalmeerd en getemd, ontstaat de ruimte in de geest om deze nader te onderzoeken. Mooi uitgedrukt in de metafoor- nadat het onstuimige meer tot rust is gekomen en de stoffelijke, bezoedelende elementen zijn bezonken, is het water helder en transparant geworden. Door de vermindering van de intensiteit van de emoties, zijn wij in staat om in de inzichtmeditatie beter te kijken naar onze gedachten. Wij kunnen denken over onze waarnemingen, maar ook onze gedachten waarnemen en doorzien. Deze vorm van meditatie die door Boeddha is ontwikkeld, is gelijk te stellen aan introspectie van onze geest. Overigens kan de inzichtmeditatie alleen succesvol beoefend worden binnen het boeddhisme met haar filosofie, leerstellingen en concepten. Ook wel wordt inzichtmeditatie de wetenschap van de geest genoemd die de innerlijke realiteit en de aard van de geest bestudeert. Voor deze methode is in de analytische fase het denken onontbeerlijk. Tijdens de meditatie gaat het niet om te kijken naar de inhoud en de oorzaken van de gedachten en poogt men niet deze theoretisch te begrijpen en te verklaren maar om de aard van de gedachten te doorzien. Zo ontstaat het inzicht dat onze gedachten voorbijgaand, vluchtig en vooral niet-substantieel zijn, mede daardoor wordt de mate van fixatie aan die gedachten geleidelijk verminderd en beëindigd. Zo leren wij zonder hoop en vrees te kijken naar het ontstaan van onze gedachten en te zien hoe ze weer verdwijnen als maar gedachten. ‘Just sitting, watching the thoughts passing by like clouds in a clear blue sky’. Na een lange periode van meditatie kan er spontaan een ervaring ontstaan die wel de ”natural state of the mind’ wordt genoemd- een toestand van een rustig en vrijwel non-conceptueel ervaren.
‘Just sitting while thoughts like clouds appear, disappear and sometimes return’. Overigens is het vrijwel onmogelijk om de ervaring van leegte en ruimte tijdens de meditatie onder woorden te brengen. Het non-conceptuele ervaren verwoorden is per definitie onmogelijk. Pas in deze meditatieve toestand kan men geleidelijk steeds meer de illusoire aard van het ego en de wereld van objecten en concepten ervaren.
Visie van het boeddhisme op gedachten en concepten
In de benadering van het Mahamudra-boeddhisme staat de bevrijding van de mens centraal door deze te verlossen van de overheersende invloed van cognities en emoties. Het is daarom zinvol om in te gaan op de wijze waarop het boeddhisme onze wereld van gedachten beziet. De mens is een denkend wezen. Het denken in begrippen is zeer nuttig en onontbeerlijk in ons bestaan. Dit conceptuele denken is ook onmisbaar om het pad van Boeddha te gaan, zowel in de kennisverwerking van deze leer als in de contemplatie kunnen we niet zonder de taal. Wij denken over het verleden en ook over de toekomst met behulp van discursieve gedachten. Deze gedachten maken gebruik van binaire concepten die gebaseerd zijn op het al of niet bestaan van dingen. Zij gaan uit van de veronderstelling dat dingen een permanent en onafhankelijk bestaan hebben. Deze neiging om zo te denken is vooral als het gaat om de scheiding tussen subject en object als onafhankelijke eenheden maar ook tussen geest en lichaam. Dit dualistisch denken weerhoudt ons om de ware aard van de werkelijkheid te doorzien waarin alles met alles samenhangt. Dit dualistisch denken passen wij ook vaak toe op metafysische, spirituele en morele denkbeelden. De neiging om realiteit toe te schrijven aan abstracte en algemene termen ,wordt reificatie genoemd. Reificatie is niet alleen beperkt tot het wetenschappelijk denken maar vindt ook plaats in het alledaagse denken. Volgens Schutz, een bekend fenomenoloog, is reificatie een bepaald cognitief proces dat een ding-achtige en ontologische status toekent aan concepten en processen.
Na kritische analyse blijkt het gereificeerde systeem van concepten abstract te zijn. Ze is een onvoldoende en onvolledige beschrijving van de fenomenen. Voorbeelden van dit soort begrippen zijn in de psychologie ego, superego en in de sociologie status, rol en maatschappij. In het dagelijks leven spreekt men vaak over geschiedenis, de samenleving en ook over het “leven” als vaststaande entiteiten. Vaak heeft de reificatie een sterke aanmatigende, ontologische connotatie zowel in positieve als negatieve zin. In positieve zin kan er b.v. verheven worden gesproken over een gereificeerde concept. Een mooi voorbeeld hiervan is in de discussie over euthanasie waar over de heilige waarde van het leven wordt gesproken, alsof dit concept een realiteit is. Ten overvloede het ‘leven’ bestaat niet, noch in positieve noch in negatieve zin, er zijn alleen mensen en dieren die leven en helaas lijden.
In het boeddhisme wordt de neiging om in ons denken het begrip ‘ego’ te objectiveren gezien als de belangrijkste oorzaak van ons lijden. De ontmanteling van deze gedachtenconstructie is kort aan de orde geweest. In de relatieve werkelijkheid lijken gedachten concreet zolang wij denken maar ze kunnen niet waargenomen worden, ze zijn niet tastbaar d.w.z. ze hebben geen substantie. Ook de concepten in ons denken zijn niet werkelijk, ze zijn leeg. Toch spelen concepten in onze gedachtewereld een grote rol in de werkelijkheidsbeleving. Naast de deconstructie ervan door een intensieve en uitgebreide logische analyse, maar ook door de beoefening van Shamatha-meditatie wordt de impact van gedachten verminderd en door de Vipashyana-meditatie wordt de aard van de gedachten steeds meer doorzien en daarmee het niet-substantiële karakter ervan. Om ons vastklampen en daarmee de fixatie aan de wereld van de binaire concepten zo veel mogelijk los te laten, stelt de grote meester Nagarjuna voor om uiteindelijk alle visies, gezichtspunten los te laten d.w.z. zowel filosofische, wetenschappelijke, theïstische maar ook de boeddhistische. Ook onze alledaagse concepten en opvattingen over b.v. het ‘zelf’, nirvana. Dit loslaten van onze denkbeelden en concepten wordt vooral gerealiseerd in de meditatie en wordt prachtig verwoord in het volgende gedicht van Milarepa, eveneens een groot meester,
I, the yogi Milarepa, look nakedly and see the essence
What I see is beyond concept, what I see resembles space
Free from motion, resting still-I realize the true nature
All the things there are empty=their empty essence is what I realize
Relaxing loosely, letting go=original wisdom holds its ground
In the river of awareness the mud settles down and the brightness shines
I take my concepts and throw them away=recollections and thoughts are cut
The deep abyss of the six realms has been sealed completely=that,s over for me now
I know for sure my mind is Buddha;so there,s nothing I need to gain or achieve
When realization shines from inside , it,s like when the sun,s light on the night
All my thoughts’; the whole collection, and disturbing states of mind
Whithout effort, in their own place, disappearing and now gone.
In een ruwe vertaling:
Ik, de yogi Milarepa, kijk op een onbevangen wijze en zie de essentie
Wat ik zie is voorbij concept, wat ik zie lijkt op ruimte
Vrij van beweging, rustend nog steeds – ik realiseer de ware natuur
Alle dingen die leeg zijn=hun lege essentie is wat ik me realiseer
Ontspannen losjes, loslaten=originele wijsheid houdt zijn grondvesten vast
In de rivier van bewustzijn komt de modder tot rust en schijnt de helderheid.
Ik neem mijn concepten mee en gooi ze weg=verzamelingen en gedachten zijn doorgeknipt
De diepe afgrond van de zes koninkrijken is volledig afgesloten=dat is voor mij nu voorbij
Ik weet zeker dat mijn geest Boeddha is, dus ik heb niets te winnen of te bereiken.
Wanneer de realisatie van binnenuit schijnt, is het als wanneer de zon schijnt in de nacht
Al mijn gedachten’; de hele collectie, en verontrustende gemoedstoestanden
Zonder inspanning, op hun eigen plaats, verdwijnend en nu weg.
Opvallende fasen op de weg
- In ieders leven kan er sprake zijn van een intensieve, heldere beleving van het moment in het hier en nu b.v. van een indrukwekkend een natuurverschijnsel of een belangrijke ingrijpende gebeurtenis zoals een begrafenis. Deze intensieve belevingen kunnen door meditatie gecultiveerd worden.
- Deze intensieve aandacht kan door Shamatha-meditatie een blijvend karakter krijgen. Mede daardoor ontstaat na enige tijd een ervaring van stabiliteit maar vooral het vermogen tot concentratie.
- Na het doorzien dat het ‘ego’ geen vaststaande en permanente entiteit is, treedt door Vipashyanameditatie het inzicht door van het niet-substantiële karakter van onze gedachten en concepten.
- Na logische analyse door de Madhyamaka school en voortgaande meditatie dringt het inzicht door dat de realiteit zoals we die ervaren in absolute zin leeg is en alleen in onze ervaring zo wordt waargenomen door toekenning van concepten aan objecten die in wezen slechts fenomenen zijn.
- In de voorgaande ontwikkeling spelen inzicht en intelligentie samen. Na een lange periode van meditatie kan er spontaan een ervaring ontstaan die helder, ruimtelijk en lichtend is waarin gedachten en emoties een geringe rol spelen. Deze ervaring kan een permanent karakter krijgen en na een bepaalde tijd wordt ook de dualistische beleving van de werkelijkheid afgezwakt. Soms kan ook het onderscheid tussen meditatie en meditator vervagen en treedt geleidelijk steeds uitbreidende post-meditatieve beleving op. In deze toestand van vrijwel direct en spontaan verblijven in de ‘natural state’ is er sprake van een ongekunsteld waarnemen, een ontwaakte bewustzijnsstaat en een ultieme openheid voor de onmiddellijke werkelijkheid -het hier en nu. In dit gewaarzijn worden zintuiglijke en mentale verschijnselen helder, intensief en zuiver waargenomen, niet beïnvloed door omstandigheden. De helderheid en lichtheid ervaren tijdens de meditatie wordt mooi weergegeven in het symbool van het boeddhisme: de bloeiende lotus. De lotus in deze symboliek is een bloem die haar wortels heeft in de troebele en modderige wateren van onwetendheid en lijden, dat is in onze geest met haar dominante gedachten en conflicterende emoties. Doordat zij er bovenuit groeit heeft zij een ander, wijder perspectief gekregen op dit ondoorzichtige water. Maar zij verlaat het water niet en vreest het water niet: zij leeft eruit. Haar zuiverheid en schoonheid zijn erin geworteld. Toen zij in knop nog in het donkere water zat was daar weinig van te zien. Nu is zij zichtbaar en toont haar ware , onvermoede natuur. (vrij naar de Lotus en de Roos van Han de Wit)
Hoe werkt het besef en beleving van de absolute werkelijkheid, een wereld zonder objecten en concepten, een egoloos beleven van een illusoire realiteit door in de beleving en gedrag in de alledaagse, relatieve werkelijkheid? Door de lange periode van regelmatige meditatie is er, ondanks mijn gevorderde leeftijd in lichamelijk opzicht een grote mate van soepelheid en lichtheid ontstaan, een duidelijke ervaring van verjonging. Tijdens de meditatie treedt er een zeer intensieve lichamelijke en mentale ontspanning op. De buitenwereld wordt intensiever, ruimtelijker ervaren, soms op een panoramische wijze. De benadering van situaties in het dagelijks leven is vaak spontaan en ontspannen met een openheid, relativering en humor waardoor gemakkelijk contact ontstaat.
Overigens ben ik geen heilige geworden, oude agressieve, egocentrische en angstreacties zijn niet verdwenen. Ze worden bewuster ervaren en hopelijk minder intensief.
Gebruikte literatuur: o.a. Reginald.A.Ray ‘Indestructible Truth’ Trales Kyabgon ‘Selfliberation through Mahamudra-meditation ‘Ver Khempe Tsultrim Gyantso,Rinpoche ‘Progressive stages of meditation on emptiness’. Andy Karr ”Contemplating Reality” Shabkar Lama“ De vlucht van de Garoeda“
Herman zegt
Een beetje ongelukkig om met een citaat van Sogyal Lakar te beginnen. Of heb je iets gemist?
Joop Ha Hoek zegt
Wat is er inhoudelijk mis met deze tekst?
Arrisina zegt
Hoe laat je alle visies los en ben je tegelijkertijd docent sociale psychologie, Ad?