In Thailand, dat al geteisterd wordt door schandalen met oplichting, diefstal en verrijking in boeddhistische kringen, hebben boeddhistische nonnen het ook steeds moeilijker. Op Internationale Vrouwendag, begin deze maand, werd een bhikkhunicentrum in Rayong in brand gestoken. De oorzaak van de brandstichting is nog onbekend maar duidelijk is dat het voor een vrouw niet gemakkelijk is om een boeddhistische non in Thailand te zijn.
Het centrum wordt gerund door twee vrouwen, bhikkhuni Lee, een Amerikaanse en bhikkhuni Rattanavali, een Thaise vrouw. Het centrum biedt sinds 2013 plaats aan 35 bhikkhuni en samaneri (vrouwelijke beginners). Net als andere bhikkhuni centra in Thailand noemt het centrum zich geen tempel om juridische problemen met de boeddhistische geestelijkheid te voorkomen. Het extreme geweld tegen vrouwen, zoals de brandstichting, wordt gezien als een protest tegen hun doorzettingsvermogen bij het inwijden van vrouwen die in andere bhikkhuni centra zijn geweigerd.
Boeddhistische nonnen in Thailand hebben het moeilijk om erkend te worden. Door de Thai zelf en door de boeddhistische geestelijkheid. Ze moeten hard werken om door de lokale bevolking geaccepteerd te worden, terwijl de monniken alle steun ontvangen vanwege hun verdiensten voor de samenleving. Deze last is vooral zwaar als vrouwelijke monniken vreemden zijn voor omgeving, wat waarschijnlijk het geval is met het centrum in Rayong. Centra die wel aansluiting hebben gevonden bij de lokale bevolking en plaatselijke monniken blijven gespaard.
Sinds eind 20e eeuw zijn er weer bhikkhuni’s in het theravada, nadat deze traditie in het theravada 800 jaar lang uitgestorven was. Deze nieuwe bhikkhuni’s hebben hun ordinantie in het mahayana behaald, maar volgen zelf het theravada. Over het algemeen gesproken is de ordinantie tot bhikkhuni echter in veel traditionele theravadalanden controversieel en worden de bhikkhuni’s niet altijd erkend.
De brandstichting in het centrum heeft de volle aandacht van mensenrechtengroepen maar nonnengemeenschappen zwijgen als het graf. Ondanks het toenemende aantal vrouwelijke wijdingen in het land opereert elk centrum zelfstandig en is naar binnen gekeerd. Zo ontstaat er nauwelijks een hecht netwerk van nonnen in het door monniken gedomineerde Thailand. Het gevaar is aanwezig dat door een wijziging van een paragraaf in de Grondwet, waarin de macht van patriarchale geestelijken, die erop uit zijn om het wijden van vrouwen te onderdrukken, toeneemt en ook de bescherming van religieuze vrijheid zal afzwakken.
Formeel is het de staat verboden inbreuk te plegen op de religieuze praktijken van een individu of groep. Thaise vrouwen hebben een constitutioneel recht om zich tot non te laten wijden. Een verbod tegen vrouwelijke wijding is ongrondwettig. Om te voorkomen dat er juridische problemen met de invloedrijke sangharaad ontstaan, hebben de Thaise nonnen hun toevlucht gezocht bij de boeddhistische geestelijkheid in Sri Lanka en staan ze niet onder bevoegdheid van de Thaise Theravadatraditie.
De Thaise geestelijkheid doet er alles aan om het leven van de gewijde nonnen moeilijk te maken. Zij dringt aan op een verbod van elke wijding van vrouwen tot non op Thaise bodem. Zij heeft ook gevraagd van het ministerie van buitenlandse zaken om geen visa te verstrekken aan monniken uit Sri Lanka en andere landen die naar Thailand willen komen om er vrouwen te wijden. En verkrachten daarmee het grondwettelijke recht dat tot nu toe vrouwen hebben.
Het is pijnlijk om te merken dat Thaise monniken zich ophouden met dit soort zaken en niet alles uit de kast trekken om uit het verrotte systeem van staatsboeddhisme te raken zodat ze opnieuw het respect van het publiek kunnen krijgen. De staat vermoedt onraad en reuring en zal met de wijziging van het handvest binnen de Grondwet het beginsel van vrijheid van godsdienst doven door op schending- onder meer de wijding van vrouwen, van het boeddhisme zware straffen te stellen. En verleend daardoor steun aan de Thaise theravada geestelijkheid die nu kan uitmaken wat het echte boeddhisme is en of gewijde vrouwen daar een plek in krijgen.
Op dit moment zegt de Thaise de geestelijkheid dat de theravada bhikkhuni erflijn dood is en ook geen nieuw leven kan worden ingeblazen. Ze stelt dat dat hun verzet niet voortvloeit uit discriminatie naar geslacht, maar uit hun strikte naleving van de oorspronkelijke voorschriften in verband met vrouwelijke wijding . Nieuwe wijdingen van vrouwen zijn daardoor volgens hen simpelweg onmogelijk. Ze dreigen monniken die wel tot wijding van vrouwen overgaan te straffen. Sommigen zien het als pure vrouwenhaat.
Gerben zegt
Beste redactie/joop,
Waar staat BNN als bron voor?
Ik zie hem vaker bij jullie artikelen maar ik ken hem niet.
Dank en groet,
Gerben