Ik ben niet beter en niet beter af dan jij. En ook niet méér mezelf; alleen wat minder mij.
Beste Hans,
Het laatste wat ik zoek is een leraar of meester, en juist daarom meen ik er goed aan te doen jou te benaderen. Zou je mij een beetje kunnen begeleiden misschien? Een duwtje in de goede richting geven zodat ik wat meer mezelf word? Waar nodig mijn verzet breken op de weg naar de wijsheid zonder wijsheid?
Beste Hugo,
Een duwtje geven lukt nog wel, maar in de goede richting? Kan iemand die de weg kent zonder wijsheid zijn? Kan iemand die de weg niet kent een wijze wezen?
Of er wat te breken valt en hoe dat dan zou moeten, weet ik niet. Mezelf heb ik niet kunnen breken; ik kwam niet eens op het idee. Mijns ondanks brak er iets, maar wat?
Mijn ego?
Mijn taal?
Mijn geest?
Mijn weten?
Mijn wezen?
Mijn moraal?
Mijn ware zelf?
Mijn principes?
Mijn aannames?
Mijn ruggengraat?
Mijn denkbeelden?
Mijn verwachtingen?
Mijn goedgelovigheid?
Mijn innerlijke goeroe?
Het licht in mijn wijsheidsoog?
Wat het ook was, het is gebroken en nu ben ik heel. Terwijl ik dat dolgraag deel, laat het zich niet vermenigvuldigen, tenminste niet door mij. Wees blij, ik ben niet beter, en niet beter af dan jij. En ook niet méér mezelf, alleen wat minder mij.
‘Een duwtje in de rug’ maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
Nawoord
Vaders, moeders, bloggers, auteurs, opinieleiders, coaches, counselors, co-counselors, columnisten, commentatoren, consultants, opvoeders, ethici, beleidsmakers, wetgevers, raadgevers, medicijnmannen, mystagogen, pedagogen, sjamanen, rinpoche’s, roshi’s, engelen, geesten, voorouders, therapeuten, politici, dominees, ombudsmannen, mentoren, meesters, cabaretiers, goeroes, loodsen, reisgidsen, padvinders, verkenners en andere wegwijzers – ze zijn er en dat juich ik toe.
Ik snap ze geen van allen, daar heb ik me bij neergelegd.
Zij niet, dat nooit, ook daar heb ik me bij neergelegd.
Vooral vallende leraren koester ik; van hen leer ik het meest af.
Samen vallen schept een band.
’t Is wijds aan gene zijde van de mand.
Voorgoed ontvingerd en ontmand.
Geen wijzen hier in boterland;
Je kunt niet wijzen naar geen kant.
A blessing in disguise heet dit
Al is mijn leven tuchtig
Zo zonder wijzen blijft mijn denken
Zacht en licht en luchtig
boterland: (zeewezen) wolken die zich voordoen als verwijderd land, dat echter bij nadering ‘als boter wegsmelt’
Marja Timmer zegt
Fantastisch!
Sjoerd Windemuller zegt
Een eitje bakken
=
een eitje breken.
Op zo’n afwezigheid
ben ik
niet uitgekeken.