Hoe ver moet een vertrouwenspersoon gaan om al of niet vermeend misbruik van leerlingen van boeddhistische leraren dat hem in vertrouwen is verteld naar buiten te brengen? Een voorbeeld. Heeft de boeddhistische leraar Frank Uyttebroeck vijf jaar lang tegenover de buitenwacht gezwegen over het misbruik van vijf leerlingen door vijf verschillende boeddistische leraren, of heeft hij actie ondernomen om het misbruik te stoppen? Wat woog zwaarder: het nu of de toekomst?
Uyttebroeck wil daar tegen het BD niets over zeggen en zegt zijn belofte van absolute vertrouwelijkheid –gedaan aan de vijf slachtoffers- nooit te zullen schenden. Ook wil hij niet ingaan op wat hij met die informatie heeft gedaan richting verdachte leraren toe. Met de vijf slachtoffers zegt de leraar geen enkel contact meer te hebben ‘met hen is het overigens volkomen goed gekomen’. Leraren en studenten rond de Thaise in Nederland praktiserende leraar Mettavihari zwegen tientallen jaren over het bij hen bekende misbruik door deze man. Pas vorig jaar bleek de werkelijke omvang van zijn wangedrag en begin deze maand kwam de affaire via het BD naar buiten.
De NOS schreef gisteren in een bericht over drie gevallen van (seksueel) misbruik door de boeddhistische leraren Mettavihari, lama Chöpel en Dhammawiranātha (Pierre Krul), dat Uyttebroeck meldt ‘dat sinds 2010 nog zeker vijf andere mensen hulp bij hem hebben gezocht, die misbruikt zouden zijn door vijf verschillende leraren. Twee van hen waren volgens Uyttebroeck zo getraumatiseerd, dat hij ze zou hebben doorverwezen naar het medische circuit. De namen van de leraren in kwestie wil hij niet noemen, naar eigen zeggen omdat hij dat de slachtoffers heeft moeten beloven.’
In het bericht op NOS Teletekst van vandaag staat op pagina 105 ‘ook zeer recent waren er misbruikzaken in boeddhistische kring’, nu zonder Uyttebroeck te quoten. Deze zaken worden niet nader geduid. De Boeddhistische Unie Nederland zegt vandaag in een reactie dat er bij de BUN geen recente gevallen bekend zijn, en niemand zich bij de BUN gemeld heeft.
Aangifte doen
In het Boeddhistisch Dagblad wordt door lezers gereageerd op de berichtgeving van de NOS en het BD over (seksueel) misbruik door boeddhistische leraren en het feit dat daar tientallen jaren over gezwegen is. Kees Moerbeek gaat inhoudelijk in op de positie van vertrouwenspersonen. Moerbeek: ‘Vertrouwenspersonen hebben een keus en kunnen tevoren zeggen: ‘Dank voor je vertrouwen, maar hiervan moet je aangifte doen. Ik zal je helpen bij aangifte doen en je verwijzen naar iemand, die je helpen kan bij het verwerken van je trauma.’ Weet als vertrouwenspersoon wat je verantwoordelijkheden en je grenzen zijn.
Zeggen dat je als vertrouwenspersoon van mogelijk strafbare zaken kennis hebt, maar niets mag zeggen vanwege het geschonken vertrouwen, is een onmogelijke positie. Niemand wordt daar gelukkig van en misbruikers kunnen hun gang gaan. De pers, en daar zijn ze voor, weet er wel raad mee. Dat is hun manier om misstanden aan de kaak te stellen. En dan? Morgen wordt in de krant de vis verpakt, zeggen ze.
De misbruikers hebben recht op een veroordeling als ze de wet overtreden hebben. Zo ook hebben de slachtoffers recht op genoegdoening, ‘ vindt Moerbeek.
Rol BUN
In de berichtgeving van de NOS over het misbruik wordt de rol van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) in de kwesties belicht. In de NOS-tekst staat: ‘In notulen van de Boeddhistische Unie Nederland sprak de toenmalige voorzitter (in het geval van lama Chöpel) van “een zelfbenoemde lama” (leraar)” die “op een vreselijke manier heeft huisgehouden”. De BUN stuurde een aantal mensen om met de slachtoffers te spreken en gaf volgens de NOS verder geen ruchtbaarheid aan het schandaal.
Het derde schandaal dat de NOS belicht heeft betrekking op het gedrag van Pierre Krul uit Den Haag. Deze Krul dreef een boeddhistisch klooster in het Friese Makkinga. Eind 2001 legde Dhammawiranātha, zoals Krul werd genoemd, zijn monnikspij af nadat hij was geconfronteerd met de vele seksuele relaties die hij was aangegaan met vrouwen. Ook in dit geval deden betrokkenen een beroep op de BUN. Een bestuurslid noteerde volgens de NOS: “De verhalen waren echt onthutsend: hersenspoeling, ophitsen, financieel kaalplukken, seksuele relaties met (doorgaans mentaal afhankelijke) vrouwen, maar ook met heel jonge, minderjarige meisjes.”
BUN-voorzitter Michael Ritman reageert vandaag op de berichtgeving. ‘Voor wat betreft de kwestie in Middelburg wordt verwezen naar de notulen van de ALV van 19 april 2008. Onder ‘Mededelingen en ingekomen stukken’ staat daar het volgende:
‘De BUN is ingeroepen n.a.v. escalaties in een boeddhistisch centrum te Middelburg, waar een zelfbenoemde lama op een vreselijke manier heft huisgehouden. De BUN heeft hier op gereageerd door met betrokken personen eerst te kijken wat er aan de hand was en vervolgens samen met Kaye Miner van het Maitreya Instituut een dag met de betrokken mensen te praten om perspectief te bieden in wat ze meegemaakt hebben. Het is uitermate belangrijk dat dit soort signalen opgepakt worden in de maatschappij. Kom je zoiets tegen, meld het bij de BUN. We hebben een netwerk om er iets mee te doen. Dit is een typisch voorbeeld van traditie overstijgende samenwerking.’
Ritman: ‘Voor zover ik dat achteraf kan beoordelen heeft de BUN toen adequaat actie ondernomen. Er was een verzoek om hulp, en daar is van mens tot mens op gereageerd, ook al was het betreffende centrum niet aangesloten bij de BUN, en was er sprake van een zelfbenoemde lama.’ De kwestie Dhammawiranātha die in Makkinga speelde heeft uitgebreid in de kranten gestaan. Ook het gedrag van Mettavihari in de tempel in Waalwijk is uitvoerig beschreven. Daar zegt de BUN niets aan toe te kunnen voegen.
Ritman: ‘Wat de rol van de BUN betreft, de BUN heeft geen autoriteit of zeggenschap over de leden, dat is ook in tegenspraak met het uitgangspunt van de BUN als vriendschapsvereniging. We kunnen alleen zeggen dat als een betrokkene zich bij ons meldt de betreffende persoon erop kan rekenen dat we al het mogelijke zullen doen om te zorgen dat iemand geholpen wordt. Verder kunnen we ervoor (blijven) zorgen dat deze thematiek binnen de BUN bespreekbaar is, en faciliteren dat onze leden zich op dusdanige manier organiseren, dat misstanden voorkomen, dan wel adequaat aangepakt kunnen worden.’
Robert Keurntjes zegt
Iedere hulpverlener kan ooit voor het dilemma komen te staan of hij/zij zich moet houden aan zijn belofte tot vertrouwen of om wille van de ernst toch aan de bel te trekken.
De vraag stellen of de vertrouwenspersoon juist gehandeld heeft is dezelfde als de vraag of de vertrouwenspersoon in die functie over voldoende onderscheidingsvermogen beschikt om die keuze te maken. Oftewel vertrouw je de vertrouwenspersoon.
De rol van een vertrouwenspersoon is een hele andere dan die van omstanders die om andere redenen hun mond houden. Hier wordt, enigszins suggestief, het zwijgen van de vertrouwenspersoon in één alinea genoemd met het zwijgen van leraren en studenten.
Natuurlijk is seksuele intimidatie of misbruik iets wat we willen voorkomen en gelukkig zijn er journalisten en klokkenluiders die verhalen naar buiten brengen. Dat is hun taak, een vertrouwenspersoon heeft een andere taak en tenzij er redenen zijn om er aan te twijfelen zullen we vertrouwenspersonen moeten vertrouwen. Zodat ook wij een vertrouwenspersoon kunnen vertrouwen als we zelf een keer een luisterend oor nodig hebben.
Kees moerbeek zegt
‘Hier wordt, enigszins suggestief, het zwijgen van de vertrouwenspersoon in één alinea genoemd met het zwijgen van leraren en studenten.”Suggestief’ is voor rekening van Robert Keurntjes, maar getuigt er in ieder geval van hoe gevoelig de zaak ligt. Joop H. Hoek heeft mij juist geciteerd.
Wonderlijk is in deze casus dat de vertrouwenspersoon tegenover de pers aangeeft kennis van mogelijk strafbare feiten te hebben en zelfs iets over het lot van een aantal slachtoffers meldt, maar gebonden is aan geschonken vertrouwen en dus geen namen kan noemen.
Maar is dat al niet het breken van vertrouwen? Kortom, in hoeverre heeft de vertrouwenspersoon werkelijk gezwegen? Inderdaad heeft hij geen namen genoemd, maar dan toch.
Kortom een hachelijke positie. Een vertrouwenspersoon is vertrouwenspersoon, een klokkenluider een klokkenluider, maar dit lijkt er tussenin te zitten. Dat wekt verwarring, ook bij slachtoffers om wie het zou moeten gaan.
Joop Ha Hoek zegt
Ik ben ooit lid geweest van een commissie ethiek van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. We zochten naar antwoorden op vragen zoals: wanneer stap je naar de politie of Justitie als je kennis draagt van een voorgenomen misdrijf. Volgens huidige wetgeving worden journalisten bij wet beschermd, hoeven zij niet te verklaren over bronnen en zo. Daar ging het ook niet om. Wat doe je als mens als je kennis draagt van een voorgenomen misdrijf. Ik weet nog wel hoe divers die discussie was. Voor de een was een milieumisdrijf heel erg, voor de ander aantasting van de persoonlijke en/of lichamelijke integriteit. De ander liet sowieso een transport met drugs passeren. Het resultaat was dat er geen enkele norm of ondergrens kon worden bereikt. Dat was ook niet zo erg: geweten is niet bij wet te regelen. Het was mijn gewoonte om als dagbladjournalist tegen mensen die mij bijzondere nieuwsitems bezorgden, te zeggen: wat je zegt komt in de krant, ook al zou het niet de krant halen. Zo hield ik de mogelijkheid open om er mee naar buiten te treden en gevaar -voor anderen- af te wenden. Wat heb je aan in vertrouwen vertelde zaken als je geen oplossing kunt bieden voor het probleem.
Als ik vertrouwenspersoon ben- en dat ben ik wel eens, kan ik zwijgen als het graf. Behalve als ik weet dat anderen slachtoffer zouden worden door mijn zwijgen. Ik zou dan alles doen om mijn bron te beschermen, maar met het zwaard in de hand en te paard op de vijand af gaan. Zodat ik nooit kan zeggen: Ik wist het maar heb niet gehandeld. Ik vind dat Frank Uyttebroeck niet goed gehandeld heeft als hij vijf jaar lang gezwegen heeft. En zijn mond had moeten houden tegen de NOS nu hij wel a maar geen b zegt. Dat is gewichtigdoenerij. En de NOS had hem niet op moeten voeren als bron. De journalistiek zegt: één bron is geen bron. Frank trekt ten strijde tegen zwijgende leraren, maar ondergraaft zijn eigen stelling door de suggestie te wekken dat hij vijf jaar lang zijn mond heeft dicht gehouden.
Robert Keurntjes zegt
Omdat je niet precies weet wat hij verzwegen heeft klopt je redenering m.i. niet.
Het belangrijkste wat we niet weten is of er inderdaad een kans was op meerdere slachtoffers. Je weet dus ook niet of hij dat in overweging genomen heeft.
Je mag best vragen stellen, maar de conclusie dat hij niet juist gehandeld heeft gaat mij te ver.
Daarnaast vind ik het opmerkelijk dat er uit het verslag wel gehaald wordt dat de integriteit van een vertrouwenspersoon bevraagd wordt maar er niet de vraag gesteld wordt wie al die mensen zijn die niet beloofd hebben om te zwijgen, maar dat wel gedaan hebben, en waarom ze hun mond gehouden hebben.
Ik vind het wat dat betreft veel interessanter om te weten waarom mensen zwijgen en hoe ver mensen kunnen gaan om hun leraar de hand boven het hoofd te houden.
kees moerbeek zegt
‘Ik vind het wat dat betreft veel interessanter om te weten waarom mensen zwijgen en hoe ver mensen kunnen gaan om hun leraar de hand boven het hoofd te houden.’
Ik zie een overeenkomst. Het gaat om vertrouwen en het schenden ervan, als dat het geval is. Leraren hebben hun valkuilen wat vertrouwen van leerlingen aangaat, maar ook vertrouwenspersonen hebben hun valkuilen, als het om slachtoffers gaat. Een misschien nog interessantere vraag is dan ook wat dit met slachtoffers doet. Van de regen in de drup?
Als er gerede vermoedens zijn dat het gaat om strafbare feiten dan moet dit onderzocht kunnen worden. Filosoferen kunnen we altijd nog.
Er zijn bepaalde beroepsbeoefenaren die vanuit hun functie zwijgrecht hebben, maar ook dan is waarheidsvinding mogelijk. Dit in het belang van daders, in het belang van slachtoffers en in het belang van mensen die onterecht beschuldigd zijn.
Ook leerlingen hebben hun valkuilen en op het gebied van voorlichting daarover valt een wereld te winnen.
Zoals ik schreef hebben ze in Frankrijk een aanpak gevonden voor sektarische excessen, zowel op het gebied van voorlichting preventief, als strafrechtelijk repressief. Misschien het bestuderen waard?
Sjoerd zegt
Is het geen tijd om een volledig onafhankelijk vertrouwenspersoon /instituut voor boeddhistische sectarische uitwassen en misbruik op te richten. Eea los van de Bun of de vrienden vh boeddhisme.
Ik wil daar vanuit mijn professionele ervaring met slachtoffers en daders best over meedenken. P
kees moerbeek zegt
In Frankrijk is dat instituut Miviludes. Het is gelieerd aan de Franse staat en onderworpen aan democratische controle en gerechtelijke uitspraken.
De ‘Mission interministérielle de vigilance et de lutte contre les dérives sectaires’ (Miviludes) is een Franse overheidsinstantie, die geheel past binnen de Franse opvatting over de ‘vrijheid van geweten’ en de ‘laïciteit’, die sinds 1905 bestaat en verankerd is in de (grond)wet. Miviludes kan een beroep doen op de expertise van ministeries en overheidsinstellingen e.d.
Overigens begrijp ik dat de organisatie het ook als een taak ziet om jihadisme te bestrijden, vooral als het gaat om geldstromen, indoctrinatie en rekrutering. Dat is niet bijzonder, want dat deden ze al bij andere organisaties.
http://nl.wikipedia.org/wiki/MIVILUDES
Overigens verkies ik zelf de Franse of Engelstalige Wikipedia, die uitgebreider is.
Dit is de Franse site
http://www.derives-sectes.gouv.fr
De Fransen hebben hun opvatting over wat wij ‘vrijheid van godsdienst’ en ‘scheiding van kerk en staat’ noemen. Zij staan voor ‘vrijheid van geweten’ en ‘laïciteit’. Het verschil is veel meer dan een nuanceverschil.
Ik zou je willen verwijzen naar de website van Miviludes, die zeer uitgebreid is. Mocht de taal een obstakel zijn, dan zijn er in de sangha voldoende Belgische en Nederlandse leden die uitkomst kunnen bieden. Ik ben bij de redactie bekend.
Namo Guanshiyin pusa!
Lama T. Wangmo zegt
De Boeddha heeft he zogenaamde advies gegeven ten opzichte van het accepteren van leraren: aanvaard het niet om dat ik mooi spreek, aanvaard het niet omdat het poetish klinkt,aanvaard het niet omdat het juist klikt en aanvaard het niet omdat ik er mooi uit zie! Boeddha refereerde hier duidelijk naar een inpalmend charisma. Ik vind ook dat elk centrum de verplichting heeft om de studenten en bezoekers hier op te wijzen, afraden van onjuiste relaties tussen leraar en studenten is niet genoeg, ze moeten verboden worden! De studenten moeten in een veilige en toekomende atmosfeer kunnen functioneren.
De leraren die ‘Predator’ gedrag vertonen zijn GEEN aanhangers van Boeddha’s leer. Vertrouwens personen moeten professioneel getraind zijnen zelf ‘super visie’ krijgen, dit is gebruikelijk in de counselling. Verder is het in hele kleine centra vaak moeilijk om dat deze positie een hele professionele achtergrond vergt. Een moeilijk dilemma. Is het mogelijk om inzage te verkrijgen in de voorgenoemde Franse oplossing? Wij zelf publiceren op onze website over het gedrag van leraren, http://www.padmaoselling.com/over_leraren en hebben notarieel aanwijzingen over de verantwoordelijkheid en gedrag van de leraar vast laten leggen die van tijd tot tijd herzien worden, bij de oprichting. laten we aan een goede oplossing werken en hopen dat we kunnen voorkomen dat de veilgheid van de studenten in gevaar gebracht wordt!
nummer 6 zegt
Ik ben nummer 6. Die in het artikel niet genoemd wordt, maar wel op het nieuws. Ik heb Frank kort geleden gesproken over mijn zaak. Ik stond helemaal alleen met mijn verhaal. Waar kon ik heen? Binnen de sangha overheerst vooral “blind geloven”. Daar krijg ik geen compassie, maar kritiek of filosofieën. \de bun bellen? Ik ken die mensen niet, ze hebben geen gezichten. Ik zie ze vaag in een kantoor vergaderen.
Bij Frank kon ik mijn verhaal kwijt. Hij was vervolgens van begin af aan heel duidelijk: Ik ga hierover praten in de nationale media. Hij heeft me goed op de hoogte gehouden over het hoe en wat. Ik eist er dus al een tijdje van.
Er zijn grote en kleine zaken. Er zijn nuances, verschillen en raakvlakken. In mijn geval is een strafrechtelijke procedure niet nodig. Daar zijn Frank en ik het allebei over eens. Wel moet er iets mee gedaan worden om hopelijk iets te veranderen voor de mensen die in de toekomst te maken krijgen met onethisch gedrag van leraar of sangha. Dat zal gebeuren. Geduld.
Ja, Frank is een mannetje. Zijn bevlogenheid maakte dat ik hem af en toe terug op zijn plaats moest zetten. Maar zijn integere omgang hiermee, waarbij hij zowel mij als het grotere geheel in ogenschouw houdt, is heel zorgvuldig geweest. Hij schatte mij en de situatie goed in. En niet in de laatste plaats: hij toonde als eerste oprecht mededogen. En dat is, opmerkelijk genoeg, nogal schaars.
Ga er maar aan staan. Doe het hem maar eens na. Don’t shoot the Messenger. Pak liever de mensen aan die binnen de sangha’s nu nog steeds zwijgend op hun kussentje zitten en niets doen. Sat is pas lijden in stand houden.
Misschien kun je als journalist daar eens induiken.
Joop Ha Hoek zegt
Nummer Zes, dank voor je reactie. Ik ben begaan met je lot en waardeer dat je voor de werkwijze van Frank Uyttebroeck opkomt. Niet om mijn gelijk te halen, maar ik wil toch een paar zaken verduidelijken. Hoe ik er als journalist tegenaan kijk.
Wij zullen nooit op de boodschapper of klokkenluider schieten. We hebben ze zelf aangesteld in zorginstellingen om ons van binnenuit op de hoogte te houden. Ze zijn onze helden. Klokkenluiders moeten zelf transparant gedrag tonen, van de hoed en de rand weten en duiden. Hun beweringen moeten gecontroleerd kunnen worden.
Het is jammer dat je bij niemand je verhaal kwijt kon. De BUN bellen? De BUN is geen boeddhistische politie of inquisitie, maar een koepel van boeddhistische vrienden, maar wil wel- zo is vernomen, onderzoeken en helpen. Bij Frank kan je wel je verhaal kwijt, dat is fijn om te horen. Voor jou is Frank een vertrouwenspersoon, een persoon die je vertrouwt.
Frank is echter ook een boeddhistische leraar die jou adviseert en helpt. Je voelt je daar goed bij en terecht. Het is een lastige, maar Frank kan in zijn positie als leraar ook niet een onafhankelijk vertrouwenspersoon zijn.
In een heel duister scenario, waarvan ik hoop dat het nooit uitkomt, wordt er tegen hem een beschuldiging ingebracht. Waar of niet waar. Wie, binnen zijn sangha, gaat dat onderzoeken? Ik zie nergens in de ethische code van Tegen de Stroom in de benoeming van een of meerdere onafhankelijke vertrouwenspersonen. Het kan best zijn dat ze er zijn, maar ze worden niet genoemd.
Frank had jou beter kunnen verwijzen naar een onafhankelijk iemand, omdat hij zelf in een situatie terecht kan komen van de ‘slager die zijn eigen vlees moet keuren’. Overigens twijfel ik niet aan de inzet en integriteit van Frank. Het gaat erom: wie bewaakt de bewaker.
Het is mogelijk wat zuur overgekomen, maar wij wilden als redactie van het BD graag weten wie de vijf leraren waren die in de fout waren gegaan. Heeft Frank ze gewaarschuwd om met hun laakbaar gedrag te stoppen? Dat wilden we weten. En hoe erg was het? Niet meer, niet minder.
Er zijn inderdaad grote verschillen in de mate van laakbaar gedrag. Vaak is het grensoverschrijdend gedrag, het kan het begin zijn naar erger. Maar nog geen misdrijf en strafbaar. Jij en Frank zijn er samen uitgekomen: geen OM, geen rechter. Ik neem aan dat jullie dat bij een jurist of deskundige hebben getoetst.
De BD-redactie wil graag uit jouw mond jouw verhaal horen en heeft je daartoe uitgenodigd.
Met Metta, Joop Hoek.
nummer 6 zegt
Ik heb inderdaad advies ingewonnen bij een onafhankelijk advocaat (geen boeddhist). Ook bij mensen met een hogere intelligentie kan dit gebeuren. Het zijn niet altijd dommige leerlingen of dommige leraren, zoals iemand anders ergens reageerde. Het kan wel zo zijn dat de slachtoffers zich in een verschillend stadium van verwerking of inzicht bevinden.
Ik ben geenszins van plan mij bij tdsi te voegen, of Frank als mijn leraar te hebben. Dat is ook niet relevant.
We zijn het er allemaal hier over eens dat er iets goeds geregeld moet worden.(Al weet ik niet of ze dat in de sangha ook vinden.) Het punt is nou juist dat dat nu niet zo is. En dan is je verhaal vertellen aan Frank een goed alternatief. Ik kan dat slachtoffers van harte aanbevelen en ik hoop dat ze zich zolang bij hem durven uitspreken. Natuurlijk zou het zo moeten zijn dat hij dit helemaal niet hoeft te doen. Dat ligt echter niet aan hem, maar aan de sanghas. Onderzoek het maar.
Ik houd het hierbij.