Ten minste acht Tibetaanse kloosters zwaar beschadigd door aardbeving

Ten minste acht boeddhistische kloosters en nonnenkloosters in het zuiden van Tibet zijn zwaar beschadigd door de recente aardbeving van 7,1 magnitude. Bij de beving in de Tibetaanse districten Dingri en Lhatse vielen 126 doden, aldus Chinese staatsmedia – hoewel Tibetaanse bronnen denken dat het dodental hoger ligt – en werden duizenden gebouwen beschadigd.

In totaal hebben naar schatting veertig kloosters en gebedshuizen – waarvan sommige meer dan 500 jaar oud – in verschillende mate schade opgelopen. Hiertoe behoren de Dzekar Choede, Tsonga, Tsogo, Gonta-phuk, Choelung, Dhakphuk, Tashi Zomrung en Choeling kloosters. De eerste drie – historische kloosters in het district Dingri – liepen zware schade op. Het Dzekar Choede klooster is een 15e-eeuws gebouw dat veel heilige boeddhistische relikwieën herbergt, die nu zijn overgedragen aan ambtenaren van het district Dingri.

Onbekend

De volledige omvang van de schade aan de kloostercentra in de districten Tingye, Lhatse en Sakya is echter onbekend, omdat China streng blijft optreden tegen het delen van informatie over de aardbeving. Meer dan de helft van het heiligdom in het Choeling klooster in Mangbhu stad in de provincie Lhatse werd verwoest.

Volgens Chinese staatsmedia heeft een lokaal cultureel erfgoedteam de schade aan kloostercentra in Sakya, Lhatse, Tingye en Dingri geïnspecteerd. Op 12 januari had het team de inspecties in de districten Lhatse en Dingri afgerond. Het team zal zijn bevindingen voorleggen aan de National Cultural Heritage Administration (NCHA), de overheidsinstelling die toezicht houdt op de bescherming en het behoud van culturele relikwieën op het Chinese vasteland.

Bronnen vertelden eerder dat de Chinese autoriteiten mensen verboden om informatie over de aardbeving online te zetten en dat ze gerelateerde video’s en informatie van sociale media aan het verwijderen waren. Drie van de 21 werden gestraft voor het plaatsen van berichten dat het dodental in de door de aardbeving getroffen gebieden meer dan 200 bedroeg, waarbij een Tibetaan een cijfer van 265 noemde.