‘Als menselijke boekenwurm vrat ik mij door méters non-fictie: architectuur, reizen, filosofie, fietsonderhoud. Ook de bibliotheek-plank over “Boeddhisme” moest eraan geloven. Het pakte mij direct. Dat ik er weinig van begreep, en dat de boeken met elkaar in tegenspraak leken, maakte het des te aantrekkelijker.
Tijdens een vakantie in Thailand zag ik het levende boeddhisme: monniken in oranje gewaden, tempels, stoepa’s, ceremonies. Het voelde als een warm bad. In een gesprek met een monnik zei ik opeens: ik ben ook boeddhist. Ik wist het zeker. De monnik keek wat sceptisch: geloof je in reïncarnatie? Ja, zei ik. En toch niet in die rare boddhisattva’s? Ik denk van niet, zei ik. De monnik lachte.
Terug in Nederland doofde het vuur weer wat. Het is lastig om boeddhist te zijn in een niet-boeddhistisch land. Het gewone leven kreeg de overhand. Maar in tijden van crisis keerde en keer ik terug naar het boeddhisme: toen ik mijn baan verloor, na een heftige ruzie, of toen een vriend ernstig ziek werd. Dan pak ik mijn boeken weer, probeer wat te mediteren, een enkele keer bezoek ik dhamma-lezingen.
Of het door mijn bezoek aan Thailand komt weet ik niet, maar binnen het rijke boeddhisme spreekt vooral het theravada mij aan. Ik ben dol op het praktische karakter, de persoonlijke verantwoordelijkheid, de focus op de eigen emoties en gedachten.
Wat het boeddhisme me brengt is veel: een weg naar het geluk, bevrijding van storende emoties, dankbaarheid. En, wie weet, verlichting.’
Was getekend Pieter Ho. Wilt u ook uw ervaringen met het boeddhisme delen, mail ze dan naar redactieboeddhistischdagblad@upcmail.nl