Er zijn mensen die liften mijden, zo bang zijn ze voor neerstortingen en vastklemmingen, door de brandweer bevrijd worden, dagenlang opgesloten zitten, familie die zegt: dek maar een bord minder.
Ik had (let op verleden tijd) die angst niet, tot gisteren. Ik moest het verkeerd door de postman -always rings twice- afgegeven pakje bij de buren ophalen. Buren is bij de postman een ruim begrip. De Kloosterbunker is gevestigd op de vijfde etage van een enorm gebouw. Ik zag dat de postman het pakje had afgegeven bij een adres op de vierde.
In de hal van de Kloosterbunker is op mijn verdieping een lift die alleen de oneven etages bedient. Dus ik naar beneden naar de centrale hal om daar de lift naar de even etages te nemen. Dat lukte. Op de vierde stapte ik uit en haal het pakje op bij ‘de buren’. Het was al donker en de bewoonster klopte met een vragende blik op het keukenraam. Je wordt overvallen voor je het weet. Waarschijnlijk vertrouwde ze de Goedmoedige Reus die bij haar voor de deur stond, want het pakje werd overhandigd.
Welgemoed ging ik op weg naar de lift op de vierde etage, stapte in, drukte op de knop ‘begane grond’ en sloot met een druk op een andere knop de deur. De liftkooi zette zich in beweging en stopte opeens. Op het venstertje in de kooi werd niets meer aangegeven. Er klonk een enorm gekraak en de liftkooi zakte centimeters voor centimeter, kraak kraak. Ik had geen telefoon bij me om alarm te slaan en wist niet of de intercom met de alarmcentrale werkte. Het schokken en gekreun duurden voort, heel angstaanjagend. Ik zat ergens tussen de vierde en de tweede etage, schatte ik. Het gekke was dat ik helemaal niet bang was. Nou ja, wel bang maar ook nieuwsgierig. Terwijl ik me realiseerde dat ik neer kon storten, vast kwam te zitten, dek maar een bord minder. Ik wist dat enorme stalen veren de neerstortende kooi op zouden vangen, dat ik moest springen in de hoop in de lucht te hangen op het moment van landing. Een nichtje van mij leeft in een verpleeghuis nadat ze neerstortte in de liftkoker zonder lift.
Het gekreun van de lift duurde voort, schokkend zakte de kooi, een paar millimeter, een paar centimeter. Enkele minuten lang. Ik besloot te handelen en drukte op de knop naar beneden. Als een stervende constructie zakte de lift weer. De deur ging aarzelend open, de prooi werd niet graag vrijgegeven. In de centrale hal nam ik de lift naar de oneven etages. Mijn eigen lift deed het gelukkig. Eigen liften eerst.
Vandaag stapte ik weer in de oneven lift. Er stond al een man in. Gaat de lift naar beneden, vroeg ik. Als het goed is wel, sprak de man. Ik moest grinniken.
Oh ja, in het verkeerd afgegeven pakje zat een zuurstof/hartritmemeter.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts/stijgend/dalend.
Jobi van Veen zegt
Hahaha, wel opmerkelijk dat je ,beneden aangekomen , weer direct in de lift omhoog stapte
Joop Ha Hoek zegt
‘Mijn’ eigen lift.