Na het lijf zoals het is en het lijf als jouw instrument, gaan we het eens hebben over stemmingen en emoties. Als jij zelf het idee hebt dat je op dat gebied van alles tegen kunt komen waar je liever niet mee geconfronteerd wilt worden, schroom dan niet hulp te vragen. Van wie? Zoek altijd iemand die je helemaal vertrouwt, kan luisteren en jou nooit zal veroordelen op grond van wat je vertelt. Twijfel je? Zoek dan verder. Dat kan een partner zijn, een goede vriend, of een huisarts, coach, psycholoog, psychiater, geestelijk raadsman, of een meditatieleraar.
Wat ik nu ga schrijven is een vervolg op mijn vorige bijdragen over het lijf zoals het is en zoals je het – als een soort instrument – gebruikt. Zonder die twee: geen emoties of stemmingen. Om iets te kunnen waarnemen heb je namelijk zintuigen nodig. Daarin spelen zich biologische/autonome processen af (het lijf zoals het is) én het zijn instrumenten die je moet leren gebruiken wil je tot bruikbare en vooral zinvolle waarnemingen komen. Je wordt je gewaar van de interne en externe werkelijkheid en daar ontwikkel je gevoelens bij. Alles wat je waarneemt heeft bewust of onbewust invloed op jouw gevoelsleven en omgekeerd. Als je bijvoorbeeld met sombere gevoelens naar de wereld kijkt, zie je alles al gauw ‘door een donkere bril’. Je kunt ook door een roze bril kijken, als je alleen maar leuke gevoelens koestert. Jouw gevoelsleven omvat stemmingen, emoties en affecten. Het verschil tussen deze drie is de duur en onmiddellijke ervaarbaarheid ervan. Jouw stemming kun je vergelijken met – bijvoorbeeld – het klimaat, jouw emoties kun je vergelijken met het weer op een bepaalde dag en jouw affecten met zoiets als een hoosbui die pal boven jouw hoofd losbarst.
Ieder zintuig vangt prikkels op afkomstig uit een ander segment van de externe werkelijkheid. En iedere prikkel bestaat uit een hoeveelheid informatiedragende energie. Het oor vangt geluid op, het oog licht, de reukzin geuren, de smaakzin vijf verschillende smaken en de tastzin onder meer drukverschillen, maar horen, zien, ruiken enzovoorts doe je met je hersenen. Horen, zien, ruiken, proeven en voelen zijn vaardigheden. Jouw brein heeft geleerd uit alle prikkels precies dát te filteren – naar voren te halen – dat voor jou nuttig is. Of moet ik zeggen: wat jij nuttig vindt? Wat jij bewust waarneemt is een door jouw hersenen gemaakte selectie uit alles dat jou via de zintuigen bereikt. Eigenlijk moet ik zeggen: een selectie van een selectie, want een vleermuis hoort geluiden die voor jouw oren veel te hoog zijn en een olifant hoort weer geluiden die voor jouw oren te laag zijn. Jouw ogen kunnen niet waarnemen wat bijen wél kunnen, of een torenvalk. Jij ruikt andere geuren dan een vlinder en voelt andere zaken dan een hamerhaai. Als puntje bij paaltje komt, neem jij met jouw zintuigen maar een fractie waar van de werkelijkheid om je heen.
En dan heb je nog jouw interne werkelijkheid. Om die werkelijkheid in jezelf waar te kunnen nemen, heb je ook zintuigen! Je hebt er volgens neurowetenschappers veel meer dan vijf, namelijk minstens negen, of eenentwintig of zelfs twee-en-dertig. Daar zijn ze het onderling nog niet over eens. Ik noem er een paar: een zintuig om met je ogen dicht te voelen waar jouw ledematen zich in de ruimte bevinden en een zintuig om je evenwicht te bewaren. En dan zijn er lieden die vinden dat het waarnemen van gedachten en emoties óók alleen maar door een soort zintuigen mogelijk is. Ik denk dan: het zal wel. Duidelijk is dat je een interne werkelijkheid hebt, die alleen door jouzelf is waar te nemen. Niemand anders weet wat er zich in jouw binnenwereld allemaal afspeelt. Jouw gedachten en gevoelens zijn uitsluitend door jezelf waar te nemen. Tot op heden kunnen artsen en anderen alleen met ingewikkelde apparaten (voor een ECG, EEG, MRI en dergelijke) waarnemen dát er zich in jou iets afspeelt, maar wat? Dat blijft vooralsnog een raadsel. Met AI komt daar misschien verandering in.
Alles draait hier om het werkwoord ‘ openen’. Dat kun je op verschillende manieren opvatten. Om te beginnen kun je alleen maar iets waarnemen wanneer de zintuigen ‘open’ zijn. Met gesloten ogen zie je niks. Met vingers in je oren hoor je niets. Met gebalde vuisten, een dichtgeknepen neus en een tussen je tanden geklemde tong voel, ruik en proef je weinig. De toegang tot je zintuigen moet open zijn, niet geblokkeerd, als je er iets mee wilt waarnemen. Maar dan ben je er nog niet. Jouw geest moet ook open staan voor de indrukken die binnenkomen. Wanneer je er met jouw aandacht niet bij bent, mis je veel, zo niet alle indrukken. Ik heb mijn vader zijn ontbijt zien eten terwijl hij tegelijkertijd probeerde de krant te lezen, zijn stropdas te strikken en naar zijn vrouw te luisteren. Volgens mij proefde hij nauwelijks wat hij at, drong de berichtgeving in de krant niet goed tot hem door, werd de knoop in zijn stropdas minder fraai dan mogelijk en kreeg mijn moeder terecht de indruk dat haar woorden voor hem niet zo belangrijk waren. Hoeveel mensen zijn er niet die dit soort gedrag dagelijks vertonen? Er zijn mensen die de hele dag de radio aan hebben staan, maar absoluut niet weten welke programma’s worden uitgezonden omdat ze druk bezig zijn hun aandacht te verdelen over tal van bezigheden. De een weet niet wat ie proeft, voelt en hoort, de ander niet wat hij ruikt of ziet. Dat is op zich geen ramp, want als wij iedere zintuigelijke prikkel die ons brein bereikt zouden opmerken, zouden we hoorndol worden. Iedereen heeft geleerd zich af te sluiten voor prikkels die niet relevant zijn. Dat ging stap voor stapje, en zonder nadenken. Hetzelfde geldt voor stemmingen en emoties… daar sluiten mensen zich meer dan eens ook voor af, omdat die stemmingen en die gevoelens niet relevant zijn voor waar ze mee bezig zijn. Herken je dat? “Tanden op elkaar en gewoon doorgaan”, “Kop op”, “Niet bij de pakken gaan neerzitten”, “Zet hem/haar uit je hoofd”, “Niet met je hoofd in de wolken blijven hangen, even landen graag”, “Hallo… ik weet niet waar jij met je gedachten bent, maar wij zijn hier hoor!”. Het zijn voorbeelden van zinnen die duidelijk maken wat ik bedoel. Onze binnenwereld eist aandacht op, en dat komt lang niet altijd goed uit. En er is ook lang niet altijd begrip voor, doordat wat zich in die binnenwereld afspeelt voor de buitenwereld verborgen blijft.
Je kunt evenwel ziende blind zijn, en horende doof. Dat houdt in dat je mentaal niet ontvankelijk bent voor wat er via de ogen of oren aan prikkels bij je binnenkomt. En wat voor zien en horen geldt, geldt eigenlijk voor alle zintuigen, dus voor alle negen, eenentwintig of tweeëndertig. Alles wat niet door de censuur komt, verdwijnt onmiddellijk na binnenkomst (via de zintuigen) in een soort zwart gat (het onbewuste) alsof het er niet is, nooit is geweest en zelfs nooit kan bestaan. Je kunt het ook zo zeggen: als iets niet uitkomt of gewoon niet past in de werkelijkheid zoals jij die zelf wilt zien, horen of op andere manier wilt waarnemen, dan filter je dat weg. Dat gebeurt doordat jij zelf opdracht hebt gegeven dat te doen. Aan wie? Aan jezelf! En, trouw als je aan jezelf bent, doe je dat prompt. Zonder er een fractie van een seconde over na te denken! Alles wat jouw gemoedsrust mogelijk zou kunnen ontrieven, kieper je na ontvangst in de prullenbak van jouw eigen onderbewustzijn. Ongeopend! Maar vergis je niet. Het is er nog steeds, zij het inderdaad ongeopend, meestal onherkend en daardoor ook vrijwel nooit begrepen. Doe je dat allemaal niet, zeg je? O jawel! Je realiseert het je alleen niet doordat je je niet (meer) herinnert dat je jezelf die opdrachten hebt gegeven, en/of misschien geen idee meer hebt waarom, hoe, of wanneer. Dat begrijp ik.
Een baby hoort, ziet, ruikt, proeft en voelt alles, en nog veel meer. Dat is overweldigend, ontzettend vermoeiend, veel te veel om wijs uit te worden, en bovendien is het meeste volstrekt niet nuttig. Baby’s en peuters leren uit alle zintuigelijke prikkels alleen de nuttige te filteren. De rest leren ze negeren. Dat kunnen ze op den duur zo goed dat ze alles wat ze uitfilteren niet meer bewust zien, niet langer bewust horen en ga zo maar door. Maar ze stoppen niet met leren wanneer ze kleuter, schoolkind, tiener, adolescent of zelfs volwassen zijn. Dat proces van leren filteren gaat door… tot ze alleen nog dat tot het bewustzijn toelaten dat past in de werkelijkheid zoals die volgens hen is. Dat betekent domweg dat alles dat niet overeenkomt met de werkelijkheid zoals zij zelf zijn gaan denken dat ie hoort te zijn… in de prullenbak van de geest verdwijnt. Op die manier filteren mensen angst- en vreesaanjagende prikkels weg (of juist niet, maar dat kan dan weer leiden tot andere problemen). Ook dingen die niet stroken met wat geleerd is: weg. Tot precies overblijft wat passend is. Heel overzichtelijk. Heel geruststellend.
Jacob van van Keulen zegt
Prima artikel.Dit zou iedereen ” moeten” lezen. Erg duidelijk en voor ” iedereen” toegankeljk. Bij sommige andere artikels haak ik soms af omdat er teveel” wijze” woorden gebruikt worden en/of te uitvoerig is.