Wanneer ben je eigenlijk boeddhist? Is dat een goede vraag of niet? En als het een goede vraag is, is er dan wel een goed antwoord op?
De uitgang -isme duidt op het vertonen van typisch gedrag, op een bepaalde leer of levensbeschouwing om te volgen of aan te houden, op een of andere ziekelijke toestand, of op een of ander levend wezen. En de uitgang -ist geeft vervolgens een persoon aan die het typische gedrag vertoont, de leer of levensbeschouwing aanhangt, de ziekelijke toestand vertoont dan wel behoort tot de massa levende wezens. Honderd procent sluitend is deze opsomming echter niet. Want iemand die egoïstisch gedrag vertoont mag dan egoïst heten, en een habituele innemer van alcoholische dranken een alcoholist, een aanhanger van de leer van Calvijn noemen we Calvinist maar een organist is weliswaar een levend wezen, maar er bestaat geen aparte groep organismen dat orgels bespeelt. Ik schaar boeddhisten onder de groep mensen die de leer van Boeddha volgen, in de breedste zin des woords.
Wanneer volg je de leer van Boeddha? Dat is dan de vraag. Doe je dat door zoveel mogelijk kennis te vergaren over wat hij volgens zijn volgelingen allemaal heeft gezegd? Zijn volgelingen hebben zoveel mogelijk opgeschreven, uit het hoofd. En wat zij hebben opgeschreven is tot op de dag van vandaag na te lezen. Als je héél precies wilt weten wat hij – de Boeddha dus – heeft gezegd, moet je de teksten uiteraard bestuderen in de oorspronkelijke taal waarin zijn woorden zijn opgetekend door volgelingen, dus niet in het Nederlands. Boeddha sprak namelijk geen Nederlands, neem ik aan, ook geen Engels trouwens. Ik ben er zelfs niet zeker van dat hij Palinees sprak.
Maar zelfs áls je alle woorden die aan de Boeddha zijn toegeschreven uit het hoofd zou kennen, zonder de inhoud te verstaan, ben je hoogstens een schriftgeleerde, een soort boeddhistische farizeeër, om het maar zo te zeggen. Misschien is het daarom zinvol te denken aan die keer dat hij alleen een bloem in de hoogte hield, zonder een woord te zeggen. “De Boeddha nam een bloem, liet ze tussen zijn vingers draaien en zweeg. Van alle monniken in zijn gevolg glimlachte alleen Mahakasyapa. De Boeddha sprak: “Ik heb het oog van de schat van de ware dharma en die wordt nu overgedragen op Mahakasyapa.” lees ik ergens. Helaas is dit hoogstwaarschijnlijk niet meer dan een soort Zen-legende! En laat dat hoogstwaarschijnlijk eigenlijk ook maar weg. Bedoelt wordt hier: het gaat niet om woorden, het gaat om iets waar geen woorden voor bestaan! In geen enkele taal, dus ook niet in het Pali, het Sanskriet, Chinees of Japans. Sorry knappe koppen die ons met allerlei moeilijke termen willen overtuigen, houdt liever een bloem omhoog! Als je tenminste zelf beseft wat daarmee wordt bedoelt. Dogen zenji schijnt te hebben gezegd: ‘De kleur van de bergen en de stem van de rivier zijn het onderricht van de Boeddha.’ De natuur spreekt geen Palinees, Chinees, Japans of welke taal dan ook, maar verkondigt Boeddha’s leer dag in dag uit, overal ter wereld. Om dat te kunnen verstaan, hoef je zelfs nooit van Boeddha te hebben gehoord.
Dus, wanneer ben je eigenlijk boeddhist? Ik denk: zodra je ophoudt met af te gaan op teksten, en je hart, mind, of hoe je het maar noemen opent voor al wat IS. Overal om je heen. De middenweg die Boeddha predikte is recht voor je, naar welke windrichting je je ook keert. Je staat er op! Maar blijf alert, want als je ook maar één moment denkt dat je op de enige goede weg bent – als boeddhist – ben je er mijlenver van verwijderd.