Vorig jaar zond Insight Myanmar een podcast uit met Clyde Ford over raciale gelijkheids-training in Vipassana-centra. Na de podcast werden veel reacties van waardering ontvangen van mediteerders. Zijn deskundigheid in het samenbrengen van de elementen van sociale rechtvaardigheid en spiritualiteit heeft yogi’s meer dan genoeg stof tot nadenken gegeven, en geïnformeerd hoe een beoefenaar zich ook (zonder gehechtheid) kan engageren in wereldse zaken. In het volgende fragment beschrijft hij de relatie tussen het meditatiecentrum en de wereld buiten de poorten.
‘Je vlucht er niet voor weg. Je wenst geen betere manier van zijn in de wereld om er vervolgens aan gehecht te zijn.’ – CLYDE FORD
‘We leven in de maatschappij waarin we ons bevinden; we leven niet in [vipassana-meditatie] centra. We gaan naar centra om te leren, te studeren, te oefenen, maar we leven in de wereld. En de wereld waarin we leven, [in] de realiteit van die wereld zijn er bepaalde graden van ongelijkheid. Je zou het zelfs lijden kunnen noemen. Wij, als Vipassanā-mediteerders, weten iets over lijden; we weten hoe we met lijden moeten omgaan. We weten hoe we het moeten aanpakken.
Je rent er niet voor weg. Je wenst geen betere manier om in de wereld te zijn en bent er dan aan gehecht. Je vindt een Middenweg die je toestaat aanwezig te zijn bij het lijden, die je toestaat te werken aan iets voorbij het lijden zonder gehecht te zijn aan het resultaat.
Dat maakt de praktijk van sociale rechtvaardigheid onderdeel van de spirituele praktijk, niet eens los daarvan. Het wordt onderdeel van wie we zijn als mens. En hoe we ons leven leiden. Er is geen beter voorbeeld van geïntegreerde spirituele praktijk dan iemand die zijn leven leeft op basis van deze diepe principes.’