Vrijheid en ik zaten op een kussentje. Ik keek. Ze was gebutst, misbruikt, besmet, onbegrepen en doodmoe. Vrijheid en ik zitten veel op een kussentje de laatste tijd. Ik vraag me af wat vrijheid is, wat het betekent.
Een paar jaar geleden ging mijn vrijheid over zaken als grenzeloos, doen waar je naar verlangt, los zijn, groots en meeslepend, oceanen. Van die dingen. Grote dingen die veel ruimte innemen. Ook ruimte van anderen.
Vrijheid is aan het veranderen.
Langzamerhand wordt de ruimte kleiner, mijn leven kleiner. En – paradox! – mijn vrijheid steeds groter.
Sesshin. Opperste gehoorzaamheid aan een strak dagelijks schema, geregeerd door belletjes en de gong. Zitten, buigen, soetra zingen, daisan met de leraar, eten, rondlopen. Dat is het wel zo’n beetje. Pure onderwerping en toch voel ik na een dag, twee dagen, mijn zelf een stapje opzij doen om ruim baan te geven aan iets anders. Iets dat me, al buigend, een gevoel van opperste vrijheid geeft.
Die ervaring, dat vrijheid in beperking zit, groeit. In gewoon doen wat je moet doen. Opstaan, ontbijten, werken, liefhebben, tv kijken, afwassen, boodschappen doen. Zoals leegte alleen maar zichtbaar wordt als er een vorm omheen zit. Eén met de boeddha, de dharma en de sangha. Eén met de vrijheid. Mijn kleine vrijheid, overal aanwezig.
Mieke zegt
Vrijheid is voor mij willen wat ik doe in plaats van doen wat ik wil. Onderwerping aan iets of iemand klinkt niet erg vrij….ja zeggen daarvoor in de plaats past mij beter.