Het was zaterdagmorgen dat ik Het Journaal aanzette. Ik was net wakker, een beker koffie in de hand. Geen bril op, het beeld was daardoor wat wazig. Ineens hoorde ik boeddhistische muziek uit de luidsprekers komen, en dacht aan Birma, waar boeddhisten 700.000 moslims, die daar al decennia wonen, over de kling en het land uit joegen.
De NOS zendt de laatste tijd wel meer uit over het boeddhistische Birma, al weten weinig mensen hier waar dat land ligt, en waarschijnlijk worden die items aangedragen door een boeddhistische journalist op de journaalredactie, vermoed ik.
De boeddhistische muziek uit de tv werd harder en ik hoorde de nieuwslezer ‘leider, Dalai Lama, mindfulness, Westen, overlijden’ zeggen. Nadat ik de bril had opgezet kon ik het item beter bekijken. De Vietnamese monnik Thich Nhat Hanh was op de gezegende leeftijd van 95 jaar overleden, na jarenlang als een kasplantje te hebben geleefd na een aantal hersenbloedingen.
Ik was als journalist werkelijk stomverbaasd dat Het Journaal aan dit overlijden zo uitgebreid aandacht besteedde. Wie, buiten de boeddhistische gemeenschap kent deze monnik? Ja, de duizenden toeristen die jaarlijks naar het door Thich gestichte centrum Plum Village in Frankrijk afreizen en daar de kas spekken. Boeddhisme als trekpleister, het Lourdes van de dhamma.
Jullie begrijpen, ik heb helemaal niks met boeddhistische leraren die op een schild gehesen worden, waaraan allerlei kwalificaties worden toegedicht. Zijne Heiligheid, eerwaarde, vreemde gewaden. Wat Het Journaal deed was een standbeeld voor Thich oprichten, terwijl Thich tijdig is begonnen er publiekelijk om te vragen of zijn volgelingen voor hem her en der alsjeblieft geen standbeelden of stoepa’s oprichten. Zoals Taigu vandaag in zijn boeiende tekst, waarin hij het leven van Thich en de monnik zelf, kritisch beschreef.
Auteur Sanatan de Jongh Swemer ging met Thich op stap en in zijn in het vandaag gepubliceerde tekst in het BD schrijft hij: ‘Nadat iedereen was uitgestapt, stelden we ons op in een lange rij. De beroemde zenleraar voorop, gevolgd door alle mannelijke en vrouwelijke bruine pijen en tenslotte alle grijze pijen. Het feit dat hij zo’n groot gevolg van westerlingen had meegenomen, gaf hem ongetwijfeld nog meer aanzien.
Zodra we waren opgesteld, kwam er een delegatie uit de tempel of het klooster, die Thich Nath Hanh verwelkomde en hem naar de poort begeleidde. Meestal werd daarbij een gouden parasol boven zijn hoofd gehouden, als symbool van hoogachting en respect. Links en rechts van het pad, waarover wij naar de poort schreden, stonden vaak honderden mensen die, met gevouwen handen en gebogen hoofden, de grote leraar, maar ook zijn hele gevolg begroetten. Het voelde vreemd, onverdiend en bijna gênant om op zo’n eerbiedige en in westerse ogen onderdanige wijze, begroet te worden. Ik realiseerde me evenwel dat het niets met ons persoonlijk te maken had en alles met de verering en het respect voor Thich Nath Hanh.’
Toen mijn moeder Grietje stierf besteedde Het Journaal daar geen aandacht aan. Er werden geen persberichten rondgestuurd over haar verdiensten, ze werd niet opgehemeld, had geen honderd boeken geschreven, en tijdens haar leven werd er geen gouden parasol boven haar hoofd gespreid en ze liep niet aan de kop van een rij om eer te vergaren, geregisseerd tot in de puntjes, dat vergaren. Noch vloog ze naar de VS en bezocht daar dure klinieken om in leven te blijven toen ze ziek werd.
Mijn moeder was net zo wijs als de overleden monnik, mogelijk wijzer. Er stonden geen lange rijen mensen langs de straat als zij passeerde, de honderden dieren die zij eten gaf en het leven redde, de wijsheid, compassie, empathie, waren haar vrienden. Zij hield niet van verering. Het leven zelf was haar leermeester.
Na haar dood is er geen standbeeld voor haar opgericht. Zij werd geboren en stierf en in die tussentijd deed ze met liefde en wijsheid het hare, zonder dat een geoliede publiciteitsmachine daar ruchtbaarheid aan gaf, het was fijn en goed haar gekend te hebben.
Moedig voorwaarts!
Wouter ter Braake zegt
Grietje en Thich Nhat Hanh hebben gemeen dat ze in de kern beiden spirituele wezens zijn. Wij zijn geen aardse wezens die spirituele ervaringen opdoen, maar spirituele wezens die aardse ervaringen opdoen. In de spirituele dimensie is er geen verering en verafgoding. In de aardse dimensie wel. Daarom komt de dood van Thich Nhat Hanh wel op het journaal en het overlijden van Grietje niet. 🙏
G.J. Smeets zegt
Nee hoor, TNH’s overlijden kwam op het journaal omdat hij een bekende publieke figuur was, een welbewuste influencer die zijn publicitaire zaken goed regelde. Dat is de enige reden.
Waar het om gaat is het aspect ‘verering’ en op het schild gehesen worden. Kijk hier eens naar: de chirurg die levens redt of oplapt wordt niet vereerd. De biochemicus die een levensbedreigende kinderziekte heeft weten te voorkomen/genezen wordt niet vereerd. Enzovoort. Waarom wordt iemand als TNH dan wel vereerd? Of menig Paus. Of Dalai Lama? Ten eerste omdat ze het zich hoe dan ook laten aanleunen. En ten tweede omdat nogal wat volgelingen van die publieke mannen respect verwisselen met devotie.
G.J. Smeets zegt
Joop, wat mij betreft is de overleden man de zoveelste in een héél lange rij met een boodschap die alleen verspreid kan worden door financiering van de missie. Katholieke missionarissen destijds in de kolonieën deden financieel beroep op volgelingen in het thuisland. ‘Thay’ deed financieel beroep op volgelingen in zijn vluchtland. Voor het aanhoren van zijn boodschap moest betaald worden. Wat mij betreft gaat ’Thay’ de historische boeken in als spirituele-zaken man. Brr. Kortom, ik ben het met je eens: een enkele toffe moeder is meer waard dan de zoveelste missionaris.
Wulf zegt
Zo te lezen heeft niet iedereen bijzonder veel gehad aan wat deze man uitdroeg bovenop wat ze van huis uit meekregen. Ik persoonlijk wordt niet onpasselijk van verering door mensen die zich wel geholpen voelde. En in hun leven nu beter in staat zijn om zin en (stress veroorzakende) onzin van elkaar te kunnen scheiden. In het heden zijn er ook nog helpende boeddha’s, Jezussen en Rumi’s. Over hoeveel eeuwen mag je gaan vereren?
Bert Dorrestijn zegt
Ben het zeker met je eens dat ik ook niet van die “poppenkast” houdt met alle “toeters en bellen”. En inderdaad mijn moeder was ook wijs en hield van eenvoud. Misschien dus wel veel wijzer. Echter na het overlijden van mijn vader op jonge leeftijd was zij zó in de rouw dat zij mij niet over mijn angst voor de dood kon helpen als jongetje van vijf. Dát kon Tich Nhat Hanh dan weer wel met zijn boeken toen ik iets ouder was……..Verder ben ik ook wars van alle persoonsverering….
Joost zegt
Ja, weinig aan toe te voegen. Driewerf eens met Joop z’n visie .
Piet Nusteleijn zegt
TNH’s woord INTERZIJN heeft een diepe krater teweeggebracht. Zo raak! Die had ik zelf willen bedenken.