‘s Nachts zie je tussen de boomtoppen de rode lichtjes van de koeltorens van de kerncentrale van Thiange opgloeien. Het kasteel van het Tibetaans instituut Yeunten Ling in Huy verkeert in alle rust, iedereen ligt in zijn bed en op de binnenplaats is de bedrijvigheid gestopt.
Het kasteel ligt in zijn eigen valleitje, heeft een eigen bron met drinkbaar water, een aantal vijvers, een ovalen zwembad waar op een enorme lotus een Boeddha rustig zit te glimlachen.
Een kasteel, het doet vele mensen dromen en heeft een romantische naklank. Dit kasteel was vroeger een christelijk bedevaartsoord. Tot het werd verlaten en het verval intrad. Het Tibetaans instituut kocht het aan. Moedige mensen ontdekten en heroverden het vervallen gebouw terug, kamer voor kamer.
Het lijkt wel op toveren want alle kamers zijn nu voorzien van vast tapijt, bedden, matrassen, fris geverfde muren, gemeenschappelijk sanitair en douches. Het is leuk slapen in gemeenschappelijke kamers, tussen mensen die dezelfde trainingen en cursussen volgen. Een warme familie.
Een enorme stupa aan de voorzijde van het kasteel staat onder andere voor vrede, en de geest van de Boeddha. Met de klok mee wandelen velen om de stupa, terwijl ze mantra’s murmelen of rustige gesprekken voeren. In de buurt wijze mensen in kleding in de kleuren geel, bruin en bordeaux, die allen gidsen en geduldig steeds opnieuw hun raadgevingen doorgeven als men er om vraagt.
De cursussen, onderrichten en gebeden doen we samen in de tempel. Op de eerste verdieping, meestal gezeten op een kussen en sommigen op een stoel. De schilderwerken, die de Boeddha, zijn twee meest nabije leerlingen en de kaguypa leraren uit de overdrachtslijn op de muren weergeven, zijn van de hand van Gega Lama. Een fantastische thangka-schilder die een enorme kennis vergaard heeft en probeert deze kunstvorm in al zijn vormen en inhoud te bewaren.
Er komen altijd vragen uit groepen die in de tempel zijn. De lama’s geven daar heel gevarieerd antwoord op, sporadisch schrijven ze die neer op een bord of flap-over. Als er grotere aantallen mensen ingeschreven zijn voor een programma, dan verhuizen ze naar de trapzaal. Aan de muren hangen verschillende maskers die tijdens de lama dansen gebruikt worden. Voor hele grote programma’s staat er soms een tent op het gazon.
En ja hoor, er komt een tijd dat de maskerzaal of de trapzaal zo vol zit dat men een grotere ruimte gaat bouwen. Tcheupel Ling is een gebouw achteraan het kasteel, op de plaats waar vroeger de tractor en het werkmateriaal stond. Moest je die kant uit, dan koos je best uit het assortiment laarzen dat in de garages stond. Het was een modderig terrein.
Maar kijk, een ruime tempel, sanitair en tien studio’s verrezen op die plek, zodat een grotere groep belangstellenden kan genieten van de onderrichtingen en de rituelen. Maar het blijft groeien, en soms zitten we als sardienen in die nieuwe tempel. Het is er soms zo druk dat er tijdens programma’s aan mensen, die al lange tijd komen, gevraagd wordt plaats te maken voor nieuwe en steeds groter wordende groepen geïnteresseerden.
Als meermaals een sardienen-in-een-blik gevoel ervaren wordt en de interesse blijft groeien worden er plannen gemaakt en de vraag beantwoord worden: ‘Hoe kunnen wij die grote groepen zo comfortabel mogelijk ontvangen, zodat zij in de meest gunstige omstandigheden de onderrichtingen kunnen volgen?’
Op het terrein staan ‘de grote tempel’, het appartement voor Z.H. de Dalai Lama en een groot aantal studio’s. De Dalai Lama schonk de nieuwe tempel de naam “Thubten Shedrub Ling” ofwel “Tuin voor de studie en beoefening van het onderricht van de Verlichte”. Het wordt een prachtige ontmoetingsplaats, die oost en west samenbrengt.
Nieuwe bezoekers zien het als een vanzelfsprekendheid, die mooie gebouwen. Maar er is lange tijd door velen hard aan gewerkt om dit fraaie resultaat te bereiken. Een grote kale ruimte die omgetoverd werd tot een prachtige tempel. Met de meest warme kleuren en motieven. Wie zit daar achter?
Dat is Temba Rubgay, de monnik-kunstenaar die zowat instaat voor nagenoeg alle versieringen van tempels en stupa’s in de Tibetaanse traditie van België. Hij is een zéér bezig bijtje, steeds in de weer, aan het schilderen, boetseren, beeldhouwen, knutselen, construeren. Een ongelooflijk harde werker. Steeds zie je hem rond hollen met verfpotten, cement, klei, hout. In zijn veelkleurige werkbroek- en trui, waarop je de sporen van zijn kleurig monnikenwerk kan aflezen.
Gepassioneerd zet hij alle krulletjes, monstertjes, symbolen, plaasterwerk, motieven, op muren plafonds, gevels en daken. Overal waar het oog reikt zie je de resultaten van zijn passie! Gelukkig is hij niet alleen, maar zijn er een boel vrijwilligers die mee schilderen en bouwen.
De rijkversierde steunzuilen, plafondbalken, beelden en reliëfs groeien uit Temba’s handen. Mensen volgen zijn aanwijzingen, en vullen de motieven mee in met de door hem aangedragen kleuren. En het zijn duizelingwekkende aantallen motiefjes en kunstwerkjes die de ganse ruimte vullen.
Temba weet steeds te verrassen met schakeringen van dezelfde kleur die een schaduweffect geven of alles extra mooi doen ogen. Het lijkt wel een perpetuum mobile of een never ending story. Elke keer dat je denkt dat Temba eindelijk klaar is, loopt hij even ijverig als altijd rond om daar en ginder nog verder te werken. Een wonderlijke man, die rugpijnen en vele andere ongemakken met een glimlach op de koop toeneemt. Heel zijn leven staat in dienst van werken, verfraaien, passie. Met zijn blote handen schept hij uit cement kunst. Onvermoeibaar, glimlachend, geduldig, wat een kwaliteiten!
Maar er zijn ook anderen met grote verdiensten. Het grote Boeddhabeeld en de figuren, dieren, planten en bloemen werden door Senyge, een Bhutanese kunstenaar samen met een koppel kunstenaars ter plaatse gemaakt. Eerst de versiering van de rugleuning, waar aan de top een Garuda (mystieke vogel=vrijgevigheid) op verschillende mythische figuren en dieren steunt. Die elk ook staan voor een van de zes paramita’s (ethisch gedrag, geduld, inspanning, kennis en concentratie). Fantastisch werk, helemaal opgetrokken uit klei. Je ziet een olifant, een dwerg, een watermonster, een watergeest, tussen de fraaie bloemen en planten. Je komt werkelijk ogen te kort!
De ruggengraat van het Boeddhabeeld werd door Z.H. de Dalai Lama beschreven met rituele letters. En stapsgewijs groeide het beeld, met eerst de lotus en de benen, de romp, en telkens in verschillende fasen werd het dan opgevuld met mantrarollen en rituele voorwerpen. En werd een voor die fase gebruikelijke ceremonie gehouden.
De mantra’s (ik schat zo’n anderhalf ton aan papier) kwamen met een containerschip aan in een haven in België. Ze werden uitgepakt, op maat gesneden, geverfd met saffraanwater, aan de waslijnen gedroogd. Dan werden eventuele kreukels er uit gestreken en alle vellen aan elkaar gekleefd. Steeds tot je rollen kreeg met dezelfde mantra. Die rol werd dan uit respect met een kostbaar en kleurrijk doek omwikkeld.
Bij het beschilderen was Temba natuurlijk ook van de partij. Steeds ten dienste van.
Als laatste fase in het afwerken van het geheel kreeg het Boeddhabeeld een edelsteen tussen de ogen en werden romp en armen met bladgoud bedekt. Voorzichtig en heel geduldig werkte een vriendelijke non met gans haar hart aan deze laatste fase.
Het aantal werkuren is ontelbaar, maar de schoonheid en de prachtige details geven weer hoe kostbaar de onderrichtingen en de Boeddha voor deze sangha wel zijn.
Het is net als in het liedje ‘ Om Mani Peme Hoeng’ van Hans de Booij: “Het is wel even wennen, Boeddha woont in de Ardennen.’
Dit artikel verscheen eerder, op 29 juni 2012, in het Boeddhistisch Dagblad.
Bert Dorrestijn zegt
Prachtig Boeddhistisch centrum inderdaad. Tijdens een kampeer vakantie in de Ardennen bij toeval ontdekt en bezocht. Men was toen op de binnenplaats van het kasteel Tsampa aan het maken. Een wandeling gemaakt over het terrein en de Stupa bezocht. Een prettige oase van rust…….
Rochelle Yoke zegt
Geweldig hoe dit allemaal tot stand is gekomen. Zelf ben ik jaren geleden in de Stupa van Hantum geweest, en dronken we er Thee met de Lama….; met onze solexclub. Het gaf me een vredig gevoel en ik had met dat gevoel mijn “”tasje”” vergeten. Bij ophalen stond het tasje klaar in de handen van de Lama en onze handen raakten ons aan. Weer een geweldige ervaring. Vele solexgangster vonden het maar niets, maar dat waren ook van die stugge Groningers. Momenteel is mijn lieve vriend Gijs erg depressief; PTSS met een ANGSTSYNDROON……plus is hij net gevallen en heeft net nieuwe heup gekregen, dus we sappelen wat af samen. Namasté, Rochelle, Yoke uit Emmen. Hopelijk willen jullie ons helpen.