Wees in het nu en kijk om je heen. Het is de juiste tijd om vlierbloesems en brandnetels te plukken en in gerechten te verwerken.
Een paard raast in volle galop voorbij alsof de ruiter in grote haast naar iets belangrijks op weg is. Een voorbijganger roept hem toe: ‘Waar ga je heen?’ De ruiter antwoordt: ‘Geen idee! Vraag het aan het paard!’
Thich Nhat Hanh haalt dit zenverhaal aan in het boek ‘Proef. Mindful leven, mindful eten’ om te illustreren hoe we soms overheerst worden door onze gewoonte-energie, juist ook als het om eten gaat. Ik ken veel intelligente, bewust levende mensen, die precies weten hoe, wat en hoeveel ze zouden moeten eten voor hun eigen gezondheid en die van onze planeet, maar die gedurende stressvolle periodes in hun leven in hun pogingen worden gedwarsboomd door hun onbewuste. Ik ben er één van.
Moderne psychologen vinden nu wetenschappelijke bewijzen voor kennis die binnen het boeddhisme al 25 eeuwen lang wordt gekoesterd. Kort door de bocht komt het erop neer dat je bewuste ik maar een topje van de ijsberg is; onder het oppervlak in je onbewuste (je opslagbewustzijn) zijn al je gevoelens, herinneringen, trauma’s, vooroordelen, aannames en overtuigingen over de werkelijkheid opgeslagen, en waarschijnlijk zelfs die van je voorouders. De keuzes die we maken worden grotendeels bepaald door datgene waar we ons niet bewust van zijn. Dus als we meer eten dan goed voor ons is, is ons onbewuste opslagbewustzijn verantwoordelijk.
Het mooie van beoefening van aandacht is dat je leert om te gaan met de elementen (“zaden”) in je opslagbewustzijn. Als je merkt dat je weer als de ruiter op het op hol geslagen paard aan het eten bent, ga je met dat gevoel aan de slag. In het boek staan oefeningen om je gewoonte-energieën en negatieve gevoelens te transformeren.
Brandnetelsoep
Vandaag koken we met ingrediënten uit de natuur. Veel algemene (on)kruiden als brandnetel en zevenblad zijn niet alleen erg gezond en lekker, maar ook een duurzaam alternatief voor groente uit de reguliere tuinbouw. Bovendien is het verzamelen van voedsel in de natuur gezond voor lichaam en geest. Vroeger waren we immers allemaal jager-verzamelaar. Kinderen vinden het over het algemeen ook leuk, en het samen verzamelen van voedsel is een goede manier om ze kennis, respect en liefde voor de natuur bij te brengen. Ik maak dit recept dan ook met hele schoolklassen. De hoeveelheden moeten dan uiteraard worden aangepast. Het volgende recept is voor 4 personen en smaakt ook prima op de camping. Belangrijk is dat je malse jonge brandnetels gebruikt, vóór de bloei. Die vind je nu vaak langs paden in natuurgebieden, waar is gemaaid en de brandnetels na het maaien opnieuw uitlopen. Ook kun je zelf een stukje (laten) maaien. Alternatief is dat je zoekt op donkere plekjes in het bos, waar de brandnetels zich langzamer ontwikkelen. Je plukt de topjes van de planten, waar de stengel nog zacht is: ca. 5 cm, bij voorkeur met tuinhandschoenen.
topjes van jonge brandnetel (ca. 200 gram, meer of minder mag ook)
scheutje olie
1 flinke ui of 2 kleine, gesnipperd
1-2 teentjes knoflook, gehakt of uit de pers
1 grote of 2 kleine aardappels in blokjes
1-2 kruidenbouillonblokjes (en/of zout)
eventueel tuinkruiden zoals lavas
1 liter water
Verzamel de brandneteltopjes en check of er geen andere planten bij zitten (als je met kinderen verzamelt). De op brandnetels lijkende dovenetels en hennepnetels zijn gelukkig niet giftig, dus af en toe een andere plant is geen ramp. Was de brandnetel goed in een teil met water en let daarbij op eventuele beestjes. Laat even uitlekken, en snijd de blaadjes fijn. Gebruik ook hier een schone tuinhandschoen of een keukenhandschoen. Gooi eventuele harde stukjes en lelijke blaadjes weg.
Fruit de gesnipperde ui in wat olie, voeg een geperst/gesnipperd teentje knoflook toe. Voeg toe: water, bouillonblokje(s)s, de in kleine blokjes gesneden aardappel, en de gewassen en gesneden brandnetelblaadjes. Je kunt ook tuinkruiden toevoegen zoals lavas – gebruik dan 1 bouillonblokje en eventueel nog een theelepeltje zout. Laat even doorkoken, tot alle ingrediënten gaar zijn (ca. 10 minuten).
Vlierbloesembeignets
Momenteel bloeien overal de vlieren, met hun geurige witte schermen. Zowel de bloemen als de bessen zijn eetbaar, en je kunt er allerlei lekkere gerechten mee bereiden. Ook vogels zijn er dol op. Van de takken kun je fluitjes maken. Hierbij een familierecept. Dit is de hartige variant die samen met de brandnetelsoep een volwaardige maaltijd vormt. Sommige mensen eten het graag met poedersuiker of honing. Voeg in dat geval maar een héél klein snufje zout toe.
schermen vlierbloesem (ca. 12-16)
zonnebloemolie om in te frituren (laagje van 2 cm)
250 gram bloem of zoveel als nodig is voor een beslag ongeveer zo dik als voor pannenkoeken
2 eieren
een flesje bier (330 ml, de alcohol verdampt)
zout naar smaak (ca. ½ -1 theelepel)
Verzamel de vlierbloesemschermen in een lichte zak of emmer, dan kun je goed zien of er beestjes tussen zitten. Je hoeft de schermen niet te wassen, maar een kleine-beestjes-check wordt wel aangeraden. Kies de schermen die volop bloeien en het lekkerst ruiken.
Roer meel, ei, zout en bier tot een glad beslag. Het beslag moet zo dik zijn, dat als je er een schermpje vlierbloesem in dipt (vasthouden aan het steeltje) het beslag goed eraan blijft kleven. Je laat het even uitdruppen en doet het dan in de hete olie, ca. 5 minuten. Halverwege eventueel keren. Er kunnen er meestal 3 of 4 tegelijk in de pan. Als de beignets lichtbruin zijn, haal je ze uit de pan, even laten uitlekken op een stuk keukenpapier, en het gerecht is klaar. Het harde steeltje hoef je niet op te eten.
Overgebleven olie kun je prima bewaren (koel en donker) en hergebruiken. Ook kun je het inleveren bij de meeste supermarkten. Er wordt dan biobrandstof van gemaakt. Kijk voor verzamelpunten bij jou in de buurt op http://www.hergebruikfrituurvet.nl/.
Alle recepten zijn berekend op ongeveer 4 personen. Neem goed de tijd om ze te maken. Het eten op de foto’s is ook werkelijk opgegeten.