Het Amaravati klooster in de buurt van het Britse Hemel Hempstead werd in 1984 aangekocht door de Engelse Sangha Trust. Het terrein was van een voormalige boardingschool. De aankoop was noodzakelijk omdat het theravadaklooster in Chithurst te klein werd. De tempel en de kloosteromgang zijn in Thais-Engelse stijl opgetrokken. Er wonen continu ongeveer twaalf monniken en zes nonnen op het terrein. Maar er is ook een gezonde aanwas van aspiranten. Daarnaast verblijven er zo’n vijftien gasten uit de hele wereld. Het is het grootste theravadaklooster voor monniken en nonnen in Europa. A-mara-vatî betekent niet-dood-staat.
In het begin van de vorige eeuw kwam een aantal Thaise monniken tot het inzicht dat de strikte meditatiebeoefening zo goed als verdwenen was. Ook de naleving van de vinaya, de leefwijze voor monniken, was in hun zienswijze in de knel gekomen. Er moest iets gebeuren. De daad bij het woord voegend trok een aantal monniken in hun eentje de toen nog ongerepte enorme Thaise wouden in om daar al rondtrekkend te mediteren. De nadruk ligt nog steeds op een strikte naleving van de vinaya, dus geen geld, leven van giften.. En eten wat aangeboden wordt. Achaan Mun was een van die monniken. Achaan Cha de grondlegger van de Thaise bostraditie, zoals we die nu kennen, was een leerling van hem.
In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de eerste westerling, de Amerikaan Achaan Sumedho, een boom van een kerel, bij hem om monnik worden. Na hem volgden vele andere mannen en vrouwen. Er zijn nu een tiental boeddhistische theravadakloosters in Westerse landen. Onder andere het klooster Amaravati (nibbana) dat zo’n zestig kilometer Noordoost van Londen ligt. De huidige abt van het klooster is de uit Amerika afkomstige monnik Achaan Amaro, die Achaan Sumedho opvolgde.
In het Amaravatiklooster heerst een informele sfeer. Abt Amaro ontvangt en praat op een volkomen natuurlijke wijze met iedereen in het klooster. Zwijgen is een groot goed voor een monnik, maar Amaro geniet er zichtbaar van om dat niet te doen.
Amaro is Brit, zijn moeder was een Belgische uit de streek rond Oostende. De grootouders van Amaro zijn ook Belgen en er stroomt meer buitenlands-Europees- bloed door zijn aderen. Zijn ouders, vader was een Londenaar, waren vast besloten om, als ze de Tweede Wereldoorlog overleefden, echt te gaan doen wat ze het liefst zouden doen: bezig zijn met de natuur. De jeugd van Amaro speelde zich dan ook af op een gemengd landbouwbedrijf, met fruitteelt en kippen. De jonge Amaro trad niet in de voetsporen van zijn ouders maar volgde een studie psychologie en fysiologie. Na zijn afstuderen ging hij naar Thailand en voegde zich in 1979 bij de Thaise bosmonniken.
Je kunt je afvragen wat een bosmonnik met een studie fysiologie moet, maar die heeft hem op een wonderlijke manier voorbereid op de aspecten van de leer van de Boeddha. ‘Als je weet wat er zich al niet aan fysiologische processen afspelen in je lichaam dan is het een wonder dat je ‘s ochtends nog op staat’, zegt Amaro.
In de afgelopen dertig jaar heeft Amaro zijn monnikschap wisselend ingevuld. Drie jaar lang hield hij er een aantal dhutanga, aanvullende ascetische praktijken op na. In die periode sliep hij zittend, geleund tegen een muur. Hij was een strikte vegetariër en had de deur letterlijk altijd openstaan voor iedereen. Tijdens de kalme retraiteperiodes werkte dat goed. Maar als er dingen te doen waren en er inspanning gepleegd moest worden, was hij futloos en ‘short tempered’. Vlak voor de jaarlijkse winterretraite in 1987 zei hij tegen zijn abt dat hij zijn ascetische praktijken opgaf, in de veronderstelling dat hij een afwijzende reactie zou krijgen. Maar Achaan Sumedho, die toen abt van het Chithurst klooster was zei ‘good, at last’ omdat de oefening niet zelf een object van gehechtheid moet worden. Ook Achaan Cha zette zijn studenten met regelmaat op het verkeerde been en liet ze ineens heel andere dingen doen dan ze gewend waren of wilden doen.
Niks is zeker, alles is vergankelijk, alles kent een eind. Een Maltese vrouw die in Londen voor een medische behandeling was, vertelde me dat, toen ze Amaro vertelde dat ze een beenmergtransplantatie ging krijgen, hij heel vriendelijk zei: ‘You know you may die’. Natuurlijk wist ze dat en toch deed het haar goed zei ze, ze werd er rustiger van. De therapie sloeg overigens goed aan. Amaro zei later dat ze nog steeds kon sterven, dat leven niet vanzelfsprekend is.
Voor meer informatie over Amaravati