Het gebeurde middenin een Doopsgezind kringgesprek over godsbeelden. We kwamen uit bij een God die eerder binnenin ons woont dan buiten ons. Maar, was vervolgens de vraag, tot wie bid je dan?
Iemand vertelde toen, bijna verontschuldigend, dat ze bij een operatie, kort voor de narcose, toch God had gevraagd dat het goed zou komen.
Was dit nu een tegenstrijdigheid? Eerst God-buitenaf afschaffen en dan toch weer in ere herstellen als de nood aan de vrouw is? Gebrek aan consequent doordenken? Of was het iets normaals en eigenlijk heel menselijk?
Als het om zinzoekers gaat, hanteer ik de meetlat van het spel. Die meet iets anders dan de maatstaf van de redelijkheid. Ik onderken dat het wetenschappelijk wereldbeeld het religieuze al een paar eeuwen ernstige concurrentie aandoet. Wetenschap maakt steeds meer de redelijke dienst uit. En dat is vaak erg welkom. Tegelijk realiseer ik me dat er waardevolle ervaringen zijn die achter de wetenschappelijke horizon liggen, onzichtbaar blijven en daarom niet mee tellen.
Spel staat haaks op de wetenschappelijke denktrant, want spel moet het hebben van alternatieven, zelfs als die elkaar uitsluiten. Kinderspel maakt van een boswandeling een ontdekkingsreis door een andere wereld, bevolkt door kabouters en elfjes. Wie speelt, houdt twee ballen in de lucht. Een speels mens hanteert tegelijk meer interpretaties van de werkelijkheid. Wetenschap komt toch liever uit bij eenduidige verifieerbare kennis. Gegeven, te bewijzen, bewijs. In het spel daarentegen mag elke zinnige variant meedoen.
Terug naar het kringgesprek. Het hoort bij het spel dat de speler mogelijke alternatieven aftast op hun waarde, zeker als diepere zingevingsvragen aan de orde zijn. Ook al lijkt het vloeken in de tempel van de wetenschap – en nu eens niet in de kerk. Die dubbele blik van het spel heeft dus geen enkele moeite met de tweeledigheid van een God binnenin en toch ook in de buitendienst.
We kunnen natuurlijk keurig langs de wetenschappelijke lijntjes kleuren en redeneren. Maar kan dat rechtlijnige koele redeneren het winnen van het warmhartige aftastende zoeken naar zin?
Leve de zinvolle tegenstrijdigheid!
Piet Nusteleijn zegt
Zin hebben in Godzin.
Dat is het.