De Dalai Lama heeft zijn grote bezorgdheid geuit over de aanhoudende openbare protesten in Hongkong, die tot steeds gewelddadiger botsingen tussen demonstranten en politiediensten heeft geleid. Hij dringt er bij alle partijen op aan om via een dialoog tot een oplossing te komen in het belang van een vreedzamere samenleving.
In een televisie-interview vanuit zijn officiële woonplaats in Dharamsala, India, benadrukte de Tibetaanse spirituele leider de dringende noodzaak van geweldloze uitingen van verzet tegen autoritarisme en totalitarisme. ‘Toen [voormalig Chinees staatshoofd] Deng Xiaoping één land, twee systemen creëerde, was het realistisch; prachtig. (…) Maar in de afgelopen weken zijn er zeer vele] verstoringen geweest, dus ik maak me zorgen. Het is beter als er overal vrede is. Elk probleem dat we kunnen oplossen door middel van gesprekken (is beter) dan een aantal negatieve acties onder invloed van woede. Maar ik kan niets doen, alleen maar bidden.’
De demonstraties in Hongkong begonnen in maart van dit jaar en escaleerden in juni tot een volwaardige protestbeweging, toen grote delen van de bevolking zich tegen de poging van de Hongkongse regering bleken te verzetten om de invoering van een uitleveringswet te versnellen. De wet staat de lokale autoriteiten toe verdachte criminelen op te sluiten voor uitlevering aan gebieden waarmee Hongkong geen uitleveringsovereenkomsten heeft, waaronder Taiwan en het vasteland van China. Critici van het wetsvoorstel, dat voor het eerst in februari van dit jaar werd ingediend, beweren dat de voorgestelde wetgeving de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Hongkong zou kunnen ondermijnen.
Honderdduizenden mensen gingen de straat op in een reeks massale demonstraties tegen de wet, maar de regering van Hongkong bleef aanvankelijk hardnekkig vasthouden aan hun eisen. Na weken van protesten, waaronder de vernietiging van openbare eigendommen en de verstoring van de luchthavendiensten, schortte regeringsleider Carrie Lam de uitleveringswet op 15 juni op en verklaarde deze op 9 juli “dood”, op 4 september trok zij het wetsvoorstel definitief in. Maar de demonstraties duren voort omdat niet aan alle eisen van de demonstranten tegemoet is gekomen.