Vanmiddag was ik bij de manueel therapeut omdat het kapsel van mijn gewrichten door de enorme hitte van de afgelopen week gezwollen en pijnlijk was. Hoe gaat het, vroeg de therapeut. Een zeven, antwoordde ik. Hij knikte.
Bij therapeuten en anderen moet je zelf een cijfer geven voor de situatie waarin je je bevindt. Dan kunnen ze aan de slag of een uitvaartverzorger bellen. Tegenwoordig worden therapeuten en andere dienstverleners achter de broek gezeten door enquêtebureaus die namens hun baas cliënten benaderen om te informeren naar de kwaliteit van de dienstverlening. Zo moest ik ook mijn ervaringen met de manueel therapeut invullen. Het verzoek kwam per mail en ik gooide het gelijk in het ronde archief. Ik haat dat beoordelen achter de rug om. Een week later kwam er een iets dreigender mail- ik had de vragenlijst nog niet ingevuld en teruggestuurd. Inmiddels had ik contact gehad met de therapeut en die verzocht mij dringend hem te waarderen met een tien. Nou is dat een fantastische therapeut, al lijkt hij ook wel op een gewelddadige bokser, maar zijn (be)handelingen helpen goed. Dus ik vulde de lijst in en waardeerde hem met een tien.
Er is tegenwoordig een dwang om te meter al weten de enquêteurs dat het nep is. Vroeger hingen bordjes in de winkels met de tekst: ‘Bent u ontevreden zeg het ons, bent u tevreden zeg het anderen.’
Graag zou ik eens de organisatie van de manueel therapeut- hij is in loondienst, beoordelen op kwaliteit- van het management bijvoorbeeld, of de begeleiding, beloning en opleiding van het personeel. Maar daar krijg ik nooit verzoeken toe. Wie controleert de bewakers? Ik heb ooit eens als bestuurder gesolliciteerd bij het Zilveren Kruis om die organisatie van binnenuit te ontmantelen, schreef ik in mijn sollicitatiebrief. Ik kreeg zelfs geen 4 van het ZK, ik heb er nooit meer wat van gehoord. Terwijl ik alleen maar wilde meten, zoals ze zelf ook doen.
Ook mijn garage stelt er prijs op om te worden beoordeeld. Een acht is onvoldoende, het moet minstens een tien zijn, adviseerde de chef-monteur. Elk weldenkend mens kan op zijn vingers natellen dat dat bedrog is. Het leven van een therapeut en monteurs bestaat niet uit tienen. In de journalistiek geldt dat een journalist net zo goed is als zijn laatst geschreven artikel.
‘Ik heb je een tien gegeven,’ zei ik vanmiddag tegen de therapeut, ‘maar eigenlijk is het flauwekul. Als jij niet goed bent in je vak blijven de cliënten weg of rijden de lijkwagens bij jouw praktijk af en aan.’ Hij lachte.
Ik heb een tijdje meegewerkt aan de virtuele Gelukswijzer van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam geloof ik. Ik scoorde hoog- een acht, soms een negen. Doordat de software van de wijzer niet deugde werd ik daar ongelukkig van en ben gestopt met het invullen van de lijst. Maar ik waardeer mijn leven zeker met een acht, het is heerlijk om te leven, vind ik.
Alles komt, alles gaat. Zo hoop ik later op een goede dood- bewust sterven lijkt me een fantastische ervaring. Helaas zal ik daar nooit een column over schrijven- dood is dood.
Op de steen van mijn moeders graf in de bossen van Beekbergen staat geschreven: ‘Wat telt nog wat er voor was of erna- ik begin en eindig met mijzelf’
Mijn moeder krijgt van mij wel een echte tien. De kanjer.
Moedig voorwaarts!