Op een druiligere zondagochtend fietste ik geheel tegen gewoonte in, naar de kerk aan de Prinsengracht in Amsterdam. Het was weer om te mokken. En daar had ik ook andere redenen voor. Wat afleiding was dus welkom. En in de kerk zou Jotika Hermsen, die al 87 jaar zo’n lieve, wijze en kordate uitstraling heeft, wat gaan zeggen over de weg naar stilte. Door haar was ik ook bij Sangha Metta gaan vrijwilligen. Ik wilde sowieso er een keer heen om Diana Vernooij, auteur, boeddhist en christelijk voorganger op te zoeken in de Duif. Dat is de ooit gekraakte basis kerk waar ook Jos Brink voorganger was.
Ik was alweer vergeten dat Sylvana Simons er ook zou zijn. Ik was en ben een enorme fan van haar over the top cameo in de hoofdstedelijk-kosmopolitische maar toch grappige Nederlandse serie Fashion Planet. En nu zat ze in de stoel voor me. De eerste zwarte vrouw die in Nederland een politieke partij oprichtte, zo introduceerde Jan Andrea, de voorganger van dienst, haar. Recentelijk was ze onderwerp van de docu Sylvana demon of diva. Jan Andrea prees haar moed.
Sylvana hield een voordracht over leven met de scherven. Ik was eerst niet van plan een stukje te schrijven en dus stond mijn opnameapparaat uit. Het was een ingevoeld, open verslag van wat je doet als je uitgescholden wordt, en andere dingen. Maar gelukkig heeft Sylvana haar tekst met me gedeeld. Sylvana is ondertussen wel ervaringsdeskundige wat betreft het omgaan met de scherven van misbegrepen idealen.
Sylvana:
Ik droeg een gedicht van Kate Rushin voor, dat mij enkele jaren geleden werd aangereikt door Jens van Tricht, getiteld “This Bridge Called My Back”.
En daarnaast sprak ik (zo ongeveer) onderstaande woorden.
“Wat doen we met de scherven, de kneuzingen, de schaafwonden en blauwe plekken die achterblijven iedere keer dat we getroffen worden door de haat, de onwil, de hoon en het geweld?
Het antwoord vond ik gisteravond, toen ik na dagenlang zoeken naar de juiste woorden voor vandaag de wanhoop nabij was. En zoals altijd is het een simpel antwoord:
We bouwen er nieuwe structuren mee. We metselen ze tot nieuwe kunst met liefde, compassie en geduld als cement.
Het is de enige manier om de nieuwe wereld vorm te geven. Als wij haar niet bouwen, wie dan wel?
Als wij haar niet benoemen, wie dan wel?
Dus moeten we haar blijven uitnodigen. Blijven roepen. Haar blijven koesteren. Moeten we blijven vragen: hoe gaat het met jou? Wat bedoel je precies? Mag ik naast je staan? Wil je me vasthouden? Wil je met me zijn?
Zolang we onze wonden verzorgen met compassie, kwetsbaarheid, verwondering, en zachtheid. Zo lang maken wij kans om samen te komen. Samen tot nieuwe inzichten, samen tot nieuwe waarden, samen tot een nieuwe werkelijkheid.
Zo lang we de scherven lijmen met nieuwsgierigheid, oprechte interesse en moed. Zo lang kunnen we veilige huizen bouwen.”
En soms, als de last van het oude te zwaar wordt, dan wenen we, samen. Dan vangen we elkaar op. Dan zeggen, we ontmoet mij in het midden, leun op mij, ik zorg voor jou. Je tranen zijn veilig, je woede is welkom. Je vermoeidheid is legitiem. Jouw pijn is mijn pijn.
En dan nemen we de scherven. En maken we nieuwe kunst. We bouwen nieuwe structuren. En lijmen die met het verlangen. Het verlangen naar een nieuwe wereld.”
Halverwege deze dienst over hoop gaf Jotika een overdenking. Met haar rollator naast zich. Het voorgaande, de koorzang, de menselijke warmte en het spel op de vleugel was al balsem voor het gemoed.
Jotika:
Op weg naar stilte
Toen ik de stilte vroeg: ‘met welke woorden kan ik over jou vertellen?’ kreeg ik geen antwoord.
Het leek alsof ze zich terugtrok.
Kopschuw werd en niet gezegd wilde worden.
Ze liet zich niet zien, ze liet zich niet horen, ze liet zich niet aanraken.
Misschien is het wel zo, flitste het door me heen, dat ze niet gebruikt wil worden?
Ondertussen vroeg ik me af:
”Wat gebeurt hier?”
Plotseling doemt het beeld op van mijn oma.
Ze zit aan een hoge tafel met een pluche tafelkleed
Ze strijkt met haar hand over het kleed, met de vleug mee en tegen de vleug in. Draagt een lange schort en heeft grijs haar in een knotje boven op haar hoofd.
Ze heeft een vriendelijk gezicht.
Ze is altijd blij als ze mijn zus en mij ziet. Als we komen is het goed, maar als we gaan is het ook goed. Ze heeft ons niet nodig, ze doet ook geen moeite om aardig te zijn, ze hoeft niet op te vallen,
Ze is gewoon vriendelijk en ik voel me veilig.
Geen woorden over stilte, geen uitleg. Ze is het gewoon. Ze hoeft niet te doen alsof, ZE IS HET.
Stilte=zijn kan dat? Geen geratel meer van de kwetterende geest? Net iets anders dan: “Ik ben even stil?”
Stilte-zijn…je hoeft er geen moeite meer voor te doen, je bent het.
Daarna gaan we even mediteren, Jotika zegt:
Ik nodig jullie uit om te ervaren hoe dat is. Je kunt gemakkelijk gaan zitten en de ogen kun je sluiten als je dat wilt. Je hoeft niets bijzonders te doen. Je hoeft niet te visualiseren, alleen aandacht geven aan de innerlijke ruimte, het natuurlijk proces van gewaar-zijn, dat je terug vindt in vergelijkingen zoals:
De stilte van de aarde bedekt met sneeuw in de vroege morgen, met alleen het geluid van een krakende voetzool,
De stilte van de hoge gletsjers als de winter op zijn koudst is. (E.Schmidt)
De stilte diep in de zee, onder de rimpelingen en golven , waar het eeuwig stil lijkt. (Erling Kagge)
Stilte bij een knapperend haardvuur, of rondom een stille bosvijver.
De stilte van buiten, waarin je alleen bent met je eigen verbeelding en gedachten
De stilte in onszelf
‘Kom zitten,’ zegt Boeddha: ‘pauzeer even, laat komen wat komt.‘
Wees stilte. Durf met lege handen te staan, voorbij bezorgdheid om ‘mij en mezelf,” met niets om je aan vast te houden…..
Wees stilte, herken jezelf, zoals je in diepste wezen bent: stilte. De bron van elke gedachte, van ieder gevoel.
De stilte die niet schreeuwt, (als het niet nodig is) die glimlacht, die toehoort, die luistert en ontvangt. Ze kent geen haast, ze is er gewoon als bron van vreugde, als bron van vriendelijkheid en kracht.
Stilte-zijn is gewaar-zijn, is waar-zijn, liefde zijn.
Er valt niets te controleren,
Er valt niets te verdienen.
Stilte overwint angst en maakt ruimte. Zij is hoogst intelligent.
Afwezigheid van mensen is niet nodig. Je kunt samen zijn, je kunt alleen zijn. Je bent aanwezig:, voorbij oordeel, waardig en nooit meer bang om niet goed genoeg te zijn.
Vanuit deze staat van geest kun je onbevreesd contact maken, kun je met open armen ontvangen.
Het is de stilte van een vriendelijk/wijs mens, die
‘het geknakte riet niet zal breken en de walmende vlaspit niet doven. ‘ die geen ongelijkwaardigheid zal tolereren in welke situatie dan ook.
Mogen we vanuit die stilte, moedig en onverschrokken zijn.
We zitten 5 min. in stilte.
Deze dienst, met het koor met daarin het vriendelijke gezicht van Diana Vernooij, de rituelen van het aanbieden van brood en wijn. Precies wat ik nodig had. Ik voel me weer stukken beter.
De Duif is een oecumenische kerk. In de dienst werd deze geloofsbelijdenis gezegd. Ik bedenk met dat het oud-Griekse woord voor geloven ook vertrouwen kan betekenen. En dat in Pali saddha, de bereidheid is om het gehoorde in de praktijk te brengen en te testen. In de geloofsbelijdenis van de Duif wil ik wel geloven, desnoods tegen de klippen op:
Geloofsbelijdenis
Ik zal niet geloven in het recht van de sterkste,
in de taal van de wapens, in de macht van de machtigen.
Maar ik wil geloven in het recht van de mens,
in de open hand, in de macht der geweldloosheid.
Ik zal niet geloven in ras of rijkdom,
in voorrechten, in de gevestigde orde.
Maar ik wil geloven dat alle mensen mensen zijn,
dat de orde van het onrecht wanorde is.
Ik zal niet geloven dat ik verdrukking daar kan bestrijden als ik onrecht hier laat bestaan.
Maar ik wil geloven dat recht één is, hier én daar,
dat ik niet vrij ben zolang er nog een mens slaaf is.
Ik zal niet geloven dat de liefde een begoocheling is,
vriendschap onbetrouwbaar en alle woorden leugens.
Maar ik wil geloven in de liefde die alles verdraagt,
in de weg van mens tot mens,
in een woord dat zegt wat het zegt.
Ik zal niet geloven dat honger en oorlog onvermijdelijk
zijn en de vrede onbereikbaar.
Maar ik wil geloven in een kleine daad,
in de schijnbaar machteloze liefde, in de vrede op aarde.
Ik zal niet geloven dat alle moeite tevergeefs is,
dat de dood het einde zal zijn,
maar ik durf te geloven altijd en ondanks alles,
in de nieuwe mens, in Gods eigen droom:
een nieuwe hemel, en nieuwe aarde waar gerechtigheid
zal wonen.
Amen