Joop Romeijn: deze titel is niet van mezelf maar is die van de vertaling van een artikel van de Princeton psycholoog Robert Woolfolk . Hem citeer ik later uitgebreider.
Het positieve denken is populair in het Westen, vooral in de V.S. maar ook in Nederland. En ook in het boeddhisme . Op de een of andere manier is het populaire psychologische en economische denken (‘je kunt worden en verdienen wat je wilt’) uit de zelfhulp-industrie vermengd geraakt met noties uit het boeddhisme. Dat is eigenlijk merkwaardig want de oude boeddhistische teksten ademen een andere sfeer. (Ook Thich Nhat Hanh in zijn jongere jaren, in meer recente publicaties is die m.i. salonfähiger geworden.)
Laatst schreef iemand dat ik een voorbeeld ben van de ‘het glas is half leeg’ benadering, waarbij zij de voorkeur gaf aan het ‘het glas is half vol’-optimisme van iemand anders. Ook kreeg ik te horen dat m’n blogs narcistisch waren. Kan zijn, ik ben pas een beginneling in het minder afstandelijk en abstract en meer persoonlijk maken van m’n teksten. Nu dus over het feit dat ik mezelf niet als een positivo zie. Wel als een denker trouwens.
Dat is lastig want positief zijn is wel in de mode, ook onder boeddhisten. En denken trouwens niet. De bekendste is Deepak Chopra, maar de Dalai Lama kan er ook wat van.
Over Deepak Chopra schreef Aaf Brandt Corstius onlangs: “ een Amerikaanse goeroe die elke zichzelf respecterende Hollywood-ster al weer als passé beschouwt maar die bij onze Nederlandse beroemdheden nog aansluiting vindt … wat de Deepak Chopra-leer inhoudt, namelijk dat je: a. positief moet zijn, b. allemaal moet samenwerken … ” Aaf eindigt haar column met: “ Dat is de troef van de moderne positivo: iedereen die het niet met hem eens is, steekt er zo zuur bij af. ”
Van de Dalai Lama las ik volgend aan hem toegeschreven citaat: ‘In welke situatie wij ons ook bevinden, het is altijd mogelijk deze met een positieve houding te benaderen.’
Of wat te denken van deze: “De Dalai Lama Dagkalender 2013 bevat de waardevolste citaten van de Dalai Lama. Hij wijst je op de noodzaak van tolerantie, eerlijkheid en vergeving. Hij moedigt je bovendien aan om je te concentreren op de goedheid en de schoonheid van alles wat je dagelijks omringt. Deze scheurkalender biedt je daarmee voor elke dag een bemoedigende en inspirerende spreuk.” Of dit citaat: “ See the positive side, the potential, and make an effort. ”
Op de website van Bodhitv was onlangs een artikel te lezen van Sanne Wurzer, zie hier de inleiding ervan:
“ Ergernissen en frustraties, we willen er allemaal het liefst zo snel mogelijk vanaf. Accepteren dat de dingen gaan zoals ze gaan is natuurlijk één bekende manier om dat voor elkaar te krijgen. Maar er zijn ook andere oplossingen, denkt Sanne Wurzer. ‘Zodra je een energieke match wordt met je eigen wens, manifesteert deze zich razendsnel.’ “
Gelukkig denkt niet iedereen daar zo over, zoals kan blijken uit een helder persoonlijk verhaal in de blog ‘Tiny Buddha’ met als titel: ´Why positive thinking didn´t work for me´ :
“ For a long time, nothing stressed me out as much as positivity. It was a perfectionist growing up, always trying to bang my flawed round-shaped self into a perfect square hole that couldn’t possibly contain me. Around 22, I decided to focus on personal development – a positive thing, I assumed. I figured if I worked on improving a little every day, I’d feel a lot more positive about myself than I did when I focused on my flaws. …I never considered that wanting to be positive isn’t the same as being positive. … “
Gelukkig ook is er sprake van enige tegenbeweging in de Anglosaksische (min of meer wetenschappelijke) psychologische literatuur. Een deel ervan bevat trouwens wel een dubbele bodem omdat de strekking is:
Negatief denken (= niet bij voorbaat ervan uitgaan dat men wel positief resultaat zal bereiken omdat men het wil bereiken) blijkt in sommige gevallen juist positiever resultaat op te leveren dan positief denken. Dus negatief denken wordt daarmee een vorm van positief denken: het vooruitgangsgeloof blijft intact. Dat vind ik niet authentiek negatief genoeg.
De Engelse psychiater R. Lepcha plaatst een kanttekening bij het positief denken, onder de (door mij vertaalde) titel: ‘De valkuilen van positief denken, een mindful perspectief ’
“Als we in de zelfhulp-afdeling van een boekwinkel rondkijken, blijkt een overweldigend aantal van de zelfhulpboeken en tijdschriften positief denken te preken, het product van een miljoen-dollar industrie dat ons in wezen vertelt dat we onze negatieve zelfbeelden moeten omdraaien in positieve teneinde succes te bereiken.
Er is intrinsiek niets mis met dit concept, behalve dan dat positief denken in de meeste gevallen op zich niet een diepe verandering brengt op een manier waarmee we toch gewoonlijk leven en werk benaderen. Toch hebben al generaties van psychotherapeuten steeds geprobeerd om dat te doen, in een proces dat bekend staat als ’cognitieve herstructurering’ (cognitive restructuring); zij streven ernaar negatieve zelf-verwerpende attitudes te vervangen door positieve winnwende attitudes.
Veel recent onderzoek over ‘cognitive behavioural therapy’ heeft echter feitelijk laten zien dat mensen met een chronisch laag zelfbeeld zich juist slechter gaan voelen als ze van hun therapeuten een uitgesproken positief beeld van zichzelf te horen krijgen …’The Metta-Physics Magazine – Exploring the Science-Spirituality Interface Bron.
Een ander voorbeeld, deze keer niet zozeer psychologie in de zelfhulp maar over de ‘de tirannie van het optimisme’ in het bedrijfsleven. Over managers die alsmaar positief moeten denken. Auteurs van ‘The Tyranny of Optimism zijn C. W. Von Bergen en Diane Bandow. n . Bro
Niet wetenschappelijk- maar populair-psychologisch, uit de zelfhulp-hoek komt: ‘De positieve kracht van negatief denken …De vuurloop als metafoor van het leven’
Tijdens een zogenaamde vuurloop in juni 2012 liepen 21 deelnemers aan een seminar Unleash The Power Within brandwonden op. Deze vuurloop behoort tot de vaste onderdelen van de seminars van Anthony Robbins. Deze schrijver en motivational speaker is in Nederland het best bekend door zijn boek ‘Je onbekende vermogens’ waarin hij onder meer zijn inzichten over neurolinguïstisch programmeren uit de doeken doet. In zijn boek en zijn seminars hamert Robbins voortdurend op zijn overtuiging dat je mogelijkheden grenzeloos zijn mits je met de juiste overtuigingen op een positieve manier werkt aan wat je wezenlijk in je leven wilt bereiken.
De bedoeling van de vuurloop is dat je het gevoel krijgt dat je mogelijkheden inderdaad grenzeloos zijn, mits je de juiste mindset hebt. Voordat je de hete kolen op gaat, zeg je tegen jezelf: ‘Ik wil het, ik kan het en ik ga ervoor’. En je visualiseert hoe je succesvol de vuurloop volbrengt: met opgeheven hoofd en een rechte stevige pas. Tijdens de vuurloop zelf word je geacht ‘koel mos’ te visualiseren en hardop: ‘Koel mos, koel mos, koel mos’ te zeggen.’ De fysiologische waarheid rond de vuurloop is dat geen van de deelnemers aan het seminar blaren of brandwonden krijgt, mits de deelnemer vlot en lichtvoetig enkele meters over een horizontale laag van smeulende kolen of smeulend hout op een onbrandbare onderlaag loopt.
Tot nu toe is echter de negatieve uitwerking van positieve visualisatie onderbelicht gebleven. Oliver Burkeman wil daarmee afrekenen in zijn boek ‘The Antidote: Happiness for People Who Can’t Stand Positive Thinking’. Visualisatie kan er namelijk toe leiden dat iemand het gevoel krijgt dat hij zijn doel al bereikt heeft en dat hij zich daarvoor dus niet meer enorm hoeft in te spannen.
Tot de inzichten van Tony Robbins behoort het bewust stellen van doelen. Managersspeak zit vol blabla over doelstellingen en het bereiken van doelen. Maar het bepalen van doelen kan als onbedoeld neveneffect hebben dat je het gestelde doel voorbijschiet. Dit geldt vooral als je je al te zeer focust op een strak geformuleerd doel. Volgens diverse onderzoeken zouden medewerkers die gedreven worden door concrete doelen eerder geneigd zijn het niet zo nauw te nemen met ethische normen.
Oliver Burkeman wijst erop dat de filosofen uit de antieke oudheid en de spirituele leiders reeds inzagen dat het nodig is de balans te vinden tussen het positieve en het negatieve, tussen optimisme en pessimisme, en tussen een streven naar succes en zekerheden, en een openstaan voor mislukking en onzekerheden.
Met een knipoog naar Anthony Robbins advies om aan koel mos te denken als je over hete kolen loopt, adviseert Oliver Burke: ‘ Visualiseer je hete kolen niet als koel mos, maar als hete kolen. ‘ “ Bron: hier .
Ook der Rotterdamse geluksonderzoeker en (als ik zijn website lees) positivo Ad Bergsma maakt deze kanttekening bij de positieve psychologie maar toch met een positieve draai: ‘Positieve psychologie kan niet zonder negativiteit.’ bron .
‘ Wij die veroordeeld zijn tot geluk moeten vooral ons recht op ongeluk gaan verdedigen, als we tenminste vrij willen blijven.’ . . . Pascal Bruckner
Voor wie nog niet in de gaten heeft dat het liedje van de positieve psychologie met name in de Verenigde Staten een hit is geworden, zal ik nog één keer het refrein herhalen, zoals dat naar voren is gebracht door voorman Martin Seligman (2002) op de eerste pagina van zijn boek ‘Gelukkig zijn kun je leren’.
‘De afgelopen vijftig jaar hebben psychologen zich met grote inzet op slechts één onderwerp gestort – geestesziekten – en ze hebben daarbij heel wat successen geboekt. (…)Maar we hebben een hoge prijs betaald voor deze stap voorwaarts. Door ons te richten op de omstandigheden die het leven ellendig maken, zijn de omstandigheden die het leven de moeite waard maken op de achtergrond geraakt. (…) De tijd is daarom rijp voor een wetenschap die probeert inzicht te krijgen in positieve emotie, competentie en deugd.’
Het punt in dit artikel is niet dat het succes van de positieve psychologie voor een deel gebaseerd is op slimme retoriek, die het moet hebben van het voorspiegelen van een karikaturaal beeld van de ‘gewone’ psychologie. Ik zal in plaats daarvan betogen dat niet de gewone psychologie, maar juist de positieve psychologie in het zwaard van de eenzijdigheid dreigt te vallen.
De in zwart-wit geschetste tegenstelling tussen negatieve en positieve aspecten van het functioneren dreigt de positieve psychologie een karikatuur van zichzelf te maken. De stroming lijkt over het hoofd te zien dat negatieve gevoelens en gedachten een constructieve rol kunnen spelen in iemand leven. Of zoals Barbara Held (2002, 2004) het heeft uitgedrukt: De positieve psychologie is nodeloos negatief over negativiteit.
De obsessie met het positieve maakt dat de functie van het negatieve wordt verwaarloosd. Dat het voorbeeld van Seligman toch aangehaald wordt om de voordelen van optimisme te bezingen, toont aan dat zowel leken als psychologen een blinde vlek hebben voor de schaduwkanten van positief denken.
Hoe de positieve drang in het dagelijks leven kan ontsporen, beschrijft de journaliste Barbara Ehrenreich. Toen bij haar borstkanker werd geconstateerd, was zij daar natuurlijk overstuur van. Maar toen ze uiting gaf aan haar verontwaardiging en woede over haar situatie, adviseerden lotgenoten haar een therapeut te zoeken om zulke negatieve gevoelens uit te bannen. De meest extreme positieve denkers hielden haar voor dat ze haar ziekte beter kon zien als een geschenk waar ze dankbaar voor moest zijn, iets waar Ehrenreich weinig voor voelde. Negativiteit zou haar overleven in gevaar brengen, hoewel daar geen enkele evidentie voor is (Coyne, Tennen & Ranchor, 2010).
Vechten tegen negativiteit kan bovendien negatieve gevoelens en piekeren versterken. In opvattingen over mindfulness wordt ervan uitgegaan dat het verwelkomen van negativiteit en er welwillende aandacht aan besteden, leidt tot het sneller voorbij gaan van negatieve stemmingen. Streven naar perfect geluk dat geen ruimte biedt voor negatieve gebeurtenissen, is een ongezonde vorm van perfectionisme (Lundh, 2004).
Deze korte, en incomplete opsomming moet volstaan om te laten zien hoe belangrijk negatief affect is in het leven van mensen.’
Tot zover enkele passages uit het lezenswaardige artikel van Bergsma, wel is het positiviteit tijdelijk vermomd als voorzichtige negativiteit. Bovenstaande bevat vooral argumenten waarom soms positief denken niet werkt, maar gaat overwegend wel van het positief-denken-paradigma uit.
Ik tendeer echter naar een ander, een meer intrinsiek niet-positief model. Namelijk van het alomtegenwoordig zijn van dukkha , meestal vertaald als ‘lijden’, meer precies als: onbevredigdheid (van het leven), ongemak, etc.
In ieder geval niet als: ‘ While dukkha is usually defined as suffering, “mental dysfunction” is closer to the original meaning. ’ Bron: hier . In feite worden hiermee alle boeddhisten (d.w.z. degenen die dukkha, anicca en anatta als centrale principes van het bestaan zien) tot psychiatrische patiënten gelabeled.
Eerder dit: Een vrij technisch maar gezaghebbend (gezien het aantal keer dat het geciteerd wordt) psychologisch artikel: ” The Negative Side of Positive Psychology ” door Barbara Held . Journal of Humanistic Psychology, 2004; (in totaal 39 pagina’s)
Summary
This article explores three ways in which the positive psychology, movement’s construction and presentation of itself are negative. First, the negative side is construed as the negative side effects of positive psychology’s dominant, separatist message. Second, the negative side is construed as the negativity that can be found within the positive psychology movement. Here the author elaborates on the negative or dismissive reactions of some spokespersons for the movement to ideas or views that run counter to the movement’s dominant message: (a) negativity about negativity itself, which is explored by way of research in health psychology and coping styles; and (b) negativity about the wrong kind of positivity, namely, allegedly unscientific positivity, especially that which Seligman purports to find within humanistic psychology.
This constitutes an epistemological position that contributes to “reality problems” for positive psychologists. The author concludes with the implications of positive psychology’s “Declaration of Independence” for psychology’s much discussed fragmentation woes. She appeals to the wisdom of William James for guidance in finding a third, more positive meaning of positive psychology’s negative side. This third meaning can be gleaned from a not-yet-dominant but more integrative message emerging within the movement, one compatible with the reactions of some humanistic psychologists to positive psychology. Het hele artikel is hier te vinden.
Minstens zo uitgesproken is de ook veel geciteerde Robert Woolfolk , waarmee ik dit essay begon. “ The Power of Negative Thinking: Truth, Melancholia, and the Tragic Sense of Life.” Een aantal passages hieruit, in mijn vertaling:
“In dit korte essay beargumenteer ik dat de huidige ‘positieve psychologie’ –beweging ten onrechte belangrijke aspecten die essentieel zijn voor het menselijk bestaan, niet benadrukt. Door een uiteenzetting van enkele historische, interculturele en literaire voorbeelden bepleit ik het belang van een soort ‘negatieve psychologie’ die fundamenteel is voor adequaat begrip van de menselijke situatie.
(…) De bepleiters van de positieve psychologie van Maslow tot Seligman hebben gesuggereerd dat de psychologie teveel gericht is op allerlei negativiteiten: ziekte, wanorde en defecten. Maar ik durf te stellen dat de Amerikaanse psychologie, in tegenstelling tot deze claim, heeft gefaald om op adequate wijze het belang van bepaalde vormen van ‘negativiteit’ te waarderen. Ik durf te stellen dat negatief denken niet alleen waardevol is maar zelfs onmisbaar en noodzakelijk en stel dat we te weinig aandacht geven aan het onderkennen, confronteren, accepteren en misschien zelfs verwelkomen van lijden en verlies. Ik stel dat er ergere dingen in het leven kunnen zijn dan het ervaren van negatieve gevoelens. Ergere dingen zoals onwetendheid, banaliteit, lichtgelovigheid, zelfs misleiding, narcisme, ongevoeligheid, bekrompenheid en isolatie; allemaal zaken die het programma van de positieve psychologie potentieel lijken te bevorderen.”
Vervolgens beschrijft de auteur het voorbeeld van koning Xerxes van Perzië, een veldheer die op het toppunt van z’n succes de sterfelijkheid van de mens en de vergeefsheid van alle inspanningen benadrukt. Dit is oude therapie, zegt Woolfolk: Griekse therapie van Herodotus, Sophocles en Socrates. Dat is zelfkennis waarin de menselijke tekortkomingen en beperkingen zoals overmoed hun plaats hebben. Hij noemt de sombere, soms ronduit depressieve kanten van een aantal Amerikaanse staatslieden uit het verleden zoals Abraham Lincoln.
Woolfolk noemt het boeddhisme dat op een bepaalde manier een negatieve denkwijze is maar ook de Islam. “Moslims zien, in het algemeen, droefheid, ontstemming en andere sombere grondstemmingen emoties als begeleidende verschijnselen van religieuze piëteit en kenmerken van de pijnlijke consequenties van het juist leven in een onrechtvaardige wereld. Het vermogen om smart te ervaren wordt gezien als kenmerk van de diepte van de persoonlijkheid … Droef kunnen zijn wordt geassocieerd met volwassenheid, rijpheid. Iemand die te makkelijk aan z’n gelukkig zijn uiting geeft, wordt beschouwd als sociaal incompetent.
…
De ‘negatieve psychologie’ die ik heb beschreven en aanbevolen, is niet zozeer een antipode van de hedendaagse trend, het is eerder een beschrijving van een andere dimensie of misschien de uiteenzetting van de existentiële bestaansbasis. Argumenteren over de vraag of we niet beter af zijn met gezondheid of juist ziekte, kracht of juist zwakte oversimplificeert psychologie en maakt het eendimensionaal. Als de psychologie vermijdt een banale en prozaïsche afbakening te zijn, doet het er goed aan, aandacht te schenken aan een aantal oude bronnen die ruimte geven aan tragische, aan eindige en aan negatieve aspecten van het menselijk bestaan. “ Bron: hier
Bovenstaande gaat overwegend over positieve en/of negatieve psychologie. Nuttig voor ons begrip maar uiteindelijk het boeddhisme en het beoefenen daarvan geen psychologische maar een ‘spirituele’ beoefening. Of noem het ‘religieus’ of ‘filosofisch plus’ of ‘soteriologisch’.
Uiteindelijk kom ik hiermee weer terug op de Vier Edele Waarheden , waarvan de eerste is:
“ Dit monniken, is de edele waarheid van lijden : Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden, verdriet en weeklagen , pijn, smart en wanhoop zijn lijden; gevoegd worden bij het onaangename is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil, is lijden — kortom, de vijf groepen (die het object zijn) van hechten, zijn lijden. ”
Bron: Sleuteltotinzicht Daar staan ook de Pali-termen in; en de overige Edele Waarheden, over het beëindigen van dukkha.
Deze tekst werd eerder, in december 2012, in het BD geplaatst.
kees klomp zegt
joop,
dank voor je uitgebreide verhaal en genuanceerde visie op geluk. een ‘feest’ van herkenning!
Alluman zegt
Even iets nuanceren in dit artikel. Er lopen namelijk twee dingen door elkaar:
Positieve psychologie is iets anders dan positief denken en de populaire positieve zelfhulpboeken.
Wat positieve psychologie positief maakt, is – zoals Woodflok terecht opmerkt – dat het een tegenwicht biedt voor de eenzijdige focus van (dan dus negatieve) psychologie op het beter maken van mensen in geestelijke nood. Positieve psychologie richt zich op het beste halen uit gezonde mensen.
Tegelijkertijd wil het een tegenwicht bieden aan de vaak ongefundeerde zelfhulpboeken. Anders dan deze poplectuur neemt de positieve psychologie bewust een uitermate wetenschappelijke positie in.
Kortom, positieve psychologie zegt niet zozeer iets over positief denken; het zegt iets over het verbeteren van de levenskwaliteit van ‘normale’ mensen. Dat kan positieve houding zijn, maar het sluit een negatieve niet uit.
Alluman zegt
Eigenlijk zou je de bijdrage van Woodfolk dus ook onder de positieve psychologie kunnen scharen.
Alluman zegt
Overigens kun je een heel curriculum van Harvard-professor Tal Ben-Shahar op Youtube vinden.
College 1: http://www.youtube.com/watch?v=IwUecXRvnS0
Daarin legt hij uit wat we onder positieve psychologie verstaan en welke kennis (op dat moment) beschikbaar was. De eerste colleges zijn het meeste de moeite waard. Daarna zakt het een beetje in.
Over het geheel genomen vind ik het inhoudelijk nog wat matig, maar deze collegereeks is al een aantal jaar oud.
Frank Uyttebroeck zegt
Beste Joop,
Wat Kees zegt!
Mijn -ietwat verkort door de bocht- versie van dit perspectief:
Via de dharma leren wij “ja” te zeggen tegen álles wat zich in het leven aandient. Dus ook hartsgrondig “ja” te zeggen tegen de “nee” in onszelf wanneer die aan de orde is.
Frank.
Michael Hoek zegt
Lees eens wat suttas.
Joop Romeijn zegt
Gelukkig heb ik niet alleen complimenten gekregen.
En Michael: ik heb al honderden sutta’s gelezen, maar wat bedoel je met je advies?
Alluman: wellicht heb ik inderdaad ‘positief denken’ uit de populaire zelfhulp en ‘positieve psychologie’ wat makkelijk vereenzelvigd. Toch is de ‘positieve psychologie’ niet een echte wetenschap, maar nogal ideologisch geladen (ter vergelijking: geen natuurkundige haalt het in z’n hoofd over een ‘positieve natuurkunde’ te gaan spreken).
Een stukje van de site van de Maastricht University:
Well-being and happiness
Positive psychology was introduced over a decade ago by UPenn professor Dr. Martin Seligman and can be viewed as a supplementary approach to clinical psychology. The positive psychological movement formulated three aims: (1) to focus on well-being and happiness instead of abnormal behaviour and psychopathology, (2) to be concerned with building positive qualities and strengths instead of repairing damage and (3) to prevent future problems instead of correcting past and present problems.
Daar zit toch ook wel een stukje ‘positief denken’ in, vind ik. Zie ook het uitgebreide Wikipedia-lemma over ‘positive psychology’.
Michael Hoek zegt
Joop Romeijn: En Michael ik heb al honderden sutta’s gelezen, maar wat bedoel je met je advies?
Michael Hoek: Dat was gericht tot meneer Uyttebroeck. Dat je in de dharma overal ja tegen moet zeggen is natuurlijk je reinste onzin.
Frank Uyttebroeck zegt
Beste Michael,
Misschien heb ik mij iets te ingewikkeld uitgedrukt. Dat overkomt mij wel eens, het spijt me.
Als ik schrijf dat je ook “ja” moet zeggen tegen je eigen “nee” dan is dat precies wat jij ook zegt: natuurlijk leert de dharma ons juist dat er dingen zijn waar je “nee” tegen moet zeggen.
Ik bedoel juist dat die “nee” tegen niet-vaardige en onheilzame dingen dan net zo volkomen en volledig moet zijn als de “ja” tegen vaardige en heilzame dingen.
Vriendelijke groet,
Frank Uyttebroeck
Alluman zegt
Ideologisch, jazeker. En daarin is het uitermate Amerikaans natuurlijk; in het richten op praktisch nut.
In dit geval is het zonder twijfel in deze eerste jaren vooral op cultiveren van geluk en en welbevinden gericht. Maar niet per se op positief denken; wel op positieve gevolgen van bepaalde gedrag of denken voor het welbevinden van gezonde mensen.
Daarbij sluit het negatieve emoties en gevoelens niet uit, mits het maar bijdraagt aan het welbevinden van geestelijk gezonde mensen.
Als iemand dus zijn welbevinden kan bevorderen door bijvoorbeeld met negatieve gevoelens in de weer te gaan, dan past dat gewoon in de positieve psychologie.
Je ziet dat Seligman met de keuze voor de term ‘positieve psychologie’ onbedoeld zichzelf in de hoek van de poplectuur heeft gedrukt – precies de tak van boeken waar hij zich tegen afzet.
Maar een echte wetenschap is het wel degelijk.
Koert Boese zegt
Er is toch wel wat aan te merken op dit artikel.
Ten eerste: ik vind het nogal ver gaan om aan de hand van bronnen als de ‘Dalai Lama dagkalender’, een column van ene Sanne Wurzer (wie?), het blog ‘Tiny Buddha’, het Amerikaanse bedrijfje ‘Pursuit of Happiness’ en een column van Aaf Brandt Corstius over hindoe Deepak Chopra (die van zichzelf zegt geen enkele religie te willen vertegenwoordigen) uitspraken te doen over de huidige stand van zaken ten aanzien van de relatie tussen ‘het’ Boeddhisme (bestaat dat) en ‘positief denken’. Dat kun je – zeker in relatie tot het nauwkeurige brongebruik elders in dit artikel – toch niet echt serieus nemen?
Ten tweede: ik vind het een beetje respectloos om de grote Boeddhistische leraren en voorvechters voor de vrede Thich Nhat Hanh en de huidige Dalai Lama – zeker als je hun levensgeschiedenis ook maar enigszins kent – op één lijn te stellen met en in één adem te noemen met wat Romeijn de ‘zelfhulp-industrie’ noemt. Zeker gezien het feit dat juist het omgaan met extreem moeilijke omstandigheden (de oorlog in Vietnam, de onderdrukking in Tibet) bij hen zo’n belangrijke rol speelt. Als je iets over het thema positief/negatief denken en het Boeddhisme wilt schrijven, moet je dan niet juist bij hen te raden gaan?
Ten derde: zoals Alluman al duidelijk aangeeft zijn de ‘zelfhulpindustrie’ en de Positieve psychologie twee verschillende zaken. Dat de zelfhulpindustrie de (ook) Positieve psychologie gebruikt om geld te verdienen – overigens net zoals ze ook het boeddhisme, mindfulness etc. daarvoor gebruikt – doet niet bij voorbaat aan de Positieve psychologie zelf. Romeijn gebruikt argumenten tegen het eerste (zoals ‘vuurlopen’) argumenten tegen het tweede en dat lijkt met onjuist. De Positieve filosofie moet men op z’n eigen merites beoordelen, zoals alle psychologische therapieën beoordeeld (zouden moeten) worden: zijn er behoorlijk wat mensen die duurzaam baat bij de therapie hebben? Anders dan Romeijn lijkt te suggereren, pleit Held in het aangehaalde artikel overigens niet tegen de Positieve psychologie, maar voor ‘finding a […] more positive meaning of positive psychology’s negative side’.
Als laatste: Waarom noemt Romeijn alleen de Eerste Edele Waarheid? De boodschap die de Boeddha in de vier Edele waarheden meegeeft is toch dat een einde aan het lijden – alle lijden – voor iedereen mogelijk is. Niet makkelijk, maar toch. Persoonlijk vind ik dat een heel positieve boodschap.
Joop Romeijn zegt
Het is (in Nederland) ongebruikelijk ook maar iets van kritiek te hebben op internationale boeddhistische iconen waarin Westerlingen allerlei moois projecteren. Ik had ook Rients Ritskes van Zen.Nl als voorbeeld van boeddhistische positivo kunnen noemen, maar dat is te makkelijk.
‘Respectloos’, zeg je, Koert. Ik vind dat ‘respect’ – net als ‘geluk’ – een woord is dat te veel gebruikt wordt en dat we zulke woorden beter niet meer kunnen gebruiken.
Zeker hebben Thich Nhat Hanh en de huidige Dalai Lama een levensgeschiedenis met tragiek. Maar wat mij opvalt is dat zij de laatste jaren steeds meer een niet-tragische boodschap brengen, een aangename boodschap die hun Westerse volgelingen graag horen. Opvallend is bv dat TNH is een aantal teksten (vgl The Heart Buddhas Teaching) als ‘drie zegels’ niet-zelf, onbestendigheid en nirvana noemt. Dukkha (lijden) dus niet, dat verdonkeremaant hij een beetje.
En ook de Dalai Lama zegt tegen zijn westerse volgelingen andere, meer aangename dingen, dan hij (vermoed ik) tegen zijn Tibetaanse volgelingen zegt.
Zeker biedt met name Vierde Edele Waarheid de mogelijkheid van het beeindigen van lijden, en dat ‘niet makkelijk’ te noemen is nogal een understatement.
Het boeddhisme biedt geruststelling, zeker, maar toch ook en vooral ongemak en verontrusting. Aspecten die tegenwoordig nogal onderbelicht zijn en ik weer eens wilde noemen.
En tenslotte: dit was niet het perfecte essay over boeddhisme en positief denken en positieve psychologie maar slechts een klein tegenwicht tegen al die vele adorerende positief boeddhistische teksten; een soort kerstboodschap dus.
Paul de Jager zegt
In mijn schooljaren was het Sartre wat de klok sloeg: wát een somberheid! Dat nooit meer.Thich Nhat Hanh is in zijn boek Het hart van Boeddha’s leer optimistisch door niet het lijden van de mens bovenaan het lijstje van de vier edele waarheden te zetten, maar het gegeven dat er een uitweg is.
Joop Romeijn zegt
Paul, je bedoelt natuurlijk het lijstje van ‘de drie kenmerken van het bestaan’; dat van ‘de vier edele waarheden’ is weer een ander lijstje, ik kan er ook niets aan doen.
Nog een leerzame thread over TNH en dukkha:
http://www.buddhismwithoutboundaries.com/showthread.php?2239-Three-Marks-of-Existence
Overigens ben ik een vrolijk mens, mijn motto is wees blij dat het leven geen zin heeft.
Koert Boese zegt
Voor alle duidelijk: ik schrijf niet dat ik het respectloos vind om kritiek te hebben op boeddhistische iconen. Ik schrijf dat ik het respectloos vind om de Dalai Lama – die zich zijn hele leven heeft ingezet voor het boeddhisme, vrede en Tibet, en wiens leven beheerst wordt door een uitzichtloze bezetting, gevangenzetting van zijn monniken en zelfverbrandingen van zijn volgelingen – met een makkelijk ‘Ook de Dalai Lama kan er wat van…’ gelijk te stellen aan het i.d.d. bedenkelijke positivo-denken van de zelfhulp-industrie. Zeker niet op basis van alleen een citaatje van een scheurkalender. Als ‘respectloos’ niet het goede woord is, dan is ‘gemakzuchtig, zonder gevoel voor verhoudingen’ toch wel op z’n plaats. Als u een column had geschreven, dan had ik daar geen moeite mee gehad. Maar u pretendeert meer dan dat.
U schrijft in uw reactie dat u ook over Rients Ritskes had kunnen schrijven, maar: ‘dat is te makkelijk.’ Waarom is dat te makkelijk?
Wat ik grappig vind, is dat de benadering die Ritskes in zijn boeken (bijvoorbeeld ‘Zen en keuzes maken’) naadloos aansluit op wat u aan de hand van de auteurs Held en Woolfolk bepleit. Namelijk (in mijn eigen woorden): niet een ‘positief-denken-paradigma’, maar dat inzicht in onze negatieve kanten belangrijk én verrijkend is. Dat het kunnen begrijpen en accepteren daarvan een bevrijding is – en misschien wel de basis voor werkelijk ‘geluk’.
Nogmaals, u mag best kritiek hebben op Ritskes, sterker nog: ik juich een goede, kritische beschouwing toe. Maar dan wel op basis van zijn boeken en niet met een aantal selectieve quotes die her en der op het internet te vinden zijn, zoals nu vaak het geval is. (Daarmee bedoel ik voor alle duidelijkheid niet u).
U noemt zichzelf ‘een denker’. Mag ik u erop wijzen dat dit – i.i.g. in de zenboeddhistische traditie – niet bepaald een compliment is? Denken – zowel negatief als positief – is het belangrijkste obstakel op weg naar ‘verlichting’. Een hoop gedoe over met welke vinger je het beste naar de maan kan wijzen, waarbij de maan zelf over het hoofd wordt gezien. Of dat we de maan niet zien, juist omdat we er onze eigen vingers ervoor houden.
Mijn (positieve) kerstboodschap: misschien is de maan zien wel makkelijker dan u denkt.
Joop Romeijn zegt
Koert, dank voor je intelligente en critische reactie
Voor de duidelijkheid: dit kleine essay stond in mijn eigen blog en is door de redactie vann het BoeddhistischDagblad (met mijn toestemming) overgenomen. En in mijn blog (joopromeijn.blogspot.nl) schrijf ik meestal tamelijk raillerend.
Maar wellicht is mijn opmerking op de Dalai Lama wat al te gemakzuchtig geweest; mijn kritiek geldt eigenlijk niet de Dalai Lama maar westerlingen die lieve onschuldige opvattingen in hem projecteren.
En dan Rients Ritskes, ik schreef: ’te makkelijk’ omdat hij vergeleken met internationale iconen een kleintje is en er al meermalen (ook door mij op m’n blog) kritiek op hem geuit is.
En Ritskes geen positivo? Ik vind boektitels als ‘Leer denken wat je wilt denken’ en ‘Leer voelen wat je wilt voelen’ juist gave voorbeelden van positivo-speak.
Uit m’n blog zou je kunnen zien dat ik bepaald geen Zennie of Zen-boeddhist ben; en ‘denken’ is juist wat de mens uniek maakt en onderscheidt van een dier.
Wist je trouwens dat de plateet Jupiter meer dan 60 manen heeft; hoeveel vingers moeten Jupiterianen dan wel niet hebben?