Het aardige aan de Dalai Lama vind ik onder meer zijn kleding. Ik ben geen stoffenexpert maar ik vermoed dat zijn gewaad gemaakt is van katoen en andere natuurlijke materialen. Die outfit past bij het beeld dat ik van de Dalai Lama heb. Eenvoudig. Een paar jaar geleden, toen hij in Rotterdam teachings gaf, trok hij zijn schoenen uit op het podium. Omdat ik zelf een blootvoeter ben en met een paar schoenen vijf jaar doe, moest ik daar om lachen. Je schoenen doe je alleen uit als je je veilig voelt en niet op de vlucht hoeft te slaan.
Als journalist ben ik voor het Boeddhistisch Dagblad bezig met de schandalen waarin boeddhistische leraren verwikkeld zijn. Op mijn speurtocht naar informatie over deze mannen zie ik ook foto’s van situaties waarin ze verkeren. En de kleding die ze dragen. Zo zag ik een foto van de van seksueel wangedrag beschuldigde Sakyong Mipham rinpoche -Sakyong schijnt een equivalent te zijn voor koning- en een foto van de ook van seksueel wangedrag en machtsmisbruik beschuldigde Sogyal rinpoche. Op die foto’s zijn ze gekleed in gewaden van zijde.
Zijde is een populair natuurproduct dat een gevoel van luxe geeft, maar de manier waarop zijdedraden worden gewonnen is ronduit discutabel. Voor de productie van zijde worden levende rupsen in hun cocon in vaten met kokend water gedompeld. Jaarlijks worden er vele miljoenen gedood: voor een halve kilo zijde zijn 2.000-3.000 rupsen nodig. Het koken is nodig om een zijdedraad te winnen als deze op zijn mooist en langst is. De cocons worden afgewikkeld, waarna de zijdedraden klaar zijn voor gebruik.
Tegenwoordig zijn er diervriendelijker alternatieven, zoals wildzijde en ahimsazijde. Voor wildzijde worden Tussah zijderupsen gekweekt. Deze rupsen mogen zich wel verpoppen, men gebruikt de (beschadigde) cocon om tot zijdedraad te weven. Ahimsazijde, of ‘peace silk’ wordt in India gemaakt van cocons van de Erimot, die, nadat de insecten zijn uitgevlogen, worden verzameld. Maar de zijdedraden van deze motten zijn kort en niet populair bij de vervaardigers van zijde textiel.
In hoeverre insecten pijn ervaren is nog niet eenduidig vastgesteld. Volgens dr. Thierry Backeljau, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Universiteit Antwerpen, zijn er geen harde bewijzen dat insecten pijn kunnen voelen. Maar is de afwezigheid van dit bewijs, met de beperkte kennis die we nu blijkbaar van het gevoelsleven van insecten hebben, voldoende om levende insecten op deze manier te behandelen? Jaren geleden legde ik de gelofte af geen levende wezens, ook dieren, te doden. Geldt dat niet voor leraren, ook al doden ze niet zelf maar worden ze wel medeplichtig aan het doden van die miljoenen rupsen?
Zijdecultuur, oftewel het commercieel kweken van zijderupsen, gebeurt in diverse Aziatische landen. De vrouwelijke zijderups legt tot wel 400 eitjes in 1 keer, en sterft dan. Na ongeveer twee weken komt uit zo’n eitje een larve. De larve voedt zich met moerbeibladeren en blijft eten tot hij 10.000 keer zo zwaar is en ongeveer 8 centimeter lang. Als de larve in een pop verandert, gaat hij vloeibare zijde afscheiden via zijn speekselklieren. Als die vloeibare zijde met lucht in aanraking komt, wordt het een ononderbroken draad. De larve wikkelt die draad om zichzelf heen en maakt er een dikke, warme cocon van. Om te voorkomen dat de larve zich uit zijn cocon bevrijdt en een mot wordt, wordt de larve levend gekookt.
Een Amerikaans echtpaar liet eens een reusachtige zijden thangka maken dat het aan de Karmapa schonk. Dat ding was zo groot dat hij alleen compleet zichtbaar was door hem van een berghelling af te rollen. Jaren geleden alweer keken in het boeddhistische centrum in het Friese Hantum volgelingen van de inmiddels overleden Gawang rinpoche naar een video over die thangka. Een van de studenten was woedend. Toen hij opmerkte dat ontelbare rupsen hiervoor vermoord waren, nog los van het astronomische bedrag dat het maken gekost moet hebben, en waar andere, goede dingen mee gedaan hadden kunnen worden, werd Gawang boos. Het was volgens hem een eer om voor de Karmapa te mogen sterven, bovendien was het jaarlijks uitrollen van de thangka een troost voor de Tibetaanse vluchtelingen. De reactie van de student op de thangka en de Karmapa werd als een soort van blasfemie gezien, ook door de andere aanwezigen.
Moedig voorwaarts!
johanneke zegt
Goed stuk.