Noem dat desnoods wijsheid
Beste Hans,
Niet-weten spreekt me erg aan. Zelf laat ik me tegenwoordig alleen nog maar leiden door de wijsheid van mijn hart. Het hart is de toegangspoort tot het Ene.
Beste Brando,
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ben je het hart of ben je de klep?
Brando: Ik bedoel dat ik steeds meer loslaat en me steeds minder identificeer met het droompersonage. Echte vrijheid is vrij zijn van de persoon!
Hans: Zeker weten dat vrij zijn van de persoon niet je volgende droom is?
Brando: Jij bent wel kort door de bocht, zeg.
Hans: Liever een beetje meanderen?
Brando: “Denkend aan Holland / zie ik breede rivieren / traag door oneindig / laagland gaan.”
Hans: “En in alle gewesten / wordt de stem van het water / met zijn eeuwige rampen / gevreesd en gehoord.”
Brando: Dat belooft niet veel goeds.
Hans: Als ik mijn hart lijk te volgen, en dat komt weleens voor, dan weet ik oprecht niet of dat mijn keuze is of niet. Net zomin als ik weet of er in zijn algemeenheid wel iets te kiezen valt – wat mijn ervaring of mijn verstand mij daarover ook influistert.
Persoonlijk (ha!) heb ik niet kunnen vaststellen dat mijn hart een betrouwbaarder raadgever is dan mijn hoofd of mijn water of mijn grote teen of Seungh Sahn of Andrew Cohen of Mettavihari of de Enkhuizer Almanak of het absolute of het ene. Mijn innerlijke goeroe is al net zo inconsistent als mijn hoofdchakra, mijn diamantsoetra, mijn onderbuik en mijn dikkedarmmeridiaan.
Verder ondervind ik onoverkomelijke problemen bij het vaststellen van het verschil tussen gevoelens en gedachten, tussen instinct, intuïtie en rede, tussen mind en hart, tussen het ego en het zelf, tussen nirwana en samsara, tussen subject en object, tussen mezelf en de ander, tussen binnen en buiten en noem het allemaal maar op.
Hoe zou ik me dan op het ene kunnen verlaten maar niet op het andere? En als ik me op het Ene moet verlaten, zoals jij, wat verlaat zich dan nog waarop?
Brando: Waar moeten we de wijsheid dan zoeken?
Hans: Zolang je gelooft in de wijsheid van het hoofd zit je daarin vast. Zolang je gelooft in de wijsheid van het hart zit je daarin vast. Zolang je gelooft in wijsheid zit je daarin vast.
Brando: En als je niet meer gelooft in wijsheid?
Hans: Dan zit je daarin vast.
Brando: Wat als je niet meer vastzit?
Hans: Dan hoef je er ook geen woorden meer aan vuil te maken.
Brando: Ben je dan vrij?
Hans: Daar hoef je dan ook geen woorden meer aan vuil te maken.
Brando: Wat is vrijheid volgens jou?
Hans: Zolang je je afvraagt wat vrijheid is zit je daarin gevangen.
Brando: Is vrijheid een illusie?
Hans: Zolang je gelooft dat vrijheid een illusie is zit je daarin vast. Zolang je gelooft dat gevangenschap een illusie is zit je daarin vast.
Brando: Wat als je gelooft dat de persoon een illusie is?
Hans: Dan zit je daarin vast.
Brando: Vroeger geloofde ik dat ik mijn persona was.
Hans: Toen zat je daarin vast.
Brando: Wat als je weigert iets te geloven?
Hans: Dan zit je daarin vast.
Brando: Nou weet ik het helemaal niet meer.
Hans: Dan zit je niet meer vast.
Brando: Tot ik weer iets geloof, zeker.
Hans: Geloof je dat nou echt?
Brando: Ik zeg niks.
Hans: Waarom niet?
Brando: Als ik ja zeg, dan zeg je dat ik daarin vastzit en als ik nee zeg, dan zeg je dat ik daarin vastzit.
Hans: En daarom zeg je niks.
Brando: En daarom zeg ik niks.
Hans: Dan zit je daarin vast.
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie. Illustraties Lucienne van Dam.