De ceremoniën konden 14 dagen duren, maar even zo goed een maand. Als er iemand van de stam overleed was het alsof een onhoorbare megafoon het overlijdensbericht had rond gebazuind en verdwenen alle kinderen in 30 seconden uit de school en zagen we hen soms voor weken niet terug, werd de naam van de overledenen niet meer genoemd, en alle bezittingen en wat er ook maar aan de persoon herinnerde verbrand. Die persoon niet langer daar, maar op de terugreis naar de ‘Droomtijd’ het niet zichtbare, voor dagen werden de fysieke sporen van de overledene uitgewist door halfnaakte, met as bedekte, vrouwen die met boomtakken door het hele kamp in het zand de energetische sporen uitwiste.