Als Boeddha niet-Boeddha is, wat hebben we dan eigenlijk te verwachten van een gezapig boeddhisme met zijn eigen dogmatische leerstellingen? Wat hebben we te verwachten van het eindeloos uitmelken van de apocriefe dialogen van Linji, wat van het spellen van Dogen in het Engels van zijn (eveneens gedeeltelijk apocriefe) Shobogenzo, en wat van de ijdele woordspelletjes van de onvermijdelijke Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad?