Binnen boeddhistische gemeenschappen (Sangha) gaat het soms radicaal verkeerd. Een foute leiding die de Dhamma niet ziet, is niet bekwaam mensen te wekken en te motiveren, te inspireren om de ware Dhamma te beoefenen waardoor mensen kritische, wijze en intelligente mensen zouden kunnen worden. Dit uitblijven is het voornaamste gevaar waardoor de Dhamma uit de wereld verdwijnt en veel schade wordt aangericht.
Devadatta
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 2
Na zijn ontwaken trok de Boeddha naar Benares(Varanasi), het toenmalige religieuze en intellectuele centrum van het gebied, waar hij vijf vroegere ascetische metgezellen trof. Zij werden de eerste monniken. Terwijl hij nog steeds in de buurt van Benares verbleef, trad ook Yasa, een zoon van een rijke koopman toe tot de Orde van bedelmonniken (bhikkhu-sangha). De familieleden van Yasa werden lekenvolgelingen. Daarmee was de basis gelegd voor de nieuwe spirituele gemeenschap of sangha. Die bestond uit lekenvolgelingen en een Orde van bedelmonniken (en later ook nonnen) die zowel ervaren asceten als stedelijke jongeren uit de hogere klassen aantrok.
Over de Lotus-soetra (25): Devadatta
Komen we bij de Boris Boef van het Boeddhisme: een volle neef van Shakyamuni, die zwaar de pest aan hem had. Devadatta. Volgens overleveringen was hij een wreed en verdorven mens. Ik heb geen idee of en in welke mate dat waar is. Hoe ook, Boeddha stelt in de Lotussoetra dat iedereen het boeddhaschap deelachtig zal worden, niet één levende ziel uitgezonderd.
Onwetendheid wieden
Tegenwoordig is de Boeddha bekend als stichter van een wereldreligie, misschien van een filosofie of van een levenswijze. Blijkbaar zijn we het wantrouwen vergeten waarmee Europeanen hem eeuwenlang hebben bekeken: een door heidenen vereerde afgod.