Wanneer chanmeesters en chanleerlingen elkaar aan de tand voelen, gebeurt dat volgens bepaalde patronen. Ze spreken of zwijgen, ze brullen als leeuwen of trompetteren als olifanten. Wat is hier aan de hand?
chan
Preek 39 – Zien, niet geloven!
Meer heeft ‘het mysterieuze principe’ niet om het lijf.
Preek 38 – Bomen groeien niet tot in de hemel!
Boomklevers, de plaats waar je geest rusteloos ronddoolt wordt de boom der onwetendheid genoemd. De boom der onwetendheid is zo groot als je gedachten.
Preek 37 – Woorden zijn lijmstokken!
‘Boeddha’ en ‘patriarch’ zijn maar woorden. Woorden zijn lijmstokken voor trekvogels. Voor je het weet blijf je eraan vastplakken.
Preek 36 – Niet vasthouden aan gedachten!
Je trekt de woorden uit mijn mond, maar je kunt er niks mee beginnen. Misschien kun je er iets mee eindigen?
Preek 35 – Op eigen benen staan!
‘Niet te geloven zeg, in al die jaren heb ik niet één onafhankelijke geest gezien.’
Mislukking is de Weg – ik wens je alle pech
Onoplettendheid is onkunde, oplettendheid is gekunsteld. Wat nu?
Preek 34 – Dood de Boeddha!
Als je de leer wilt doorzien, laat je dan niet misleiden. Kom je de Boeddha tegen, dood de Boeddha! Kom je jezelf tegen, dood jezelf!
Preek 33 – Een leraar is geen boeddha!
Er zijn nou eenmaal van die sullen die tempels vereren en beelden aanzien voor boeddha’s.
Zen op z’n best: een innerlijke revolutie
Zen op z’n best is een innerlijke revolutie die alles op zijn kop zet en al je ideeën verwoest. Zonder uitzondering. Deze ook.
Preek 32 – Maak er meteen een einde aan!
Wat gebeurt er wanneer een leerling een meester ontmoet?
Preek 31 – Hou op, schei uit!
Zolang je tot inzicht probeert te komen, zul je een speelbal van je gedachten blijven.