Geest of niet-geest?
Poortloze Poort 33.3 – Zeven zegelen
Is boeddha een gevangenis of een uitweg?
Poortloze Poort 33.2 – Lijf aan lijf
De drie-lichamentheorie.
Poortloze Poort 33.1 – Een begin zonder einde
Wat is altijd nieuw?
Poortloze Poort 33 – Geest noch boeddha
De via negativa in een notendop.
Poortloze Poort 32.10 – Blinde paarden
Sommigen zien maar drie bestaanskenmerken.
Poortloze Poort 32.9 – Kringloopmeditatie
Wat als je de vorm doorziet?
Poortloze Poort 32.8 – Doorzien
De monnik keek hem met open mond aan. ‘Ziedaar de weg’, zei de Boeddha.
Poortloze Poort 32.7 – De onvoorwaardelijke wijs
Spreken en zwijgen over de weg.
Poortloze Poort 32.6 – Honds
‘De brokjes zijn op’, zei Boeddha.
Poortloze Poort 32.5 – Rollenspel
‘U had moeten glimlachen, net als Mahakashyapa.’ ‘Ik kan wel huilen.’
Poortloze Poort 32.4 – Tijdreizigers
Een monnik vroeg: ‘Bent u een boeddhist?’ Boeddha antwoordde: ‘Dat hebben anderen verzonnen, boeddhisme is van na mijn tijd.’
Poortloze Poort 32.3 – Loos om loos
Zitten kun je overal.
Poortloze Poort 32.2 – Een gat in de dag
Vallen wij niet geheel en al samen met iedere manifestatie van het zelf?
Poortloze Poort 32.1 – Over het paard getild
‘Uitslover’, zei Boeddha.
Poortloze Poort 32 – Raspaarden
Rennen bij de schaduw van een zweep.
Poortloze Poort 31.7 – Een portie dharma mét
Bij het openen van de gammele deur riep een monnik: ‘Met recht een poortloze poort!’
Poortloze Poort 31.6 – Een schijn van kans
Alleen zakken slagen.
Poortloze Poort 31.5 – Gekkenwerk
‘Wat is het zengehalte van iemand die een vrouwtje op haar zengehalte wil testen?’ vroeg de meester.
Poortloze Poort 31.4 – Tegenlicht
De meester zei: ‘Denk je nou echt dat ik haar dezelfde vraag zou stellen?’
Poortloze Poort 31.3 – Bestemmingsverkeer
Moet je ergens heen dan?
Poortloze Poort 31.2 – Pas de deux
‘Ik weet het weer, ik zoek verlossing!’
Poortloze Poort 31.1 – Heen en weer
Ze zong: ‘Doe een stapje naar voren.’
Poortloze Poort 31 – Een oud vrouwtje
Toen meester Zhaozhou het hoorde, zei hij kordaat: ‘Ik zal dat vrouwtje weleens aan de tand voelen.’