Een beetje meer van de leer van de Boeddha zelf zou mijns inziens in geen enkele boeddhistische traditie misstaan. Een beschouwing van Jules Prast.
Shikantaza
Ga zitten en kijk. Doe niets. Wacht tot je het ziet.
Dokter Zen- een toekomstsprookje?
Hij zet de muziek aan en samen zingen we de Hartsutra. Leeg, alles wat vorm heeft leeg, zelfs de basiselementen van de natuur: leeg. Als we klaar zijn, grinnikt hij: “Ja ja, moleculen, atomen, proteïnen, enzymen, neuronen, axonen: allemaal leeg. Allemaal modellen. Modern science meets ancient wisdom.”
Veertig boeken over zen en boeddhisme
Dertig jaar geleden, in 1982, kocht ik in Londen het boekje van Alan Watts, The Way of Zen. Een paar jaar terug herlas ik het. Toen ik mijn onderstrepingen en in de kantlijn gekrabbelde aantekeningen zag, realiseerde ik me dat ik er indertijd niets van begrepen had.
Dood aan de Boeddha
Dood aan de Boeddha, maar niet in letterlijke zin. Je voorstelling kan in de weg staan van de ervaring waar het om gaat – dat wordt bedoeld.
Jules Prast: ‘Zen op je ziekbed’
Hoe moet je zen beoefenen vanaf je ziekbed? De veertiende-eeuwse Japanse zenmeester Bassui kreeg deze vraag ooit per brief door een patiënt voorgelegd.“Wie is hij die ziek is?”, schreef hij terug. “Wie is hij die zen beoefent? Iemands gehele zijn is de Grote Weg. Deze Weg is naar zijn inhoud inherent rein en overstijgt alle vormen. Is er hierin enige ziekte?”